Pleidooi voor een verlicht materialisme
Hooguit wordt er hier en daar wat gepreveld over onthaasting, het herontdekken van traditionele waarden zoals gezin, huiselijkheid en zelf tomaten kweken, maar religieus kan men dat niet noemen. Er worden gelukkig ook geen heksen meer verbrand, het blijft bij geroezemoes op Twitter. God en Satan zijn morsdood, en ook corona kon hen niet reanimeren. Waaraan ligt dat, en is het een goede zaak ?
Armoede en ascese
Er is natuurlijk de wetenschap en de onttovering van de wereld, een fenomeen dat door de Duitse socioloog Max Weber (1864-1920) werd aangekaart: het magisch denken en het geloof in een metafysische orde zijn niet meer van deze tijd. De nieuwe priesters hebben witte schorten. Ook al wordt er gefoeterd op Marc Van Ranst, we geloven toch liever in de virologen, het labowerk, de Big Pharma en het reddende spuitje, dan in wijwater of gebeden.
Die intellectuele ommekeer, die haar gelijke niet kent in de geschiedenis, is vanuit de renaissance overgevloeid in de verlichting, en leidde dankzij de industrialisering tot de opstart van de echte motor van emancipatie : een actieve burgerij en nadien een brede middenklasse. Mensen die hun bestaan op orde krijgen, kunnen leven in plaats van overleven, zelfs wat geld opzij leggen, en dat alles in een min of meer stabiel en billijk politiek systeem waar ze ook vat op hebben. Waarom zouden ze nog in zoiets mistigs als een bestierend Opperwezen geloven, of een Boek dat alles uitlegt en voorschrijft ?
Rijkdom roep de duivel op
Voor het religieuze denken is dat slecht nieuws. De Kerk heeft het gevaar van het materialisme altijd beseft : rijkdom roept de duivel op. Ook al muntte ze zelf uit in barokke verblinding, met de Sint Pietersbasiliek in Rome als absoluut centrum. Het ideaal van armoede en ascese vertrekt simpelweg vanuit de logica dat lichamelijke verzorging, verbonden aan een zekere materiële welstand, mensen zelfstandig, slim en kritisch maakt. Net daarom was het beter alles aan de Kerk af te staan, en trok de Heilige Antonius, afkomstig uit een welgestelde familie, de woestijn in, om zich in de verzengende hitte aan visioenen over te geven. De woestijn, waar alle grote religieuze fata morgana’s ontstonden, ook die van ene Mohammed.
Een voorbeeldfunctie hebben die in lompen geklede profeten. Verstandige autoritaire regimes gooien het daarom op een akkoordje met de heersende clerus, teneinde bij het volk elke liberale ambitie de kop in te drukken en spirituele verdieping te verkiezen boven economische vooruitgang of intellectuele vrijheid. Dat is tot op vandaag de strategie van het theocratische regime in Iran. In de 19de eeuw ontstond de Christelijke arbeidersbeweging als een soort dam tegen de socialistische én liberale goddeloosheid : werkmensen mochten wel een menswaardig bestaan hebben, anders worden ze lastig, maar bescheidenheid was een deugd en men moest zijn plaats kennen in een door God geschapen wereld. Het plezier, de rijstpap met zilveren lepeltjes is iets voor na de dood. Noteer dat zelfs de huidige Paus Franciscus pleit voor een ‘arme kerk van de armen’.
De revolte van de boomers
Tot diep in de 20ste eeuw was de geëmancipeerde burgerij een elite, een pseudo-aristocratie die het nut van religie voor het gepeupel best wel inzag. Kerk en Kapitaal vormden een perfect tweespan. Pas na de Tweede Wereldoorlog kwam de fameuze middenklasse echt uit de verf, en synchroon voltrok er zich een drastische secularisering, een afname van de invloed van de katholieke Kerk in politiek, onderwijs, cultuur. Vandaag is het katholiek onderwijs nauwelijks nog katholiek (het zoekt zelfs nieuw cliënteel bij de moslimgemeenschap) en schaamt een christelijke partij als de CD&V zich bijna voor die eerste letter. Volgens recent telwerk gaat nog 6% van de Vlamingen ’s zondags naar de kerk. Dat was in de jaren 50 nog anders.
