Reeks Werkt verandering ? Is de N-VA veranderd door deelname aan de federale regering ?
‘Vicit vim virtus’, de moed heeft het geweld overwonnen. Het is 25 mei 2014, de avond van de verkiezingen. Onder luid gejoel en op de dreunen van het nummer Euphoria komt Bart De Wever op het podium in het Brusselse Viage. Heel Vlaanderen en heel België kan live op tv zien hoe De Wever zich een weg moet banen, omstuwd door camera’s en journalisten, om de zaal binnen te geraken. Het was zichtbaar niet zoals hij het wou.
N-VA of de koning
Dat Bart De Wever zijn toespraak na de verkiezingen met een Latijns citaat begint is ondertussen al een traditie. De ‘nil volentibus arduum’ uit 2010 is veruit de bekendste. Bij de verkiezingen van 2014 haalde de N-VA in Vlaanderen 32,4 % van de stemmen voor het Vlaams Parlement en ruim 33% Federaal. Ze winnen in elke parlement zetels bij. ‘Overspoeld door gele vloedgolf’ kopte Het Laatste Nieuws (26 mei 2014).
Onmiddellijk is het commentariaat klaar met de evaluatie. Vlaams is de N-VA aan zet, maar op federaal niveau is de koning aan zet. De PS zal er alles aan doen om de N-VA buiten te houden.
Vlaams kiest N-VA voor de eenvoudige coalitie met de CD&V. Met twee hebben ze een meerderheid. Federaal loopt het minder vlot. Zoals de traditie het wenst neemt de koning eerst de tijd om met alle partijvoorzitters te spreken van partijen die vertegenwoordigers hebben in de Kamer. Alle partijen ? Uitgenomen het Vlaams Belang dan. Dat geeft de politici tijd om achter de schermen wat af te tasten. 27 mei, twee dagen na de verkiezingen wordt Bart De Wever ‘informateur’. ‘De koning kan niet rond De Wever heen,’ is de algemene teneur. Zijn verslag wordt verwacht tegen 10 juni.
PS beslist
Maar de PS is iedereen te snel af en kondigt op 5 juni aan dat ze in het Waalse Gewest en in de Franstalige gemeenschap een regering zal vormen met cdH. In het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest aangevuld met het FDF.
Na nog een rondje partijvoorzitters beslist de koning om Charles Michel aan te stellen als formateur. Die ontvangt voor het oog van de camera’s het middenveld, van het VBO tot de vakbonden. Daarna passeren ook nog de partijvoorzitters de revue. Het echte nieuws dat daaruit voortkomt is de afwijzing van de cdH van een regering met de N-VA.
De formateur ziet genoeg vertrouwen om door te gaan. Op 14 juli, na een tussentijds verslag bij de koning, blijkt dat Michel de vorming van de deelstaatregeringen zou afwachten. Om van start te gaan met de echte gesprekken.
Open Vld, cdH ?
Op 22 juli blijkt dat Open Vld nu plots wel deelneemt aan de Vlaamse regering. De Vlaamse liberalen hadden hun deelname aan de Vlaamse regering als voorwaarde gesteld om ook federaal de coalitie te versterken. Bij de voorstelling van die Vlaamse coalitie zegt Bart De Wever dat dezelfde partijen ook federaal een regering zullen vormen. Volgens Gwendolyn Rutten (Open Vld) zal dat met de MR zijn. Nog dezelfde dag worden Kris Peeters en Charles Michel aangesteld als co-formateurs. Hun opdracht is om met N-VA, CD&V, Open Vld en MR een regeerakkoord samen te stellen. De deur blijft op een kier voor de cdH, maar die partij sluit zelf die kier en de deur. cdH wil niet regeren met ‘flaminganten, separatisten en nationalisten’. En daar valt de eerste keer in het openbaar het idee van wat later de ‘communautaire frigo’ zou worden.
Tussen de formatie door moet er ook nog een Europese Commissaris worden naar voren geschoven. CD&V dringt aan op Marianne Thyssen, maar dat kost CD&V het premierschap van Kris Peeters. Daarop stelt de liberale familie dat zij de grootste zijn van de regering en claimen het premierschap. Op 11 oktober 2014 legt de regering Michel de eed af. 139 dagen na de verkiezingen. Media noemen haar een ‘Kamikaze-regering’, pas later zal die neutraler de ‘Zweedse regering’ genoemd worden, begint al met een rel. Bij de eedaflegging zouden N-VA-ministers geprovoceerd hebben en bewust het V-teken (waarmee ze campagne voerden) hebben gemaakt bij de koning. De toon is gezet.
