Vandaag kregen enkele provincies weeral een laag sneeuw over zich heen. In Hove viel het nog redelijk mee .
Voor fietsers zijn sneeuw en ijzel niet altijd een pretje. Tenzij de fietspaden en fietsroutes tijdig geruimd worden. Daarom willen we voor die moedigen die sneeuw, ijzel en kou trotseren, een aantal tips geven.
– Je versnelling neem je best niet te groot en niet te klein. Als de versnelling te klein is, trap je door. Bij een te grote versnelling moet je te veel kracht zetten, wat kan zorgen voor mogelijke slippartijen.
– Gebruik best beide remmen. Nooit enkel je voorrem gebruiken. Bij sneeuw of ijzel probeer je minder hard te remmen dan in andere weersomstandigheden.
– In winterse omstandigheden fiets je rustiger en kijk je nog meer uit naar wat komen gaat, zodat je je bijvoorbeeld niet te vaak moet remmen.
– Matig ook je snelheid en houd afstand, ook op stukken rijbaan of fietspad die op het eerste zicht niet glad lijken.
– Bij winterse omstandigheden is het nuttig je zadel iets lager te zetten. Zo ligt het zwaartepunt lager en verhoog je de stabiliteit van je fiets.
– Bredere banden bieden je meer grip.
– In winterse omstandigheden fiets je best met een iets lagere bandenspanning, omdat dit je grip verhoogt.
– Als fietser mag je de rijbaan gebruiken wanneer het fietspad niet berijdbaar is. In deze uitzonderlijke omstandigheden raden we je aan een fluohesje te dragen.
Zorg ook voor aangepaste kledij die er voor zorgt dat je het niet koud krijgt terwijl je fietst. In plaats van 1 heel dikke jas aan te trekken, kleed je je best in verschillende laagjes. De lucht tussen de verschillende lagen zorgt voor de nodige isolatie. Denk aan het principe van dubbel glas. Het zijn niet de 2 lagen glas die isoleren, maar wel de lucht/het gas tussen het glas.
Zodra je begint te fietsen, ben je normaal gezien binnen enkele minuten opgewarmd. Je kan het in het begin dus beter net iets te koud dan te warm hebben.
De meeste lichaamswarmte verlies je via je hoofd.
Zorg voor een warme muts.
Niets zo vervelend als koude voeten en handen.
Draag dikkere sokken, maar zorg er ook voor dat je schoenen waterdicht zijn voor opspattende sneeuw. Zorg er voor dat je handschoenen niet zo dik zijn dat ze je belemmeren om veilig te remmen. Je kan dunne onderhandschoenen dragen, maar zorg er wel voor dat je vingers niet geklemd zitten. Want in dat geval krijg je snel koude vingers.
Foto’s (c) Gazet van Hove.