Men moet geen politicoloog zijn om vast te stellen dat de Vivaldi-regering, die pas anderhalf jaar na de jongste verkiezingen met veel moeite tot stand kwam, met haken en ogen aan mekaar hangt. De programma’s van de zeven kleine partijen die er deel van uitmaken, zijn zeer uiteenlopend en zelfs vaak tegengesteld. Regelmatige botsingen zijn bijgevolg onvermijdelijk. Er hebben er zich trouwens al een aantal voorgedaan en dit ondanks de wittebroodsweken van het nieuwe kabinet. CO2-belastingen, sluiting van de kerncentrales, abortus, aanpak van de pandemie gaven reeds allemaal aanleiding tot gekibbel … Het zou echter fout zijn hieruit te concluderen dat die veelkleurige coalitie het niet lang zal volhouden. Ze is ontstaan uit angst voor de kiezer en diezelfde angst is de materie waaruit de sokkel werd gemaakt waarop ze steunt. Die is sterk genoeg om ervoor te zorgen dat deze wankele constructie toch overeind kan blijven. Wel moet de vraag gesteld worden of een staat waarvan de regering het alleen maar uithoudt omdat de partijen waaruit ze samengesteld is, als de dood zijn voor verkiezingen, nog echt democratisch bestuurd wordt. Als je daarbij nog rekening houdt met het feit dat ze in Vlaanderen zelfs niet over een parlementaire meerderheid beschikt, ligt het antwoord voor de hand.
Big Brother
Wat echter vooral niet uit het oog mag verloren worden, is dat een kat in het nauw bijzonder rare sprongen kan maken en op dat vlak laat de ploeg van De Croo junior zich zeker niet onbetuigd. Er wordt immers een aantal maatregelen en wetgevende initiatieven in het vooruitzicht gesteld die vanuit een democratisch oogpunt bekeken bijzonder bedenkelijk zijn. De plannen om op kerstnacht drones in te zetten om na te gaan of de burgers zich aan de coronavoorschriften houden, spreken boekdelen. Het is ontegensprekelijk de plicht van de overheid om ervoor te zorgen dat maatregelen om de volksgezondheid te vrijwaren wel degelijk toegepast worden. Iedereen kan echter aanvoelen dat een grens wordt overschreden wanneer men hiervoor nu ook beroep gaat doen op elektronische apparatuur om de burger nauwlettend in de gaten te houden. Wie dit omwille van de strijd tegen de pandemie als gerechtvaardigd beschouwd, zal vlug ondervinden dat het niet lang zal duren om ze ook voor andere zaken als aanvaardbaar te doen doorgaan . De Fransen hebben hier een naam voor : “L’oeuil de Moscou”.
Transparantie wat is dat?
Op 10 december konden we uit Het Laatste Nieuws vernemen dat er omtrent de coronaplaag twee verschillende rapporten worden opgesteld. Het ene is bestemd voor het vulgum pecus, u en ik dus. Het andere bevat confidentiële informatie. De inhoud ervan mag alleen door leden van de regering en door enkele ‘specialisten’ worden gelezen. Volgens de verrezen socialist Frank Vandenbroucke, Minister van Volksgezondheid, is dit bedoeld om de bevolking niet in verwarring te brengen. Dat uit het recentste van die geheime rapporten kon vernomen worden, dat van de 110.000 mensen die in november uit het buitenland zijn teruggekeerd, er slechts 154 werden getest, laat echter vermoeden dat er andere redenen voor deze geheimhouding bestaan. Wat er ook van zij : dit getuigt niet van transparantie in het beleid. Iets dat nochtans in een democratie als vanzelfsprekend zou moeten worden beschouwd.
Censuur
Wat ons echter bijzonder bezorgd moet maken, zijn de plannen van het beleid om de vrije meningsuiting aan banden te leggen. De regering weet dat ze in meerdere of mindere mate de steun van de kranten en van de audiovisuele media heeft. Het grootste gedeelte van de zogenaamde cultuursector en heel wat academici zijn haar ook gunstig gezind. In die kringen is het immers ‘trendy’ om minachtend te doen over al wat Vlaams en volks is en wordt er bijgevolg een ware afkeer gekoesterd t.o.v. van de V-partijen die door de huidige coalitie, ook al zijn ze de grootste van het land, in de oppositie werden geduwd. De jongste verkiezingen hebben echter aangetoond dat de electorale impact van al die instanties bijzonder klein is. Dit zou dan voornamelijk te wijten zijn aan de sociale media waarvan enerzijds de huidige oppositiepartijen en dan vooral het VB tijdens de campagne veel gebruik gemaakt hebben en waarop anderzijds gewone mensen nog hun eigen mening kunnen ventileren. In de traditionele media komt die immers steeds minder aan bod vermits die steeds selectiever zijn met betrekking tot lezersbrieven die ze nog willen publiceren (bij De Standaard is dit bijzonder opvallend). Jan met de pet heeft bovendien ook allang geleden vastgesteld dat er een diepe kloof gaapt tussen wat hij denkt en de standpunten die de dagbladen in hun opiniërende stukken verdedigen. Er resten hem dus nog alleen de sociale media om voor zijn overtuiging uit te komen. Het regime heeft er bijgevolg alle belang bij om die te controleren. Er wordt dus al luidop gedacht aan het bij wet beperken van wat partijen mogen uitgeven voor reclame op de sociale media (terwijl ondertussen al besloten werd om de financiële steun die de politieke partijen van de staat ontvangen te indexeren !)