Belgianisering
De N-VA kreeg belangrijke posten in die Zweedse regering. Jan Jambon werd minister van Binnenlandse Zaken en vicepremier. Steven Vandeput werd minister van Defensie, Johan Van Overtveldt minister van Financiën. N-VA kreeg ook twee staatssecretarissen. Elke Sleurs voor Armoedebestrijding en Gelijke Kansen. En Theo Francken voor Asiel & Migratie en Administratieve Vereenvoudiging. Alles in de verleden tijd, want de regering deed de rit niet uit. In december 2018 struikelde ze over het VN-Marrakeshpact.
De regering zou een herstelbeleid voeren. Helemaal zoals in de campagne de bocht van Bracke had gesuggereerd, had de N-VA afstand gedaan van haar communautair programma. Sterker nog, ook in het Vlaamse regeerakkoord was geen verwijzing te vinden naar een mogelijke aanpassing van de staatsstructuur. Het deed Bart Maddens opmerken dat het leek alsof de N-VA zich neerlegde bij het communautaire status quo.
Als snel kwamen er opinies en commentaren over de’belgianisering’ van de N-VA. Door deelname aan de federale macht zou de partij verstrikt raken in het net van Belgische compromissen waarin je in België onvermijdelijk terechtkomt. N-VA zou bewijzen dat het Belgische systeem toch kan werken. Door de grote Franstalige minderheid werd de Belgische structuur verder opgerekt, wat zich ook in de toekomst zou laten voelen.
Of zoals Stijn Pamelaere op Doorbraak.be schreef op 12 oktober 2014 : ‘In deze moet elke Vlaamsgezinde en elke nationalist, zowel ter linker als ter rechterzijde, de komende vijf jaar met argusogen volgen wat de N-VA in die federale regering zal uitrichten. Er wacht het Vlaamse middenveld een levensbelangrijke opdracht, hopelijk zullen wij straks – wanneer zij onherroepelijk een traditionele beleidspartij dreigt te worden – niet staan roepen in de woestijn, want de partij waant zich vandaag in haar overwinningsroes al dermate ongenaakbaar dat een duidelijke onthouding of de formele tegenstem tijdens het congres zelfs niet eens meer wordt geteld…’
Na vijf jaar, wat hebben we geleerd ?
Een interessant uitgangspunt dat we na vijf jaar naar een eindconclusie willen brengen. Vijf jaar na datum lijkt het tijd om te zien wat de invloed van vijf jaar federaal regeren op de N-VA is. Is de partij veranderd ? Is ze ‘gebelgianiseerd’ ? Is ze nog een communautaire partij ? Hoe zwaar weegt het standpunt over confederalisme ? Is N-VA nog een separatistische partij ? Is ze een traditionele partij geworden ? Heeft ze haar unique selling position verlaten ? Hoe verscheiden is ze intern nu N-VA een grote partij geworden is ? Is er intern discussie ? Hoe werkt de partij ? Is er echt zo’n strakke discipline als wordt beweerd ? Hoe is de relatie met het middenveld ? Veel vragen die eigenlijk vooral tot doel hebben om in te schatten hoe de N-VA zich zou kunnen opstellen na de verkiezingen van 2019.
Het resultaat van dit journalistieke werk, waarvoor ik kon rekenen op de steun van het Fonds Pascal Decroos, kan u lezen op Doorbraak.be. Het toont de N-VA als een intern heel verscheiden partij. Maar naar buiten uit is ze eensgezind. Die diversiteit wordt opgevangen door een strak geleid partijapparaat. De meesten lopen keurig in de pas. Dissidentie wordt niet beloond in de N-VA en dat weten de mandatarissen maar al te goed.
Kernvraag is en blijft: hoe zal de N-VA zich opstellen in en na de verkiezingen. Hoe diffuus dat beeld in de verkiezingen ook mag zijn. Wie wij spraken was duidelijk: de N-VA is en blijft een communautaire partij die zich niet neerlegt bij het communautaire status quo.
Marleen Van den Eynde – Kontich
Dit is het eerste artikel uit de reeks Werkt verandering ? over de N-VA en hoe die al dan niet door de federale regeringsdeelname veranderd is. Met de steun van het Fonds pascal Decroos.
Pieter Bauwens