Het gemeentebestuur heeft een akkoord bereikt met Defensie over het behoud van 23 beuken en 2 lindebomen in de historische dreef van Moretus aan de Holleweg en de Lintacker. Defensie herziet de oorspronkelijke eis om de 25 bomen boven een ondergrondse NAVO-kerosinepijpleiding te kappen. Er worden wel bijzondere voorwaarden opgelegd.
De Boechoutse dreef is 100 jaar. In het deel van de Holleweg zijn al 14 bomen gevallen. Uit veiligheidsoverwegingen wordt de dreef daarom afgesloten bij hevige wind. Maar ook droogtestress zorgt ervoor dat er regelmatig zware takken naar beneden vallen. Toen Defensie 23 beuken en 2 lindebomen boven een pijpleiding wilde vellen, diende de eigenaar van het deel aan de Holleweg een omgevingsvergunning in om zijn deel van de dreef te kappen en opnieuw aan te planten.
Burgemeester Koen T’Sijen : “Uit het advies van het Agentschap Natuur en Bos blijkt dat een volledige dreef geveld kan worden zodra een derde van de bomen is gevallen. Op dit moment is ongeveer 12% van de bomen in deze dreef gesneuveld. Met de bomen die Defensie wenste te kappen erbij, zou dit oplopen tot bijna 30%. Wanneer meer dan een derde van de beuken verdwijnt, zijn de andere beuken minder beschermd voor rukwinden en zonnebrand en wordt het veiligheidsrisico groter. Door het akkoord met Defensie, waarbij de bomen kunnen behouden blijven, kunnen we de huidige dreef voor langere tijd behouden.” Schepen van Omgeving Kris Swaegers vult aan : “Na het kappen van de dreef zouden er nieuwe bomen geplant worden. Maar een nieuwe, jonge dreef vervangt niet zomaar deze levende monumenten. We nemen het veiligheidsrisico zeer ernstig, en zullen de vitaliteit van de bomen inventariseren, de ecosysteemdiensten in kaart brengen en een sluitend beheerplan opstellen met de verschillende partners.”
Koen T’Sijen : “Omdat er erkend wordt dat er ingrepen nodig zijn, zoals ook blijkt uit bomenonderzoek, verlenen we een omgevingsvergunning onder bijzondere voorwaarden. Het gaat dan over dringende ingrepen als de veiligheid niet langer gegarandeerd is naar personen of woningen, of wanneer er een risico is op ernstige schade aan de kerosinepijpleiding. Schade aan deze leiding zou voor een echte natuurramp zorgen in de dreef. Er moet een begeleidingscommissie opgericht worden. Daarin zitten de eigenaar(s), vertegenwoordigers van de gemeente, instanties (Regionaal Landschap Rivierenland, Bosgroep Provincie Antwerpen Zuid) en overheden (Onroerend Erfgoed, het Agentschap voor Natuur en Bos, Defensie, Gecoro en Milieuraad), naast externe experten. Deze commissie zal de aanzet geven tot de opmaak van een beheerplan.”
Kris Swaegers : “Dat beheerplan moet de weg uitstippelen naar een gedragen visie over de toekomst van de dreef. Er moet daarbij ook nagedacht worden over een verjongingsmethode om de continuïteit en toekomst van de dreef te vrijwaren. Het tegengaan van verdere bodemverdichting en het behandelen van bestaande bodemverdichting is een belangrijk actiepunt. In afwachting van de opmaak van een beheerplan, worden er bijkomende studies uitgevoerd zodat er nu al gerichte ingrepen in functie van het verzekeren van de veiligheid en de gezondheid van de bomen kunnen uitgevoerd worden. Deze studies moeten worden gemaakt door vakmensen: bij boomanalyses moet er een European Tree Worker certificaat worden voorgelegd, zodat de grondigheid en kwaliteit van de studies worden gewaarborgd.”
De gemeente neemt hierbij een engagement inzake financiering (bomenonderzoek, trekproeven) en/of uitvoering van ingrepen (snoei, velling…) in ruil voor het behoud van het publiek toegankelijke karakter van de dreef.
Foto’s (c) Gazet van Hove.