Korpschef Brussel-Zuid pleit voor snelrecht binnen de 48 uur
Naar aanleiding van een aantal rellen van Blankenberge tot Schaarbeek en van Anderlecht tot aan de Blaarmeersen te Gent laat de kersverse korpschef van Brussel-Zuid, Jurgen De Landsheer, zijn licht schijnen op de Brusselse probleemwijken. ‘In onze wijken hebben we terrein moeten prijsgeven. Wij komen er nog wel. De wijkagent doet wat hij moet doen. En als het ergens brandt, sturen we de interventie eropaf. Maar dit is niet genoeg’ (HLN 22/08). De Landsheer is vast van plan om terrein terug te nemen. Of hem dit zal lukken, is zeer de vraag.
‘Schrik om iemand te arresteren’
Jurgen De Landsheer is een uitstekend politieman, goed opgeleid, met branie en lef. Durft de zaken te benoemen en aan te pakken. In Geraardsbergen zette hij als korpschef in de woelige binnenstad orde op zaken. Hij stuitte ook op de grenzen van de mogelijkheden van zijn korps, want de problemen waarmee de politiemensen tijdens interventies te maken krijgen, zijn veel hardnekkiger en moeilijker aan te pakken dan gedacht. Dit leidde soms tot uitputting van een aantal politieagenten. Sommige ordehandhavers bezweken onder de druk op het werkveld. Ze haakten af omdat ze geen gehoor vonden bij de oversten en de beleidsmakers, die graag verbloemen en recht praten wat krom staat om hun electoraat gerust te stellen.
Maar wat in het provincienestje Geraardsbergen al tot spanningen leidt, manifesteert zich exponentieel in een grootstad zoals Brussel. Zo deed burgemeester Catherine Moureaux (PS) de rellen op oudejaar in Sint-Jans-Molenbeek af als ‘een verkeerde manier van feesten van onze jeugd’. Grotesk ! Een kaakslag voor iedere politieagent in Molenbeek.
In Het Laatste Nieuws onderstreept korpschef De Landsheer dat de politieagenten schrik hebben om iemand volgens het boekje te arresteren. Het is intussen een publiek geheim dat de politie zich uit bepaalde wijken heeft teruggetrokken. Tijdens de arrestatie in Schaarbeek kregen de ordehandhavers af te rekenen met een op hol geslagen, vijandige horde. Wapens werden getrokken.
Snelrecht binnen de 48 uren
Terwijl iedereen snakt naar doortastende oplossingen, pleit Matthias Vanden Borre — Brussels parlementslid voor de N-VA — voor een debat ten gronde over wat er in de probleemwijken fout loopt. Korpschef De Landsheer legt intussen de vinger in de wonde : er is geen plaats in de gevangenis. ‘Snelrecht ? Je moet algauw drie à vier maanden wachten. Soms zes.’ Het gevangeniswezen is hopeloos verouderd. In vele gevallen vormt het een toegangspoort tot de criminaliteit en de marginaliteit.
De Landsheer wil snelrecht binnen de 48 uur. Hij wil meer blauw op straat en pleit voor het oprichten van Lokale Integrale Veiligheidsantennes, een verzamelbekken van stadswachten, straatvegers, een coördinator van de gemeente, een hoop sociale diensten… en de politie. Daarmee wil hij terrein terugpakken. De politie moet toegankelijker en meer divers worden, lokaal gaan rekruteren en… voetbalmatchen organiseren tussen de jongeren uit probleemwijken en politiemensen. Nou ja, doorwinterde straatvechters met straatvegers en voetbalmatchen te lijf gaan… Politiek correct is het wel, maar efficiënt ? Onderschat korpschef De Landsheer de problemen ?
Parochiale cultuur
Teun Voeten woonde een behoorlijke tijd in een probleemwijk in Sint-Jans-Molenbeek. Volgens de oorlogsfotograaf en publicist heerst er een sterke ‘parochiale cultuur’. ‘Laag-Molenbeek is een etnische enclave van een zeer gesloten gemeenschap. Daarop heeft zich een toenemend islamisme gevestigd, een onderstroom die steeds belangrijker wordt. Vrouwen krijgen de raad een hoofddoek te dragen, en als ze dat niet doen, worden ze geïntimideerd.’
De Franse onderzoeker en Midden-Oosten-kenner Bernard Rougier maakt gewag van ‘een islamitisch ecosysteem’. Het gaat om een cluster waarin via de moskee, sportclubs, kebabzaken, scholen, halalslagers, markten… een fundamenteel religieus discours wordt gebracht, met daaraan een politieke boodschap gekoppeld. Zo controleert en synchroniseert men gedragingen.
Integratie in de ‘vijandige’ samenleving beschouwt men als zondig. Wie niet gehoorzaamt, is geen moslim meer. ‘Iedereen in de banlieue kent de tien nietigverklaringen, wat je wel en niet mag doen als moslim.’ De porositeit tussen criminaliteit en deze eenzijdige religieuze beleving is volgens de Franse onderzoeker kenmerkend. Voeg daarbij de diepe sociaaleconomische kloof, de enorme spanning die jongeren ondervinden omdat ze tussen twee of meerdere totaal verschillende culturen leven en de straatcultuur en je krijgt algauw een explosieve mix waar een tergend zwakke overheid geen raad mee weet.
Bovendien vormt Brussel een mozaïek aan versplinterde gemeenschappen. Maar ook in Vlaanderen loopt de integratie niet van een leien dakje. De schrijnende werkloosheidscijfers en de tragische statistieken in verband met de schooluitval getuigen daarvan.
Een drang naar capitulatie
Volgens Robert Putnam (2007) is deze ontwikkeling te wijten aan de superdiversiteit van onze samenleving. Volgens Putnam creëert het dwangmatig nastreven van diversiteit verminderde solidariteit en sociale isolatie.
Teun Voeten maakt gewag van een drang naar capitulatie. Het steevast weigeren om de problemen te benoemen vormt daar een eerste aanzet van. Daarnaast roept men iedere relschopper uit tot notoir slachtoffer. De laatste excuses die men onder andere in Terzake aansleepte om de rellen te kaderen, waren de verzengende hitte van begin augustus en de stringente corona-maatregelen die jongeren de nodige stress bezorgen. Tot slot wordt het falen van de samenleving als ultiem argument naar voor geschoven. Het structurele racisme.
Uiteraard heeft korpschef De Landsheer overschot van gelijk als hij pleit voor een goed functionerende justitie die heel kort op de bal speelt. Delinquente jongeren moeten binnen de 48 uren worden veroordeeld, niet na zes maanden. Delinquente jongeren en hun familie moeten ook op de voet worden gevolgd. Bij het minste vergrijp moeten ze streng worden gestraft. Niet door ze op te sluiten in een gesloten instelling, maar door ze in een doorgedreven programma van re-integratie in te schrijven. Tot slot moeten de gesegregeerde wijken worden opengebroken.
In Denemarken is de politieke overheid in haar plannen al vergevorderd. Ook in Nederland zit de discussie intussen in een embryonaal stadium. Men beseft stilaan dat de vele miljarden die het opkalefateren van de wijken en allerlei ondersteunende maatregelen hebben gekost, weinig tot niets hebben opgeleverd. Met straatvegers, stadswachten en voetbalwedstrijden gaan we de vicieuze cirkel niet doorbreken. Dat is intussen wel duidelijk.