Men duidt mei ’68 aan als het grote keerpunt. Maar de secularisatie was toen al volop aan de gang, en men vergeet dat de studenten die de straatstenen uitbraken, zelf kinderen waren van mensen die een zekere welstand hadden bereikt dankzij het na-oorlogse Wirtschaftswunder. Mei ’68 was eerder het resultaat dan het vertrekpunt van een emancipatiegolf, anders waren die ‘revolterende’ studenten nooit op de unief geraakt. Dat de beweging gekaapt werd door cultuurmarxisten met hun Lange Mars door de Instellingen, heeft mogelijk wel te maken met het fils-à-papa-gehalte van deze kinderen-van-de-revolutie.
De dood van God, zoals Nietzsche het met gevoel voor drama én ironie betitelde, heeft dus een banale oorzaak : het verdwijnen van beperkte elites ten voordele van een consumerende én mondige meritocratie, doorgaans middenklasse genoemd. Mensen die geloven in eigen kunnen en dat koppelen aan een eis tot intellectuele vrijheid, met een minimum aan betuttelend gedoe. Vandaag versterken het internet en de sociale media dat nog : iedereen met een GSM, tablet of PC is een God in het diepst van zijn gedachten.
Het schaduwgevecht van de atheïsten
Het lelijke gezegde dat de moderne mens alleen nog afgoden aanbidt – zoals daar zijn : welstand, luxe, auto, huis, reizen, internet – gaat in wezen terug op het ascetisch ideaal van Sint Antonius. Hoe meer armoede, hoe meer spiritualiteit, hoe meer ‘echte’ beleving van het authentieke. Maar dat is natuurlijk een cirkellogica. Wat is echt, wat is authentiek ? De begrippen ‘afgoderij’, ‘bijgeloof’ en ‘blasfemie’ hebben alleen betekenis voor een gelovige. Je kunt God niet belasteren als je niet in Hem gelooft, en als je in geen enkel opperwezen gelooft, ben je ook geen a-theïst maar gewoon een naakte aap met een GSM.
De vraag blijft : is God er voor de armen ? En hoe pervers is de relatie tussen religie en armoede dan wel ? En hoe die link verbreken ? De verstokte atheïsten en vrijzinnigen voeren een schaduwgevecht met een God waarvan ze het bestaan ontkennen maar ook niet los van komen. Het was het levenslange kruis van Etienne Vermeersch. Het communisme heeft daarbij de wagen voor het paard gespannen : je emancipeert een mens niet door hem zijn religie af te pakken. Dat was ook een zware denkfout van de Franse Revolutie, met haar aan de hysterie grenzende christianofobie, de confiscatie van kloosters en kerken, het verbod op erediensten, en – toppunt van belachelijkheid – de instelling van de Cultus van het Opperwezen (Culte de l’Etre suprême), met Maximilien de Robespierre als een soort hogepriester.
Terwijl het veel simpeler is : geef de mens eten, drinken, een dak boven zijn hoofd en onderwijs, en de kerken lopen leeg. Op langere termijn wellicht ook de moskeeën. Dat is de clou van dit verhaal over materialisme en emancipatie : de islam is een schimmel die woekert op de allochtone onderkant van de samenleving. Hij is vandaag dé religie van het pauperisme, de wereldwijde mix van armoede en domheid, en vermoedelijk is het zelfs de hedendaagse toepassing van het bekende motto van Karl Marx : ‘Godsdienst is opium van het volk’ -door Lenin gecorrigeerd tot ‘voor het volk’, namelijk door de machthebbers.
Islam, armoede en geweld
De islam is ontegensprekelijk in opmars, vooral in onderontwikkelde landen. Soms neemt hij de vorm aan van een staatsgodsdienst, soms deze van een jihadistische terreurbende zoals Boko Haram in Nigeria. Overal ruikt het naar armoede en de daarmee gepaard gaande mentale achterlijkheid. Het voor velen van ons verbazingwekkende én onaanvaardbare gegeven dat we ons van het juk van de katholieke Kerk hebben ontdaan, om nu met het moslimfanatisme geconfronteerd te worden, moet economisch ontcijferd worden. Het gaat om een gebrek aan individueel en collectief vooruitgangsdenken, dat zich materialistisch moet vertalen, en dat lukt voorlopig niet.
