Een Spaanse vlieg in de soep
De Vlaamse socialisten veranderen dus nog eens van naam, nadat ze aan het begin van deze eeuw dankzij voorzitter/reclamejongen Patrick Janssens al eens de spuitwaterachtige benaming SP.A toebedeeld kregen. Het nieuwe wonderkind heet Conner Rousseau, die de naam Vooruit doorduwde en de partij meteen — wie verbaast het —, tot een beweging promoveerde.
Dat ging met een ware vaudeville gepaard, want het iconische Gentse cultuurhuis met socialistische roots mocht zich beroepen op de morele eigenaar van de naam. Het 19de -eeuwse kluwen van coöperatieven, van bakkerijen tot apotheken ten dienste van de werkmensch, vestigde in de Sint-Pietersnieuwstraat een volkshuis/feestzaal, dat uiteindelijk doorgroeide tot een kunstencentrum.
In de zomer van vorig jaar ging Conner met de Gentenaars eens praten, of beter, hij stelde hen voor een voldongen feit : vooruit met de Vooruit ! IJlings probeerden ze de naam nog te registreren bij het Europees Bureau voor Intellectuele Eigendom, maar ze waren één dag te laat : een mysterieuze dame, een zekere Esther Gómez García, was hen voor geweest. Een Spaanse vlieg in de soep. Geen twijfel mogelijk in wiens opdracht ze werkt.
Het stelen van een uithangbord, van je vrienden moet je het hebben. Van Conner mocht de naam gedeeld worden, maar dan zou het cultuurcentrum ten eeuwigen dage als een lokaal/stamkroeg van de Vlaamse socialisten aanzien worden. Neen, bedankt. Er zat voor de oude Voo?uit (let op het vraagteken) niets anders op dan op zoek te gaan naar een nieuwe naam, waarbij het publiek mocht kiezen tussen twee ronduit lachwekkende bedenksels : Pallas, verwijzend naar de Griekse godin van kunst en ambacht en tevens het Gents voor ‘paleis’ (klopt niet, zegt mijn informant uit de Arteveldestad), en Volxus waarin men het… West-Vlaams voor ‘volkshuis’ ontwaart. Een misnoegde hacker voegde op de digitale stembrief dan maar De Vooruit toe, wat prompt weer werd verwijderd. We weten ondertussen waarom : de stroppendragers hebben, hun bijnaam waardig, na wat gemopper een dading afgesloten met de Vlaamse socialisten, een overeenkomst waarvan de details zorgvuldig geheim worden gehouden maar waarbij elke insider weet dat er geld over tafel is geschoven.
Kleptocratie
Rechts verkneukelt zich bij deze diefstal — want dat is het — onder socialistische makkers. Het is alsof de N-VA zich zomaar zou herdopen tot Doorbraak, of het Vlaams Belang tot IJzerwake. Maar hoe komt het dat de linksen, altijd aan de goede kant van de geschiedenis en zich beroepend op morele superioriteit, elkaar zo beduvelen ? Wel het zit zo.
Een van de grote ideologen van het socialisme, de Franse anarchist Pierre-Joseph Proudhon, lanceerde het motto ‘Eigendom is diefstal’. In naam van de havenots mag en moet men dus onteigenen om de ongelijkheid recht te zetten. Helaas wordt het stelen bij deze Robin Hoods zo’n gewoonte, om niet te zeggen een tweede natuur, dat socialisten ook onder elkaar stelen, én van de armen. Zie het Samusocial-schandaal, waarbij Brussels burgemeester Yvan Mayeur (PS) en OCMW-voorzitster Pascale Peraïta (PS) giften voor daklozen in eigen zak staken.
We komen dan in een kleptocratie ofte graaicultuur terecht, waarin de voorzitter en de partij-elite het goede voorbeeld geven. Dus is Conner gewoon gaan inbreken bij oude vrienden, die zich moeten neerleggen bij de socialistische logica van het vernieuwde eigenaarschap in naam van de vooruit-gang.
De vraag is dan wel, wie er zou willen stemmen voor een partij met een gestolen naam, en voor de rest een onbestaande missie. Want dat is het echte punt dat hier een week geleden al werd naar voor gebracht : het postmoderne socialisme is een lege doos die alleen nog lucht bevat, geventileerd door eeuwig smilende mannen in witte sportschoenen. Conner Rousseau treedt in de voetsporen van Steve Stevaert zaliger en Patrick Janssens, de ene een goedlachse cafébaas, de andere een blitse reclamejongen. Janssens deemsterde na een politieke blitzcarrière weg, en werd voorzitter van voetbalclub KRC Genk tot ze ook daar genoeg van zijn loze praatjes hadden. Hoe het teletubbie Stevaert verging, weet ook iedereen. Ik wens het Rousseau niet toe, maar de kortademigheid van zijn denken en spreken voorspelt een roemloze afgang nog voor het goed begon.
Een socialistische partij leiden is dus een beetje als een schip zonder bestemming besturen én animeren. Ergens in de 20ste eeuw is het geloof in waarden en een betere samenleving geïmplodeerd, uitgerekend bij een zuil — pardon beweging — die grossierde in nobele principes. Nu de socialisten de arbeiders zijn kwijt gespeeld om zich vooral op de multicultuur en het groeiend electoraat van moslims te concentreren, moet de cultuurwereld beseffen dat de sociaaldemocratie in Vlaanderen geen verhaal meer heeft, behalve een vals-volks matekensgeneuzel. Dat ze in Gent eindelijk wakker worden en de rug rechten : Conner Rousseau is een ritselende beunhaas.
Er moet dringend meer humor en ironie aan de dag gelegd worden bij de door eigen volk bestolen ex-Vooruiters. Meer lef, meer spot, meer zelfspot zou geen kwaad kunnen. Vandaar de ultieme suggestie voor het gedupeerde cultuurhuis om alsnog een nieuwe, waardige en zinnige naam aan te nemen: ‘Caramba!’. Spaans voor zoiets als ‘miljaardenondedju!’, verwijst het naar de opstand van de Gentenaren in de 16de eeuw tegen Alexander Farnese. Met even veel letters als de gestolen naam bekt het bijzonder goed en krachtig, maar vooral verwijst het naar de geheimzinnige Esther Gómez García, die in de protocollen van het Europese merknamenbureau opduikt en de strovrouw blijkt van Conner.
Geen dank voor de tip, vloeken zijn hier altijd in de aanbieding. Aangenaam weekend nog.