Het debat is ontvolkt
We hebben een goed gesprek nodig over migratie en integratie, zonder taboes, en dat mag soms wat luider zijn
Mijn grootvader was slager. Ik herinner mij de levendige volksbuurt waar hij woonde, het Rabot in Gent. Ik heb de wijk ook zien veranderen tussen de jaren dat mijn grootmoeder stierf en de jaren dat mijn grootvader heel oud werd. Huizen die te koop kwamen, werden door Turkse gezinnen gekocht. Iets wat de hele 19de-eeuwse gordel van Gent overkwam. Gettovorming noemen we dat.
In de eerste helft van de jaren ’80 liep ik school in Ledeberg. Ook daar veranderde de buurt. Zo sterk dat de KSA van Ledeberg waar ik toen lid van was die sociologische verandering niet overleefde. Ondertussen zie je in Ledeberg het omgekeerde procedé. Jonge, eerder vermogende gezinnen hebben de Gentse deelgemeente ontdekt en kopen en renoveren er nu huizen. Gentrificatie heet dat, zelfs het woord klinkt duurder dan gettovorming.
Ondertussen woon ik 15 jaar in Aalst. En ook hier zie je de veranderingen voor je ogen gebeuren. Ik moet maar de klasfoto’s van de plaatselijke lagere school van de laatste tien jaar bovenhalen en ik zie het. Die veranderingen gebeuren in steden, grote steden en centrumsteden. En zelfs wie er niet woont, kent vaak de wijken. Onze maatschappij verandert en dat zorgt voor onrust en ontevredenheid.
Één op vijf
De Tijd zette enkele cijfers op een rij (31 oktober 2019). In 1990 telde Vlaanderen 2,5% inwoners van niet-Europese origine, in 2019 was dat 12,7%. In Antwerpen steeg dat aandeel in dezelfde periode van 8,3 naar 36,5%. In de centrumsteden (13 steden in Vlaanderen) ligt het gemiddelde op 20,2%. Eén op vijf. En jammer genoeg moeten we ervan uitgaan dat velen daarvan gegroepeerd zitten in bepaalde wijken in steden. Gettovorming en gentrificatie. Het heeft allemaal namen. De mechanismes zijn bekend.
De vraag die dan komt is, is dat percentage veel ? Te veel ? Waar ligt de grens en wat zegt statistiek tegenover persoonlijke ervaringen ? Het schieten op Walter De Donder (CD&V) omwille van zijn woordgebruik kan dan wel de moreel verheven positie verzekeren, maar wat daarna ?
Wordt het geen tijd dat we de woordenstrijd opbergen en de realiteit onder ogen zien ? We hebben heel dat gedoe al allemaal gehad, van de Bange Blanke Man, over de Zonder Haat Straat, naar het belachelijk maken van bezorgde en boze mensen. Het helpt ons niet vooruit, ieder graaft zich dan wat dieper in op de eigen posities.
Kleur
We hebben een gedeelde verantwoordelijkheid. Kleur en afkomst mogen eigenlijk geen item zijn. We zijn allemaal Vlamingen, als we dat willen. Maar er zijn nu eenmaal wijken waar mensen samenwonen met Vlamingen waarmee ze dezelfde afkomst delen. Omvolkt of ontvolkt, de realiteit is er. wat doen we daar mee ?
Je kan vandaag in wijken wonen waar je je, op enkele details na, in een ander land kan wanen. Dat mag. En ik begrijp dat ook, emotioneel. Maar is dat goed voor de toekomst ? Maak je het op die manier niet opnieuw moeilijk voor de volgende generatie ? Youssef Kobo vroeg zich op Twitter af wanneer hij, derde generatie, eindelijk Vlaming zou zijn.
Een terechte vraag. In dit geval, volgens mij, een overbodige, hij is het (maar wie ben ik om daarover te oordelen ?). Maar de realiteit is dat zoiets niet enkel van de Vlamingen afhangt. Het is een probleem als elke generatie opnieuw door die integratieproblemen moet. Dat is een paradoxaal probleem. De familie in het land van oorsprong wordt verre familie, enkel bekend van vakantie. Maar toch leven ze vaak virtueel daar en spreken ze er elkaar op aan.
Oude Vlamingen worden niet geacht nieuwe Vlamingen aan te spreken op hun land van herkomst. Dat zou te beledigend zijn. Zeker voor wie hier geboren is. OK, ik begrijp dat. Maar toch zie ik dat de etniciteit wel speelt voor nieuwe Vlamingen. Kandidaten voor de gemeenteraadsverkiezingen in Gent in 2018 spraken hun kiezers aan op hun etnische afkomst. Kiezers worden aangesproken op hun Turks zijn, niet op hun Gents of Brussels zijn. Er gaapt een kloof tussen die twee posities, vragen om niet vast te pinnen op de afkomst en dat vervolgens zelf als argument aandragen. Het is boos zijn als boefjes worden beschreven als ‘van Noord-Afrikaanse afkomst’ én boos zijn als bij een slachtoffer de afkomst niet wordt vermeld. Wanneer doet het terzake, nooit, altijd, soms ?
Benoemen
Wat De Donder deed, is een maatschappelijk probleem aanbrengen. Politici doen dat wel eens. Er zijn gettowijken en er zijn er ook waar mensen wonen die zich niet tot ‘ons’ rekenen. Een probleem dat leeft en in nog veel scherpere bewoordingen. Geloof me.
Misschien is het geen goed idee om op Twitter, in columns en commentaren in een morele verontwaardigde kramp te schieten. Het is fijn, die schouderklopjes van gelijkgezinden, maar het smoort het debat. Het is fijn afgeven op ‘de straat’ en wat op café wordt gezegd en je daar als intellectueel boven verheven te voelen. Het is zeker fijn om als politicus van een andere partij nog eens snel het verschil te kunnen maken. Maar het is steriel. Het draagt niets bij.
Een goed gesprek, dat mag soms wat luider zijn, over migratie en integratie zonder taboes hebben we nodig. Een gesprek waarin wie er anders over denkt geen geestesziekte wordt toegeschreven of een nazi wordt genoemd. Dat hebben we dringend nodig. Ik hoop alvast dat we daar als samenleving nog toe in staat zijn.