(c) Vlaams Komité Brussel.
Het prestigieuze The Economist is een miljoenenweekblad dat van Tokyo tot Moskou en Brussel in de rekken van krantenwinkels ligt. In dit doorgaans ernstig weekblad verscheen (28/03/20) een leuk artikel over hoe Nederlandse vloeken gerelateerd zijn aan de medische sector. Voorbeelden (in Dutch in de tekst) : “jij pokkenteef”, “krijg de tering”. Of neem de “rapper” Lil’ Kleine die een popster uitschol voor “kankerhoer”… Het zou The Economist niet zijn als het geen serieuze beschouwingen zou koppelen aan dit uniek Nederlands gedrag. De meest gangbare theorie heeft volgens het blad te maken met het zestiende-eeuwse Calvinisme dat ingeprent is in de Nederlandse maatschappij. Deze puriteinse versie van het protestantisme hield in dat je de hemel kon verdienen door frugaal en voorspoedig te leven, wat betekende dat je zelf verantwoordelijk was voor je leven en dat je gezondheid dus minder afhing van God. Iemand verwensen met het “hiernamaals” was dus niet erg efficiënt. In mijn commentaar in The Economist van 18 April verschenen, vroeg ik mij af waarom wij in België die dezelfde taal spreken dat soort vloeken niet kennen; Vlamingen zullen eerder godsdienst gerelateerde vloeken gebruiken als “loop naar de duivel”, of “God(ver)domme”. Er zijn trouwens nog andere verschillen met onze taal – en cultuurgenoten : in beide landen staan prachtige Gotische kerkgebouwen; in beiden verwoestten Puriteinse zeloten het kerkinterieur (beeldenstorm 1566), maar Vlaamse kerkinterieurs staan, ten minste tot het “aggiornamento” van het tweede Vaticaans Concilie in de jaren zestig (ook wel de tweede beeldenstorm genoemd) vol barok – en neo-stijlmeubilair; Nederlandse Godshuizen zijn leeg maar badend in het licht. Het voornaamste verschil is natuurlijk de zelfredzaamheid van onze Noorderburen in tegenstelling tot de Vlaamse lijdzaamheid. De reden is eens te meer de geschiedenis.
Terwijl na de scheuring van 1648 de Nederlandse Republiek een der meest welvarende rijken ter wereld werd, verviel het Zuiden (vooral Vlaanderen en Brabant) tot een economisch achtergebleven gebied, zonder nationaal gevoel, met een fatalistische bevolking die alles overliet aan de Almachtige. Dit ging zo door tijdens de Franse bezetting en, na een korte heropleving onder koning Willem I, met een dieptepunt in de jaren 1840, een aardappelhonger even vreselijk als de meer bekende tragedie in Ierland. Het zou pas laat na de tweede wereldoorlog zijn dat parallel met de Waalse industriële neergang, het agrarische Vlaanderen zich op spectaculaire wijze zou optrekken tot een, economisch topland van Europa – indien het onafhankelijk zou zijn.
Ook vandaag nog zitten we in ons ‘kot’ Maar de lijdzaamheid is gebleven : typisch is het gebrek aan zelfrespect van Vlaamse kunstenaars (en van dito gezaghebbers die artiesten die in hun gezicht spuwen astronomisch dure geldprijzen schenken), zie ook de Vlaamse politici die alhoewel zij de meerderheid van de Belgische bevolking vertegenwoordigen, gedwee aan de leiband van de Waalse minderheid lopen. Begrijpelijk dat de koning op cruciale momenten luistert naar wie het in Zijn koninkrijk voor het zeggen heeft (zoals toen hij tijdens de regeringsonderhandelingen de twee grootste partijen van België straal negeerde).
Wij zijn inderdaad nog geen zelfbewuste Nederlanders, laat staan, Britten. Is het onder invloed van mijn Engelse moeder dat ik mij zo erger aan die Vlaamse lankmoedigheid ? In mijn buurt wonen Britten (die overigens perfect onze taal, en zelfs Brussels, spreken) die zich verbazen over het gebrek aan assertiviteit van de Vlamingen.
Vlaamse ministers van Brussel: stop profileren op de kap van de politie ! Nog zieliger is de lamlendige houding van de Vlaamse leden van de Brusselse regering : Groen, ‘one.brussels’ (eigenlijk socialist), CD&V, Open VLD, zij zitten grondwettelijk verankerd in de PS/Ecolo, DéFI-regering. Die lamlendigheid bleek recent nog uit hun in de watten leggen van de jongerenbenden die in volle corona-crisis keet schopten in bepaalde wijken en de politie aanvielen die in moeilijke omstandigheden de strijd tegen het virus voert. In plaats van ‘vragen te stellen’ bij het optreden van de politie, en haar zo huichelachtig te blameren, zouden de drie betrokken Vlaamse ministers beter hun politie, corona-helden, waarvoor de bevolking beddenlakens uithangt, krachtig moeten steunen. In afwachting dat na het virus een einde komt aan het pamperen en de getroffen wijken grondig worden aangepakt. Zelfs als zij in botsing komen met het kies-cliënteel van de PS.
Een verontwaardigde André Monteyne.