Dit is slechts een begin. Met het oog op een zo efficiënt mogelijke bescherming van de vrije meningsuiting voorziet onze grondwet dat wat ‘drukpersmisdrijven’ wordt genoemd, uitsluitend door een hof van assisen, t.t.z. door een volksjury mag worden behandeld. Die bijzonder gecompliceerde procedure moet ervoor moet zorgen dat de parketten niet al te snel vervolgingen zullen inspannen die op het uiten van een mening betrekking hebben. Het is daarom dat Multatuli, Victor Hugo, Karl Marx en nog vele anderen hun boeken ooit bij ons zijn komen uitgeven. Omwille van electorale overwegingen (het beperken van wat op de sociale media door de oppositie kan gepubliceerd worden), maar ongetwijfeld ook om zich te schikken naar de dogma’s van de heersende politiek correcte ideologie heeft Minister van Justitie, Vincent Van Quickenborne, in een commissie van de Kamer aangekondigd dat hij de bedoeling heeft om wat hij haatspraak en islamofobie noemt, te laten correctionaliseren, met andere woorden door een gewone rechtbank te laten behandelen en dus gemakkelijker vervolgbaar te maken. Niet onlogisch van zijnentwege : wie schrik heeft van de kiezer, stelt geen vertrouwen in een volksjury. Wat hij wil bereiken, is dat wie het aandurft om kritiek op de islam te uiten voor de rechter zal moeten verschijnen. Maar hij wil ook de vrije meningsuiting aanpakken, want haat is immers een bijzonder breed containerbegrip waar je van alles kan insteken.
1984
Vlaams mediaminister Benjamin Dalle van zijn kant heeft dan weer laten weten dat hij middelen gaat uittrekken om een “sectorbreed gedragen fastcheckplatform” op het getouw te zetten. Dit zou dan fake news moeten bestrijden. De regering zal dan kunnen bepalen wat de waarheid is en dus wat bekendgemaakt mag worden en wat niet. Een “Ministerie van de Waarheid” zoals dat waarvan sprake is in het prachtige boek 1984 van George Orwell. Deze linkse Engelse intellectueel was tijdens de Spaanse burgeroorlog als vrijwilliger in een Internationale Brigade tegen Franco gaan vechten en had er ervaren hoe de communisten de mond snoerden van iedereen die in het Republikeinse kamp met hen van mening durfde verschillen. Die ervaring inspireerde zijn roman, die als een scherpe waarschuwing tegen de methodes van het totalitarisme bedoeld is .Daarin maakt hij ook gewag van wat hij new speak noemt, een woordenschat die aan de burgers wordt opgedrongen om hen op die wijze van bepaalde politieke ideeën te doordringen. Die voorspelling is al gedeeltelijk uitgekomen. Zo worden wij nu al geacht het woord blank door wit te vervangen en er zijn nog wel wat andere voorbeelden in die zin. Iedereen weet intussen wat ‘jongeren’ betekent. In zijn boek wordt ook gewag gemaakt van toestellen die door Big Brother gebruikt worden om de mensen te bespioneren.
Dalle bevestigt trouwens onbewust dat hij totalitaire bedoelingen heeft. Zo verklaarde hij letterlijk dat bij ons “de politiek niet mag gedomineerd worden door polarisering en polemiek”. Er zijn inderdaad staten waar dat het al het geval is : Noord-Korea, de volksrepubliek China, Cuba, etc.
Om die totalitaire tendens te bestrijden, moet zeker niet op de media worden gerekend. Ze zijn niet alleen regeringsgezind maar ook nog, net zoals de Vivaldipartijen, trouwe aanhangers van de politieke correcte heersende ideologie EN DUS OVERTUIGD VAN HUN MORELE SUPERIORITEIT. Ze staan om het met de woorden van voormalig eerste minister Michel te zeggen “aan de goede kant van de geschiedenis”. Die quasireligieuze manier van denken maakt dat ze menen dat alle middelen verantwoord zijn voor het bestrijden van hun politieke tegenstanders want die vertegenwoordigen als het ware HET KWAAD zelf. In de middeleeuwen zouden zij die als dienaars van DE BOZE hebben voorgesteld en dus…
Hoog tijd om te beseffen dat er van vrije mening niet langer sprake kan zijn, wanneer het bewind meent te mogen bepalen wat al dan niet de waarheid is en ervan bewust te worden dat het buiten kijf staat dat de huidige regering die wel eens aan banden zou kunnen leggen. Het komt erop neer dat die vrije mening nog slechts één verdediger heeft : het volk en het volk, dat bent u.
Het wachtwoord voor 2021 luidt bijgevolg : MOBILISATIE.
door Francis Van den Eynde in Knooppunt DELTA vzw.
Foto’s (c) Gazet van Hove.