Koning gaat boekje te buiten om regering te vormen
De koning consulteert de partijvoorzitters. De koning geeft een opdracht aan Egbert Lachaert. De koning vraagt hem om een regering te vormen met een brede meerderheid. Het blijft verbazen dat politiek en media dit alles normaal vinden en zomaar slikken. Nochtans is het zonneklaar dat de monarch hier zijn boekje te buiten gaat.
Federaal machtsvacuüm
De rol die het staatshoofd normaal speelt bij de regeringsvorming vloeit voort uit artikel 96 van de Grondwet. ‘De Koning benoemt en ontslaat zijn ministers’. Dit is enkel van toepassing als de regering ontslagnemend is. Als er dus ministers benoemd moeten worden. Vandaag hebben we echter een regering die niet ontslagnemend is. Ze regeert met volheid van bevoegdheden. Zolang dat het geval is en de regering geen ontslag neemt, kan de koning geen formele beslissingen nemen met het oog op een regeringsformatie. Dat was ook de mening van het kruim van de Franstalige constitutionalisten die de krant Le Soir hierover ondervroeg op 22 mei. Zij antwoordden allemaal hetzelfde. ‘Le Roi n’a pas à prendre d’initiative pour former une coalition’ (zoals de titel van het artikel luidde).
Legitimiteitswinst
Ongetwijfeld is het Paleis er ook als de dood voor dat de partijvoorzitters op eigen initiatief een nieuwe coalitie zouden kunnen vormen, zonder tussenkomst van de koning. Dat zou natuurlijk het fabeltje doorprikken dat er in een ‘ingewikkeld land als België’ absoluut een koning nodig is om een regering te kunnen vormen.
Het is geen toeval dat het Paleis pas in actie kwam op het moment dat Paul Magnette en Bart De Wever achter de schermen vooruitgang boekten en er een mirakel in de maak leek. Door het tweetal alsnog een koninklijke status te verschaffen, hoopte de koning de pluim voor dit verwachte succes op zijn hoed te kunnen steken en zo legitimiteitswinst te boeken. ‘Wat was dat toch een meesterzet van koning Filip om De Wever en Magnette aan te stellen ! Wat een geluk toch dat we een koning hebben’, zouden onkritische journalisten dan geschreven hebben.
Zwakke premier
Het is vooral premier Sophie Wilmès die hier met de billen bloot staat. Constitutioneel gezien is het aan haar, als volwaardig premier, om de politieke situatie te ontwarren. Het maakt daarbij in principe geen enkel verschil uit dat zij een minderheidskabinet leidt. Zoals dat gaat in elk land met een minderheidsregering (en dat zijn er heel veel) moet de premier in het parlement op zoek gaan naar een meerderheid. Zij moet met de oppositiepartijen onderhandelen over gedoogsteun bij een vertrouwensstemming, over steun voor de begroting en de wetsontwerpen, of over een uitbreiding van de coalitie. Pas als zij het ontslag van haar regering indient, komt de koning aan zet.
Dat de premier die normale rol niet kan of wil opnemen, illustreert vooral hoe zwak zij is. Met een Jean-Luc Dehaene of Guy Verhofstadt als premier zou het ondenkbaar zijn dat de koning ongrondwettelijke initiatieven neemt om een nieuwe regering te vormen. Dehaene of Verhofstadt zouden zelf dag en nacht in de weer geweest zijn om uit de impasse te geraken (en liefst premier te blijven). Maar Wilmès staat erbij en kijkt ernaar. Triestig.
Politieke verantwoordelijkheid
Al is dat strikt constitutioneel gezien ook niet helemaal waar. We mogen niet vergeten dat alle handelingen van de koning vallen onder de politieke verantwoordelijkheid van de regering. Dat geldt ook voor alle beslissingen inzake de formatie. In normale omstandigheden is dat een juridische fictie. Als de regering ontslagnemend is kan ze niet ter verantwoording geroepen worden in het parlement. Maar nu is de regering helemaal niet ontslagnemend. Dit betekent dat de politieke verantwoordelijkheid van de regering wél ten volle speelt. En dat de regering wél ter verantwoording kan worden geroepen voor alle regeringsvormende initiatieven van de koning.
Waarop wachten de Kamerleden om premier Wilmès hierover met hoogdringendheid te interpelleren ? Waarom kregen De Wever en Magnette wél een koninklijke status en de ‘drie koningen’ (Bouchez, Coens en Lachaert) niet ? Wat waren precies de redenen om uitgerekend aan Egbert Lachaert een nieuwe koninklijke opdracht te geven ? Waarom heeft de koning hem gevraagd om een ‘brede meerderheid’ tot stand te brengen en niet opnieuw een minderheidsregering te vormen ? En de meest pertinente vraag van al : Waarom krijgt één Belgische kiezer op vijf (al wie stemde voor Vlaams Belang en PVDA/PTB) alweer een welgemeende fuck you van de koning ?
Voor dit alles is premier Sophie Wilmès, als regeringsleider, volledig politiek verantwoordelijk. Als ze hierover wordt geïnterpelleerd in het parlement, dan mag men verwachten dat ze een omstandige uitleg heeft voor de recente initiatieven van de koning. Tenminste als België nog een democratie is.