“als musicus moet je soms even de noten opzij leggen en een andere uitlaatklep zoeken”
‘Je kan niet altijd met muziek bezig zijn. Dus je zoekt een ontspanning. Op jonge leeftijd had ik al interesse in oude zeilschepen en windmolens. Tijdens mijn jeugd bouwde ik reeds enkele schepen. Na mijn huwelijk nog enkele schepen. Maar het ging dan trager en trager.
Vertrekkende van een zeer goede bouwdoos (afzonderlijk materiaal is veel duurder) begin je, vooraleer het eerste latje wordt versneden, in boeken en op internet te zoeken naar meer informatie. Via scheepsplannen, schilderijen, naslagwerken en andere modelbouwers krijg je een beter beeld van het toekomstige scheepsmodel.
Beginnende met de bekleding van spanten en scheepsromp, de volledige installatie van het technisch dek en tenslotte de ingewikkelde tuigage van meterslange koordjes verkrijgt men, met zeer veel geduld een prachtig resultaat’ aldus Jack Ooms.
Jaren werk
Aan een schip werkt Jack Ooms gemakkelijk drie tot vier volle jaren, aan een tempo van 3 uur per dag. In de volledige afwerking van een schip steekt hij zeker 3.000 werkuren in. Een aantal latten voor de romp worden zelf gesneden. De schepen zijn dus niet zeewaardig, want daarvoor moeten ze een speciale vernislaag ondergaan. Het zijn statische modellen. Er bestaan clubs die varende schepen maken.
Nu is Jack bezig met het namaken van de ‘Askoy 2”, de jacht van Jacques Brel. Deze ligt vandaag in de haven van Zeebrugge. Een vzw is er eigenaar van. Een gemiddeld bouwpakket van een schip kost 800 euro, met alle bijbehorend materiaal komt men uit op 1.200 euro.
Na die duizenden uren werk, mogen de resultaten gezien worden !
Foto’s © Gazet van Hove.