Uit Nederlands onderzoek blijk er een onafhankelijk rechtstreeks effect van het aantal moslims in een gemeente op het aantal ziekenhuisopnames door Covid-19.
Religie en corona
Ook in Nederland doken bij de tweede golf van corona in 2020 berichten op dat vooral inwoners met een niet-westerse migratieachtergrond in het ziekenhuis werden opgenomen. Reden genoeg voor de religiewetenschappers Paul Vermeer en Joris Kregting om op zoek te gaan naar een mogelijk verband tussen de religieuze achtergrond en de verspreiding van Covid-19. Ze publiceerden daarover in het tijdschrift Religie & Samenleving (jrg 16, nr. 1 januari 2021, p. 6-23).
Vermeer en Kregting formuleerden twee hypothesen : Naarmate het relatieve aantal moslims hoger is in een gemeente zal ook het aantal ziekenhuisopnames voor Covid-19 hoger zijn. En ten tweede : Naarmate het relatieve aantal christenen in een gemeente hoger is, zal het aantal ziekenhuisopnames voor Covid-19 lager zijn.
Christenen en corona
De tweede hypothese bleef niet overeind in het onderzoek. Dat komt waarschijnlijk omdat de groep van christenen heel divers is in Nederland. Er zijn de cultuurkatholieken, maar ook de orthodoxe protestantse groepen. Die laatste zijn strikt en streng in de leer. Ze houden vast aan regelmatige bijeenkomsten die kunnen dienen als dense gathering. Zeg maar plaatsen van superverspreiding. In de eerste golf speelden die aanwijsbaar een grote rol in de verspreiding van corona in de ‘Bijbelgordel’ in Nederland.
Ook vandaag is er in Nederland discussie over kerkelijke bijeenkomsten van die streng religieuze christelijke groepen. Helaas was het voor de onderzoekers onmogelijk om de verschillende groepen christenen van elkaar te scheiden. Ze werkten op basis van de statistieken van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) die ze ter beschikking hadden.
Meer moslims, meer zieken
De eerste hypothese hield wel stand. Naarmate het aantal moslims in een gemeente groter is, is ook het aantal ziekenhuisopnames door Covid-19 hoger. Om zeker te zijn dat het geen valse correlatie is, werden de gegevens gekruist met leeftijd (70+), zwaarlijvigheid en bevolkingsdichtheid. Enkel bevolkingsdichtheid bleek een rol te spelen.
Moslims wonen vaker in dicht bevolkte wijken, het hoger aantal zieken is deels daaraan te wijten. De onderzoekers hadden graag ook nog andere variabelen binnen gebracht, zoals de taalbeheersing, het aantal kinderen of de bezoekcultuur. Maar het was niet mogelijk de gegevens daarover terug te brengen tot het gemeenteniveau. Daardoor was een toetsing in dit onderzoek niet mogelijk en wordt zoeken naar de oorzaken van het verband ook moeilijker.
Rechtstreeks verband
Toch valt het hoger aandeel moslims in het ziekenhuis niet enkel door de bevolkingsdichtheid te verklaren. De analyses tonen een rechtstreeks effect van het aantal moslims in een gemeente op het aantal ziekenhuisopnames uit die gemeente.
Waarom is dat zo ? Een statistisch onderzoek zoals dit kan dat helaas niet aantonen. Zeker niet als een aantal mogelijke factoren uit het onderzoek vallen (zie hoger). Toch brengen Vermeer en Kregting enkele mogelijke oorzaken aan op basis van literatuurstudies en andere statistieken.
Zo is aangetoond dat een substantieel deel van de moslims in Nederland op een zekere afstand van de samenleving staat. Dat heeft vaak etnisch-religieuze gronden. Ze hebben ook minder vertrouwen in de politiek. Er zijn ook groepen die echt in segregatie leven. Dat maakt het allemaal aannemelijker dat zij de regels van de overheid minder volgen of kennen. Met meer ziekenhuisopnames tot gevolg.
Niet-westerse migratie
Bovenstaande geldt niet alleen voor de moslimpopulatie in Nederland. Daarom is ook onderzocht of het percentage inwoners met een niet-westerse migratieachtergrond per gemeente een invloed heeft op het aantal ziekenhuisopnames. Dat blijkt zo te zijn. Maar het is onmogelijk om het percentage moslims en het percentage inwoners met een niet-westerse migratieachtergrond te scheiden. Hun samenhang is zo groot dat ze niet samen in een statistische analyse kunnen. Het onderzoek kan het relatieve effect niet bepalen van een islamitische achtergrond of een niet-westerse achtergrond.
De conclusie blijft dat er een onafhankelijk rechtstreeks effect is van het relatieve aantal moslims in een gemeente op het aantal ziekenhuisopnames voor Covid-19. Het effect is niet direct. Mensen worden niet besmet door allemaal samen een religieuze dienst bij te wonen. Het is een indirect effect van het behoren tot een religieuze groep, eventueel in combinatie met de niet-westerse migratieachtergrond.
En in België ?
In België is ons geen dergelijk onderzoek bekend. Dat is ook niet moeilijk. De overheden geven de postcodes van wie gehospitaliseerd is voor Covid-19 niet vrij.
Voor het aantal moslims per gemeente kan je terugvallen op het statistische werk van Jan Hertogen, een socioloog. Zijn recentste cijfers en hoe die cijfers zijn samengesteld vindt u op deze pagina. De Nederlandse onderzoekers konden putten uit de databank van het CBS, op basis van een breed onderzoek naar de beroepsbevolking. Maar Nederland is België niet, zeker statistisch niet.
Maar er is nog hoop voor de sociologen, eens de postcodes worden vrijgegeven van wie gehospitaliseerd werd, is een vergelijkbaar onderzoek mogelijk.