Binnenstad erkend als toeristisch centrum
De federale regering heeft het gebied binnen de Lierse vesten (de Nete en het afwateringskanaal) erkend als toeristisch centrum. Dit ministerieel besluit stond op vrijdag 2 april in het Staatsblad.
Deze erkenning geeft Lier de mogelijkheid om ook op zondagen handelszaken in het stadscentrum te openen. De erkenning komt er nadat de Vlaamse regering begin maart jl. een de aanvraag van de stad positief adviseerde. Dat gebeurde toen na een analyse door Toerisme Vlaanderen. Mensen uit Lier en omgeving zullen dus niet meer massaal naar Antwerpen lopen om op zondagen er massaal gaan aankopen doen, ze kunnen in de eigen omgeving blijven. De geldstromen blijven in de eigen regio.
Om als toeristisch centrum te worden erkend, moet een stad over een toeristisch onthaal beschikken en minstens één toeristische bezienswaardigheid hebben die jaarlijks minimaal 5.000 bezoekers lokt. Lier heeft dit met de Grote Markt, Begijnhof, kerken, musea, enz … Ook moeten er jaarlijks minstens 55.000 toeristen overnachten en moet de stad blijvend investeren in haar toeristische ontwikkeling.
Tekst Belgisch Staatsblad – 02.04.2021 – blz. 31022.
“Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg
30 maart 2021 – Ministerieel besluit tot erkenning van een gedeelte van het grondgebied van de stad Lier als toeristisch centrum in uitvoering van het koninklijk besluit van 9 mei 2007 betreffende de tewerkstelling op zondag in kleinhandelszaken en kapperssalons gevestigd in badplaatsen, luchtkuuroorden en toeristische centra, blz. 31085.”
Foto’s © Gazet van Hove.