www.doorbraak.be – door David Geens .

In dit tijdperk van ongebreidelde sociale media is er vaak geen filter meer in communicatie. De grenzen van wat je mag zeggen als mening of wat er juist discriminerend en strafbaar is, bevinden zich in een grijze zone. Het Interfederaal Gelijkekansencentrum (UNIA) kreeg hierover de afgelopen jaren steeds meer klachten zonder te weten wat het kon doen. Om die reden vroeg UNIA bij academici en universiteiten een onderzoek naar discriminerend taalgebruik of discours. Professor in de toegepaste taalkunde aan de VUB, Martina Temmerman, gaat in deze aflevering van Doorbraak Radio dieper in op dit onderzoek en hoe ze het gevoerd hebben.

Wat is discriminatie ?

Voor een onderzoek is het belangrijk om een duidelijke definiëring vast te stellen. ‘Letterlijk betekent discrimineren, een onderscheid maken tussen.’ Bij mensen handel je discriminerend als je ze in gelijkaardige situaties verschillend behandelt door factoren zoals geslacht, afkomst, geaardheid of huidskleur, zegt Temmerman. ‘In België is dit vastgelegd in de anti-discriminatiewetgeving met 19 verschillende discriminatiegronden.’ Maar dan gaat het over discriminerend handelen. Wat er nu specifiek werd onderzocht is discrimineren in taal, zegt Temmerman. Taalgebruik is ook een vorm van handelen.

In taal kan je dus ook een onderscheid maken tussen mensen, er een bepaalde naam aan geven of bepaalde groepen wegzetten, zegt Temmerman. ‘Bij discriminerende taal is het heel moeilijk om een onderscheid te maken tussen opinie en discriminatie.’ Het onderzoek gaat over die grens tussen vrije meningsuiting en discriminerend taalgebruik. Meer specifiek over haatdiscours of ‘hate speech’, zegt Temmerman. ‘Als deze boodschappen een overtuigende bedoeling hebben, dan is het een discriminerend discours.’ Zo worden groepen vaak als minderwaardig voorgesteld met minder recht op respect of gelijke behandeling.

Grijze zone in het taalgebruik

De definitie op papier is zeer helder, maar in taalgebruik is het veel moeilijker om discriminatie vast te stellen dan bij handelen. Het onderzoeksvoorstel kwam er van UNIA, zegt Temmerman. ‘Zij hadden het vaak moeilijk met vaststellen wat de grens is tussen vrije meningsuiting en strafbaar taalgebruik.’ Daarom hebben zij op linguïsten beroep gedaan om die grijze zone in kaart te brengen. Voor taalkundigen is dat zeer interessant. ‘We hebben geprobeerd om talige strategieën te definiëren die gebruikt worden om een haatdiscours onder de oppervlakte te produceren.’

Wij hebben die taal in de grijze zone bestudeerd, zegt Temmerman. ‘Volgens ons zitten daar verscheidene vormen van meningsuiting in die eigenlijk haat of zelfs geweld propageren.’ Dat is in sommige gevallen zeer impliciet en zeer indirect taalgebruik, volgens de professor, de lichtgrijze kant van het spectrum. Waar het openlijk racistisch is, gaat het om de donkergrijze kant van het spectrum. ‘Elke taal die onverdraagzaamheid versterkt of aanzet tot discriminerend handelen, vinden wij mogelijk discriminerend taalgebruik.’ Wij hebben dit in een heel uitvoerig rapport met allerlei voorbeelden voorgesteld aan UNIA, zegt Temmerman. Zodanig dat het centrum meer instrumenten kreeg om taaluiting te beoordelen.

Onderzoek op sociale media

Voor het onderzoek naar taalgebruik werden er 35 accounts gemonitord op sociale media. Die accounts kwamen van het hele politieke spectrum met de zeven grote Vlaamse partijen. ‘Oorspronkelijk wilden we het taalgebruik van invloedrijke mensen op sociale media onderzoeken.’ Maar influencers bleken achteraf geen of weinig relevantie te hebben. Daarom hebben we beslist om te focussen op het taalgebruik van politici, aldus Temmerman. ‘Zij willen een toon zetten op sociale media en mee het beleid bepalen of beïnvloeden.’ Daarvoor volgden de onderzoekers de officiële partij-accounts, de voorzitters en twee invloedrijke politici in de thema’s waarrond UNIA werkt. Voor twee maanden, één binnen en één buiten de verkiezingsperiode. Het onderzoek gebeurde al in 2019.

Er was geen verschil tussen de periodes, zegt Temmerman. ‘Onze politici zitten zowat constant in een verkiezingsmodus.’ Het was een kwalitatief onderzoek om talige procedés in kaart te brengen. ‘Dus de hoeveelheid voorbeelden maakte niet uit voor het onderzoek, want we willen weten hoe taal werkt.’ Uiteindelijk kwamen ze op ongeveer een honderd facebookberichten en tweets die relevant waren voor de vraag van UNIA. ‘Dus maar drie à vier procent van het gehele corpus berichten in de onderzocht periodes.’ Wat dus wel weinig is, maar dat is positief, meent Temmerman. De meeste politici zijn zich bewust van hun voorbeeldfunctie op het internet.

Het migratie-issue domineert

De duidelijke voorbeelden van discriminerend taalgebruik kwamen allemaal van Vlaams Belang. ‘Deze partij profileert zich zeer sterk op het migratie-issue en gaat daar soms in de richting van discriminerend taalgebruik.’ Strafbaar zijn de uitspraken wel nooit, zegt Temmerman. Politici weten ook heel goed wat je mag zeggen in Vlaanderen en wat niet, daar houden ze zich aan. ‘Het enige dat we konden doen met die uitingen was daar talige patronen in beschrijven.’ Zoals het voorstellen van mensen in twee tegengestelde groepen in de maatschappij. ‘Een insider- en een outsidergroep. Dat patroon vond je vaak in de communicatie.’

Andere patronen waren polariserend taalgebruik of het koppelen van bepaalde kenmerken aan bevolkingsgroepen. ‘Bijvoorbeeld het woord schurftmigranten voor de asielzoekers aan het station Brussel-Noord.’ De outsiders als bedreiging voorstellen of het expliciet overdrijven in taalgebruik gebeurt ook vaak, zegt Temmerman. ‘Woorden als opengrenzenbeleid of omvolking zien we hier vaak in terug terwijl dit helemaal niet bestaat. Dat zijn allemaal krachtige manieren om de realiteit voor te stellen waarmee je impact hebt op mensen die naar je luisteren. Ik vind het zeer belangrijk om naar die vormen van discours te blijven kijken.’ Jongeren moeten ook leren om kritisch om te gaan met taal en communicatie, zegt Temmerman. ‘Taal is belangrijk en het gebruik ervan is vaak niet zonder bedoeling.’

Foto’s (c) Gazet van Hove.