De zwaluw staat de laatste jaren meer en meer onder druk. De vogel heeft geen natuurlijke nestplaats, maar maakt gebruik van gebouwen, zoals woningen, scholen en treinstations, om zijn nesten te bouwen. Zo nestelt hij onder meer onder de dakranden, in dakgoten of in spleten van muren. Door het grotere aanbod aan nieuwe bouwtrends en minder schuren of stallen vindt de vogel moeilijker dan vroeger nestholtes. De vogel staat nu op de rode lijst aangeduid als ‘kwetsbaar’ en de bescherming van bestaande nestplaatsen is dus belangrijk.
Daarom keerde de gemeente ook dit jaar subsidies uit aan inwoners die inspanningen leverden voor het behoud van de nesten. Er liepen 13 aanvragen binnen en de gemeente keerde daarmee zo’n € 460 uit voor de bescherming van zwaluwnesten. De subsidie kon aangevraagd worden tussen 1 mei en 15 juni. Ze bedraagt 25 euro per jaar voor een kleine kolonie van minder dan drie nesten en 50 euro per jaar voor een grotere kolonie. Wanneer de zwaluwen zich langer dan een jaar op dezelfde locatie vestigen, wordt de premie verhoogd naar respectievelijk 30 en 60 euro.