De coronacrisis als unieke dystopische ervaring

Het helpt om wat we vandaag meemaken te zien als een soortgelijke simulatie op grotere schaal. Dankzij de corona-crisis kunnen we eventjes proeven van het leven in een totalitaire staat, een macro-gevangenis als het ware. Dit is eigenlijk goed nieuws, omdat de corona-maatregelen op die manier een dubbel nut hebben. Ze helpen om het virus te verslaan, maar ze bieden ons ook een unieke dystopische ervaring. Want je moet tegenwoordig al ver reizen om te weten hoe het is een echt totalitair systeem, en dan nog enkel als toerist of buitenstaander. Maar nu hebben we de ongekende luxe om dit eens in eigen land mee te maken.

Onzekerheid

Dat virus is natuurlijk een onzichtbare vijand, en ook dat werkt het realiteitsgehalte van de simulatie in de hand. Een totalitair systeem kan niet zonder een externe tegenstander. Maar de burgers zien die vijand nooit. Daardoor is het onduidelijk waar de realiteit eindigt en de propaganda begint. Toch creëert de oorlog tegen die geheimzinnige vijand constant een gevoel van vervreemding. Er heerst een grimmige sfeer. Ook al circuleren er op sociale media talrijke moppen over corona, op straat of in de rij aan de supermarkt lach je er toch best niet te veel mee.

Verzet

In elk totalitair systeem is er een vorm van verzet. Soms komt dit gewoon omdat de stoppen doorslaan bij burgers die de beklemming van het totalitarisme niet langer aankunnen. Ik wil hier het veelbesproken optreden van de twee Gentse communicatiewetenschappers niet goedpraten, verre van. Maar geef toe dat het incident mooi past binnen de simulatie-frame. Ik moest daarbij onwillekeurig denken aan die scene uit The Handmaid’s Tale (eerste seizoen, vijfde aflevering) waarin Emily (‘Ofglen’) begint te flippen. Ze springt in een Mercedes en rijdt in het wilde weg een aantal veiligheidsagenten omver. Het is niets meer dan een zinloze wanhoopsdaad, een schreeuw van onmacht. Had ze één moment nuchter nagedacht dan wist ze dat ze geen schijn van kans maakte, dat ze ongenadig zou worden gestraft. Maar het was sterker dan haarzelf.

Als je maar ver genoeg in het bos wandelt (recreatieve verplaatsing, dus toegelaten) zie je ze zitten : kleine groepjes jongeren die gezellig zitten te chillen. Het is een vorm van verzet. Ze weten dat het niet mag, dat ze streng zullen worden bestraft als ze worden betrapt. Maar dat lijkt het net extra spannend te maken. Ze kijken me angstig aan als ik ze op heterdaad betrap. Het regime verwacht dat ik meteen naar de politie bel om dit te melden. Wie weet levert het me wel een medaille op : ‘Held in de strijd tegen corona, vierde klas. Deze patriot nam in het heetst van de strijd moedig zijn verantwoordelijkheid op. Het land is hem dankbaar.’

Verklikking en volg-apps

Over 1984  gesproken : in de corona-crisis wordt een taal gebruikt die wel wat doet denken aan Newspeak. Er duiken allerlei nieuwsoortige sympathiek klinkende termen op die een zeker verbond creëren tussen het regime en de burger. Zeg niet ‘allemaal samen’, maar wel ‘tous ensemble’, niet ‘blijf thuis’, maar wel ‘blijf in uw kot’. Afstand houden van elkaar wordt ‘social distancing’. Een uitstapje doen wordt ‘een niet-essentiële verplaatsing maken’. Verklikken wordt ‘melden’. En hoe beëindig je een mail ook alweer in correcte corona-Newspeak ? Inderdaad : ‘Hou het veilig en gezond.’

Barsten in de simulatie

Toch zitten er ook een aantal gaten in de simulatie. Een totalitair regime heeft een sterke leider nodig. Het ontbreken daarvan is een serieus mankement. Met iemand als Jean-Luc Dehaene als premier zou de simulatie geloofwaardiger geweest zijn. Ook Louis Tobback had perfect voor dat ‘net echt’-gevoel kunnen zorgen. Maar Sophie Wilmès, dat is natuurlijk een miscast van jewelste. Met een leider die zo weinig autoriteit uitstraalt kun je moeilijk geloven dat we echt in een totalitair land leven.

ingang concentratiekamp Breendonk

In één opzicht is de simulatie dan weer wel heel realistisch. Het meest ondraaglijke in een totalitair systeem is dat de staat ook echt als een gevangenis fungeert. Behalve voor een paar geprivilegieerden is het verboden om naar het buitenland te reizen. Tot voor kort konden we ons moeilijk voorstellen hoe het is om opgesloten te zijn in je eigen land. Toen ik halfweg de jaren negentig in Cuba rondreisde vond ik de confrontatie met die realiteit zeer pijnlijk. Ik kon ongehinderd van het ene land naar het andere gaan, maar de mensen met wie ik sprak waren gedoemd om op hun eiland te blijven. Nooit gedacht dat ik ook in dezelfde situatie terecht zou komen, voor eventjes toch.

Na het gevangenis-experiment in Beveren verklaarde één van de deelnemers : ‘Ook al zat ik maar korte tijd gevangen, ik besef nu veel beter hoe waardevol de vrijheid is’. Het is misschien een geluk bij een ongeluk dat we na de corona-ellende hetzelfde zullen kunnen zeggen.

 

Dit artikel wordt u aangeboden door de Vrienden van Doorbraak

Door een jaarlijkse of maandelijkse bijdragen financieren de Vrienden van Doorbraak de publicatie van de gratis toegankelijke artikels op doorbraak.be. Onze vrienden krijgen ook korting in de Doorbraak winkel en exclusieve uitnodigingen.

Hartelijk dank voor uw steun als Vriend van Doorbraak.

Bart Maddens
Bart Maddens is politicoloog en germanist.

Foto’s (c) Gazet van Hove.