www.doorbraak.be – door Chris Ceustermans .
De Belgische Staatsveiligheid sloeg deze maand alarm over een nieuwe salafistische stroming die moslimkinderen tegen de democratie opzet. Het zijn echter niet alleen moslimextremisten die de democratie ondermijnen. In enkele veelgebruikte Vlaamse schoolboeken worden de democratie in vraag gesteld en autoritaire, linkse regimes geprezen.
Strijd om de ziel van het kind
Deze maand alarmeerde de Belgische Staatsveiligheid ons dat een nieuwe salafistische stroming, het ‘Madkhalitisch’ salafisme in 2019 een erg grote groei kende. Die extremistische islamstroming koestert een grote afkeer van de democratie en van een ‘inclusieve’ samenleving en ijvert voor een totalitaire religieuze staat. Een van de belangrijkste doelgroepen van deze stroming blijken kinderen van migranten. Die wil men tegen de democratie ophitsen.
Gevaarlijke totalitaire bewegingen proberen vaak de ziel van het kind te winnen om de maatschappij op een totaal andere basis te vestigen. Denk maar aan de vele jongeren die Mao als strijders en beulen inzette in zijn culturele revolutie die miljoenen mensen het leven kostte, of aan de Hitlerjugend. Om deze vijanden van de ‘open samenleving’ het hoofd te bieden en de democratie als systeem te verdedigen is het onderwijs essentieel. Leerlingen kunnen er leren dat de democratie weliswaar niet perfect is, maar veel meer voordelen kent dan alle andere politieke systemen zoals een dictatuur of een theocratie. In sommige nieuwe schoolboeken voor Vlaamse scholieren doet men echter precies het omgekeerde : achter de democratie worden alleen vraagtekens gezet. Totalitaire systemen zoals de eenpartijstaat in China worden erg positief bejegend.
Democratie niet beste bestuursvorm ?
Een van de meest gebruikte handboeken in het Vlaams onderwijs voor het vak Cultuurwetenschappen is het Socius-handboek, uitgegeven door de katholieke Zonnestraal-uitgeverij Averbode. De visie op democratie die de leerlingen in dat handboek meekrijgen, omschrijven de auteurs in het boek voor de zesdejaars ASO als volgt : ‘Hoewel de democratie als bestuursvorm vaak voorkomt, heb je ook gezien dat het hier niet per definitie de beste bestuursvorm hoeft te zijn.’
Dit is de boodschap die leerlingen die misschien al neigen tot radicalisme, in vele klassen in het Vlaams onderwijs horen. Het Socius-handboek dreigt hen te versterken in hun vooroordelen. In het handboek voor de vijfdejaars krijgen de leerlingen louter argumenten tegen de democratie voorgeschoteld. In het hoofdstuk ‘Politieke en sociale filosofie’ dist men de leerlingen citaten op zoals ‘democratie is de tirannie van de meerderheid’. Dat leerlingen kritisch leren nadenken over alle politieke stelsels is prima. Maar nergens worden tegen eenzijdige en vaak onjuiste stellingen over de democratie tegenargumenten geboden of gevraagd.
Chinese propaganda
Dat staat in schril contrast met de onaanvaardbaar meegaande manier waarop de auteurs van het schoolboek de huidige Chinese eenpartijstaat bejegenen onder de titel ‘alternatief voor de democratie ?’ De leerlingen moeten daarbij naar de TED-talk kijken van Eric X. Li die op een bijzonder eenzijdige wijze het autoritair Chinees systeem als alternatief voor de democratie afschildert. Voor zijn lofzang op het succes van de Chinese eenpartijstaat wordt Eric X. Li hard aangepakt door tal van politieke wetenschappers. Velen zien hem als een propagandist voor die ‘postlinkse’ dictatuur.
Maar waar de auteurs van het Socius-handboek alleen kritiek op de democratie verzamelen, valt hier plots alle kritische zin weg. De Vlaamse scholieren moeten braaf X. Li’s argumenten voor een eenpartijstaat herkauwen, zoals de snelheid en efficiëntie van het Chinese regime. (In het licht van de Coronacrisis leek dat regime aanvankelijk nochtans allesbehalve efficiënt, net omdat het andere stemmen de mond snoert.)
De Vlaamse regering kan dan wel fraaie overkoepelende eindtermen zoals ‘burgerschap’ in de eindtermen opleggen, wanneer belangrijke schoolboeken de democratie zelf in vraag stellen, blijft dat een druppel op een hete plaat.
Een weerbare democratie ?
Wie een beetje vertrouwd is met het academische milieu of de pedagogisch wereld, weet dat ze daar almaar vaker openheid en pluralisme inruilen voor een zogenaamd progressief maakbaarheidsdenken en sociaal constructivisme – nu de dominante stroming bij Vlaamse onderwijspedagogen. Dat progressieve maakbaarheidsdenken lijkt hoe langer hoe meer een opgelegde pensée unique. Waar in de jaren negentig van de vorige eeuw het bij ‘zwarte zondagen’ groeiende extreemrechts terecht als een probleem gold, ziet men vandaag ook democratisch rechts steeds meer als een probleem.
De moralistische verwerping die men aanvankelijk reserveerde voor extreemrechts, kent steeds meer uitbreiding naar democratische groepen en ‘deplorables’. Democratie leeft echter net dankzij de dynamiek tussen verschillende maatschappijopvattingen. Door de steeds kleinere bandbreedte van dat wat milieus zoals het onderwijs of de media als weldenkend beschouwen, verstikt men het democratisch debat.
Ook scholieren zouden op kritische wijze diverse levensbeschouwingen en politieke stromingen moeten kunnen duiden en bespreken. Wat de Socius-handboeken brengen, is daarvan een aanfluiting. Men verzuimt het niet alleen om de leerlingen te laten nadenken over de sterke kanten van de democratie en een open samenleving. Daarboven geeft men propagandisten van de Chinese eenpartijstaat kritiekloos vrij spel om onze leerlingen hun argumenten in te lepelen. Niet de salafistische stromingen zijn het gevaarlijkst voor onze Vlaamse scholieren en de democratie. Wel handboeken zoals die van Socius, waarin wij de indruk geven niet meer in de democratie te geloven. Erger nog: waar wij dit gebrek aan geloof in een weerbare en inclusieve democratie leren aan de jonge generatie.