Vlaamse leerlingen glijden voor wiskunde en wetenschappen af naar de internationale middelmoot. In het nieuwe TIMSS-onderzoek gaan de scores van onze tienjarigen op vier jaar tijd significant achteruit. Vooral de meest kwetsbare leerlingen – zeker de kinderen die thuis geen Nederlands spreken – zijn de dupe. “We kunnen ons de hele discussie over de nieuwe eindtermen niet meer permitteren nu. De lat móet gewoonweg hoger, in alle scholen, in héél Vlaanderen”, zegt Vlaams minister van Onderwijs Ben Weyts.
De Trends In Mathematics and Science Study (TIMSS) toetst elke vier jaar de kennis van wiskunde en wetenschappen bij tienjarigen in het vierde leerjaar. We kennen nu de resultaten van de TIMSS die in 2019 werd afgenomen bij 4.665 leerlingen in 147 Vlaamse scholen. Die resultaten kunnen vergeleken worden met de resultaten van de TIMSS uit 2015 en met de scores van leerlingen in 57 andere landen. De conclusie is ontnuchterend: de scores van onze leerlingen verslechteren zienderogen en internationaal glijden we weg naar de middelmoot.
Wiskunde : Vlaanderen niet meer bij de top
Voor wiskunde (getallen, geometrische vormen en meten, gegevens) gaat de gemiddelde score (532 op 1000) significant achteruit (-14 punten). Met een 17de plaats op 58 landen behoort Vlaanderen niet meer tot de top. Niet alleen Zuidoost-Aziatische landen zoals Singapore en Zuid-Korea doen het beter, ook bijvoorbeeld Engelse en Ierse tienjarigen doen het beter dan hun Vlaamse leeftijdsgenoten. Vooral de scores voor meten en geometrische vormen zijn achteruit gegaan ten opzichte van de meting in 2015. De scores van de Vlaamse leerlingen zijn relatief homogeen – er gaapt geen grote kloof tussen de zwakkere en de sterkere leerlingen – maar ook die homogeniteit brokkelt af omdat de sterke leerlingen ter plaatse blijven trappelen en de zwakkere leerlingen achteruit gaan. Slechts acht procent van onze tienjarigen haalt trouwens het hoogste niveau voor wiskunde. Slechts 1 op 3 leerlingen vindt wiskunde leren erg leuk.
Wetenschappen : in de staart van het peloton
Ook voor de wetenschappelijke vakken biologie, natuurkunde en aardrijkskunde is de gemiddelde score (501 op 1000) significant achteruit gegaan (- 11 punten). Met een 35ste plaats op 58 landen zit Vlaanderen in de staart van het peloton, ter hoogte van landen zoals Portugal en Kazachstan. Ook hier scoren de Zuidoost-Aziatische landen en enkele Angelsaksische onderwijssystemen bij de echte top. Vooral de scores voor aardrijkskunde en natuurkunde gaan er stevig op achteruit. Ook bij wetenschappen vergroot de kloof tussen leerlingen, omdat de zwakkere leerlingen almaar zwakker scoren.
Wie thuis geen Nederlands spreekt, scoort lager
Vooral de meest kwetsbare leerlingen en de anderstalige leerlingen zijn de dupe. Kinderen uit sociaal kwetsbare milieus scoren duidelijk slechter. En leerlingen die thuis geen Nederlands spreken, halen gemiddeld een lagere score. TIMSS bevestigt zo wat ook al uit PISA bleek : achtergrondkenmerken zoals de thuistaal spelen een grote rol in de onderwijsprestaties van leerlingen. Wie thuis geen Nederlands spreekt, scoort niet alleen voor taalvakken slechter.
Keuzes durven maken
“Ik ga de barslechte resultaten niet minimaliseren met enkele lichtpuntjes die ook in TIMSS zitten”, zegt Vlaams minister van Onderwijs Ben Weyts. “We moeten durven benoemen dat we aan het wegglijden zijn. Daarom is het zo belangrijk dat we doorgaan met de belangrijke hervormingen die nu in de steigers staan. Ten eerste gaan we een taalscreening afnemen in de derde kleuterklas, zodat we leerlingen met een taalachterstand sneller kunnen helpen. Ten tweede gaan we de eindtermen ook voor het basisonderwijs aanscherpen, met meer aandacht voor wiskunde en Nederlands en meer concrete doelen. Ten derde gaan we veel vaker in de spiegel kijken, door Vlaanderen-brede proeven af te nemen in het lager en in het secundair onderwijs. Het zal zeker 10 jaar duren voor we de effecten van al die hervormingen zien, maar we moeten deze keuzes durven maken.”
Foto’s (c) Gazet van Hove.