Het probleem met migranten is niet hun huidskleur en zelfs niet hun taal, maar wel het feit dat ze armoede importeren waaraan een totalitaire religie vast hangt die de pauperreflex cultiveert. De welbekende BMW-Marokkaan wortelt in die achterlijkheid en ambieert tegelijk de westerse statussymbolen. Maar in plaats van hem het liberale arbeidsethos bij te brengen (werken voor die auto), wordt hij door links in een slachtofferverhaal geplaatst dat geen ruimte laat voor echte zelfverwezenlijking. Van daaruit wenkt dan de drugscriminaliteit als ‘alternatieve’ economie en snel-rijk-strategie. In die context blijft de religieuze logica van rancune en vergelding, de patriarchale clanmentaliteit, de tweedeling tussen gelovige broeders en ‘kafirs’, doorzinderen.
Deze jongeren moeten ‘bekeerd’ worden, maar de-radicaliseringsprogramma’s zijn even nutteloos als hen besprenkelen met wijwater. Pamperen is evenmin een oplossing. Het goede recept heet… onttovering. Niets zo goed tegen fundamentalisme als het autosalon met veel glitter en kredietfaciliteiten. Het besef dat het plezier van deze wereld is, en niet iets van het hiernamaals. Daartoe moeten ze in de ambities en de arbeidsmoraal van de middenklasse betrokken worden, waarin werken de sleutel tot succes en vermogen is, en niet het aanroepen van Allah.
Een antireligie-vaccin ?
Dat gebeurt niet in één dag. Maar de sleutel is wel degelijk economisch. De godsdienst moet ‘uitdrogen’ bij gebrek aan voedingsbodem, en daartoe lijkt me het klassieke liberalisme een geschikt vertrekpunt. Met een staat die als kerntaak heeft : het waken over de groei en bloei van een middenklasse waarop de onderlaag kan aansluiten. Faciliteer dat proces, investeer in onderwijs en opleiding, promotie en sociale mobiliteit, ondernemerscultuur.
Deze dynamische middengroep is meteen ook de motor van een vrije pers en een open debat. Zal de Koran hier stand houden ? Ik vrees het voor de ayatollahs. De ironie zal fataal insijpelen, zelfs in een fanatieke doctrine als de islam, en dan wenkt het lot van het katholicisme en zijn pastoorshumor.
Terugkerend waar we begonnen, de huidige pandemie : evolutiebioloog Richard Dawkins zag godsdienst als iets viraals, een besmettelijke ziekte die de menselijke intelligentie aantast en het bewustzijn doet verschrompelen. Maar een antireligie-vaccin, een uitroeiingsstrategie à la Robespierre, zal niet werken, en integendeel martelaars oproepen. Mohammedcartoons moeten zeker kunnen, maar ze zullen het moslimfanatisme niet uitroeien, eerder integendeel.
Natuurlijke immuniteit
Ik zou zeggen : laten we natuurlijke immuniteit creëren met dosissen verlicht materialisme. Het groteske discours van de cultuurstrijd is een late metafysische dwaling. God staat niet aan onze kant, en evenmin aan de overzijde. Het is de economie die de cultuur bepaalt, niet andersom. Of zoals Bertold Brecht zei : ‘Erst kommt das Fressen, und dann kommt die Moral.’ Geen intellectuele vrijheid zonder materiële onafhankelijkheid. Armoede maakt dom, dat is zelfs fysiologisch zo : ondervoeding doet het brein krimpen.
Geef die kluizenaar iets te drinken, te eten, een pak en een job, dat is goed tegen visioenen. Leve het autosalon, de meritocratie, de totale tewerkstelling, de vakanties naar het zuiden, de kalkoen met Kerstmis en de kreeft met Nieuwjaar. Alle plezier zit in het heden, schrap de ijle vooruitzichten op het hiernamaals. Helemaal tegengesteld dus aan de idealen van de blootvoetse Heilige Franciscus, met alle sympathie.
Ziezo, het is een beetje lang uitgelopen, dit epistel, maar God laat zich niet voor één gat vangen. Oeps, nu doe ik het zelf, spreken over wat niet bestaat. Theologie voor ongelovigen, dat is een vak dat ik nog wel wil geven als ze het me zouden vragen.
Ite, missa est.