Joost Vandommele verliet ons op 28 oktober. Een ongeneeslijke ziekte die een ondragelijke pijn veroorzaakte, had hem voor euthanasie doen opteren. Zijn uitvaart werd door ruim vijfhonderd mensen bijgewoond. Die kwamen uit zowel radicaal Vlaamse verenigingen (ook de twee V-partijen waren vertegenwoordigd) als uit allerlei even radicaal linkse kringen. Joost was een kleinzoon van de Vlaams nationalistische dichter en activist René De Clercq en van Piet Vandommele, die tijdens WO I als brancardier aan de IJzer stond en zich bij de geheime Vlaamse Frontbeweging had aangesloten. Hij was hier bijzonder trots op en was dus een even felle flamingant als zijn beide grootvaders. Hij had er dan ook voor laten zorgen dat zijn kist bedekt was met een oranje-blanje-bleu-vlag om van
zijn Heel Nederlandse overtuiging te getuigen. Daaronder lag echter ook het dundoek van de Vlaamse Socialistische Beweging, een van de talrijke linkse clubs waarin hij ooit actief was geweest. De bedoeling was duidelijk : vermijden dat iemand aan zijn rood engagement zou kunnen twijfelen. Hij was immers niet alleen militant geweest van de socialistische spoorwegvakbond, maar had ook heel wat historisch onderzoek verricht rond de verschillende linkse tendensen die in Vlaanderen bestaan hebben en had zelfs een boek gewijd aan het ontstaan van het socialisme in Gent. Maar zelfs op dat terrein bleef hij duidelijk voor zijn Vlaamsgezindheid uitkomen. Hij legde bijvoorbeeld veel belangstelling aan de dag voor de figuur van Emiel Moyson, een van de pioniers van het socialisme in de Arteveldestad. De Gentse socialisten die zijn naam aan hun mutualiteit hebben gegeven, willen al lang niet meer weten dat Moyson ook een radicaal anti-Belgische flamingant is geweest. Joost legde hier echter de klemtoon op. Hij nam het initiatief om het graf van Moyson in Luik te gaan zoeken en het een onderhoudsbeurt te geven. Joost koesterde grote bewondering voor Herman Van den Reeck. Herman was trouwens zijn tweede voornaam. Hierover vertelde hij in de afscheidsbrief die op zijn uitvaart voorgelezen werd : “ Ik heet ook Herman naar mijn vader die zelf genoemd werd naar Herman Van den Reeck, een jonge linkse flamingant die op 11 juli 1920 op de Antwerpse Grote Markt werd doodgeschoten. In die tijd, onmiddellijk na de wereldbrand, dierf men nog hopen op de “wereldrepubliek der menselijkheid” en wist men nog niet dat één en ander zou uitmonden in de vreselijkste dictaturen ooit en dan nog in de naam van het socialisme…”. De inzet van Joost voor de Vlaamse zaak was allesbehalve lauw. Zo heeft hij heel wat gedaan voor het René De Clercq-museum in Deerlijk (het geboortedorp van de dichter). De vraag kan zelfs gesteld worden of het zonder hem ooit tot stand zou zijn gekomen. De activistische Raad van Vlaanderen had op 22 december 1917 in het Brussels Alhambra-theater de onafhankelijkheid van Vlaanderen uitgeroepen. Joost herdacht dit honderd jaar later door in 2017 op dezelfde datum met enkele vrienden in hetzelfde gebouw een facsimile van de oorspronkelijke proclamatie te gaan ophangen.
We kunnen er tenslotte niet aan weerstaan dit in memoriam te beëindigen met een passage uit een toespraak die hij voor het Bormshuis had voorbereid :
“Vrienden, men verwijt ons vandaag ons in onze historische Vlaamse slachtofferrol te blijven wentelen. Men verwijt ons alleen uit te zijn op een op uitsluiting, egoïsme en kleinzieligheid berustend Vlaanderen. Ons project heeft in deze globale wereld bovendien volstrekt geen zin, is uit de tijd en helemaal niet aan de orde. De verkiezingen van de laatste jaren hebben echter bewezen dat de Vlaming wél wakker ligt van de Vlaamse kwestie en zijn lot in eigen handen wil nemen. Al bij al zou het bewustzijn wat mij betreft wel wat hoger mogen zijn. En wat ons betreft : het begint nu pas ! Het onbevoogd uitbouwen van onze eigen democratie, van een ‘republiek van de menselijkheid’ zoals het in de tijd van Van den Reeck werd gesteld. Wanneer zijn we voorgoed verlost van de betuttelende vingertjes van onze opiniemakers, would be artistieke scène etc., met zijn allen zo rijkelijk gevoederd o.m. door het Belgische doorgeefluik van de Vlaamse regering ? Voor wanneer een democratisch onderwijs dat, zoals vroeger consistente plats opdient i.p.v. het consumptieve junkfood en globale eenheidsworst ? Dit alles om Vlaanderen weer toonaangevend te maken op alles wat de mens zo groot en interessant kan maken, net zoals in de Middeleeuwen en de Nieuwe Tijden. Dit laatste is de échte reden en zin van de 11 juli-viering trouwens. Het symbool Van den Reeck dient dan als eeuwig krachtvoer om van een autonoom Vlaanderen écht iets zinnigs te maken !”
Vlaanderen zal Joost missen.
Francis Van den Eynde in (c) Knooppunt Delta vzw
Foto’s (c) Gazet van Hove.