Door Redactie ’t Pallieterke .
Men kan veel zeggen van PS-voorzitter Paul Magnette, maar op het vlak van communicatie is hij sterk. Het feit dat hij een van de weinige Waalse politici is die nog deftig Nederlands praat, kan daarbij helpen. Na het mislukken van de preformatie-opdracht van het duo Bourgeois-Demotte was koning Filip nog bezig met zijn gesprek met Bart De Wever, of Paul Magnette spurtte na het einde van de eigen audiëntie richting Franstalige tv-studio’s. Om daar de paarsgele of Bourgondische coalitie een nekslag te geven. Een regering met de N-VA komt er wat hem betreft niet en hij herhaalde dat nog eens op Terzake. Het hijgerige gedoe van Magnette geeft aan N-VA in elk geval de kans om de communautaire trom te roeren. Lorin Parys in de Ochtend dinsdag : “Terwijl De Wever nog bij de koning zat, was Magnette in de televisiestudio’s al grote verklaringen aan het afleggen.”
De stekker wordt niet uit de onderhandelingen getrokken, want “hij zat er nooit in,” stelde Magnette op televisie. Inderdaad, echte onderhandelingen waren er nooit tussen PS en N-VA. Wel het uitwisselen van documenten en nota’s. Over sociaaleconomische thema’s welteverstaan. Pensioenen, werk, uitkeringen,… De PS zette hier de hakken in het zand: de uitkeringen moeten omhoog en de pensioenleeftijd omlaag. Een miljardenfactuur die Vlaanderen moet ophoesten. De Waalse PS-feestjes zouden dan door een hogere fiscale druk – door Vlaanderen betaald dus – worden gefinancierd.
Dat kon niet voor de N-VA en dus kwamen de communautaire eisen (staatshervorming nummer zeven tot zelfs confederalisme) op tafel. Waarna Magnette op televisie komt verklaren dat “de N-VA opnieuw over een staatshervorming begint en dat willen wij niet.” Jean-Claude Marcourt, Waals parlementsvoorzitter en onderhandelaar voor de PS op federaal niveau, deed er op de RTL nog een schep bovenop : “N-VA wil het land kapot.” Nochtans gebeurt hier wat Ben Weyts (N-VA) op de radio had gesteld : het is sociaaleconomisch een rechts beleid en als dat er niet komt, dan gooien we de staatshervorming op tafel.
Vlaamse bazooka’s van de N-VA
Nu de schijnvertoning van een PS-N-VA-regering is beëindigd, is het moment gekomen voor de partij van Bart De Wever (N-VA) om klare wijn te schenken : de N-VA trekt zich federaal terug in de oppositie. Een paarsgroene regering (eventueel met CD&V erbij) of een klassieke tripartite minderheidsregering (gesteund door de groenen) moet het maar doen. Een begroting opstellen, geld zoeken voor de sociale zekerheid, hervormingen doorvoeren in het pensioenstelsel, een migratiebeleid uittekenen. Met linkse tot extreemlinkse partijen in zo’n regering (PS, Ecolo, Groen en misschien sp.a) zullen de Vlaamse centrumpartijen CD&V en Open Vld van het kastje naar de muur worden gespeeld.
N-VA en Vlaams Belang kunnen samen in de federale Kamer een sterk Vlaams oppositiefront vormen. Vlaams Belang kan chargeren tegen een migratiebeleid dat gelijk staat aan open grenzen. De N-VA kan aanvallen lanceren tegen de nieuwe uitgaven en hogere belastingen van de volgende federale regering. En vanuit de Vlaamse regering kunnen er gerust een reeks belangenconflicten worden ingeroepen. Daarvoor moet men wel op het Martelaarsplein liberalen en christendemocraten meekrijgen. Maar dat lukt misschien wel met de regering Jambon I, die sterk door N-VA wordt gedomineerd. Een Vlaams front zal bij de volgende verkiezingen beloond kunnen worden. In 2024 of bij vervroegde verkiezingen. Samen kunnen ze dan in de Vlaamse taalgroep boven de 50 procent uitkomen. Dat zou symbolisch zijn.
Een overtal aan linkse Open Vld’ers
N-VA-ondervoorzitter Cieltje Van Achter stelde dinsdagochtend op de Franstalige radiozenders dat “de kloof tussen PS en N-VA te groot is”. “We willen nog onderhandelen met de PS, maar men kan ook andere pistes proberen.” Al van na de verkiezingen hopen de Franstalige socialisten op een paarsgroene regering. Desnoods aangevuld met CD&V. Magnette en co hebben die hoop niet laten varen, al weten ze dat daar nog tijd voor nodig is. Een paar maanden op zijn minst. Niet enkel om CD&V en Open Vld een bocht te doen nemen, maar ook omdat er bij die partijen de komende weken en maanden duidelijkheid moet zijn over het voorzitterschap. Bij CD&V kan na de voorzittersverkiezingen van 6 december een ACW- of Beweging.net-getinte voorzitter (Vincent Van Peteghem ?) de bocht richting paarsgroen plus CD&V maken.
Bij de PS is te horen dat in het voorjaar van 2020 duidelijk wordt wie Gwendolyn Rutten als Open Vld-voorzitter kan opvolgen. Zelf proberen ze haar te lokken met de post van eerste volwaardige vrouwelijke premier. En als dat niet lukt, dan kan een links-liberale voorzitter helpen. Het aantal linkse Open Vld’ers is binnen de top van de partij in overtal : Mathias De Clercq, Bart Somers, Bart Tommelein, Patrick Dewael… Het lijkt een kamikaze-operatie voor de klassieke Vlaamse partijen. En bij de volgende verkiezingen dreigt dan wel geen kiesdrempel, maar wel de grens van 10 procent. Maar het is bekend dat de verleiding van de macht groot is. En ook : de recente Belgische geschiedenis leert dat er altijd een Europese exit is. Ook al heeft men na vijf jaar een federale puinhoop achtergelaten.
Foto’s (c) Gazet van Hove.