De coronamaatregelen zijn (voorlopig) wat versoepeld. Pro Flandria zag zijn kans schoon om een colloquium te organiseren in zaal De Montil in Affligem. Titel van de avond was “Vlaanderen betaalt – de mythe van de omgekeerde transfers”. Aanleiding was de heruitgave van het gelijknamige boek van wijlen professor Juul Hannes.
Ondergrondse kanalen
Journalist Rik Van Cauwelaert en econoom Erik Buyst (KU Leuven) mochten het gebeuren op gang trappen. Zij lieten hun licht schijnen op de aanhoudende transfers van Vlaanderen naar Wallonië. Professor Buyst liet in zijn presentatie zien dat er in de 19de eeuw geen omgekeerde transfers liepen van het rijkere Brussel en Wallonië naar het armlastige Vlaanderen. Het argument dat door Franstaligen vaak wordt gebruikt om de huidige interregionale transfers te rechtvaardigen – namelijk dat Wallonië destijds Vlaanderen hielp – houdt dus geen stand. De hedendaagse geldstromen zijn een gevolg van belastingen, bijdragen aan de sociale zekerheid en uitkeringen. Officieel is er sprake van een herverdeling van middelen tussen personen, maar in de praktijk gaat het om belangrijke interregionale transfers (van het Noorden naar het Zuiden).
Rik Van Cauwelaert wees er bijkomend op dat voornamelijk de Brusselaars – en niet zozeer de Walen – van de geldstromen in de 19de en eerste deel van de 20ste eeuw hebben geprofiteerd. Meer concreet verrijkten de Brusselse industriële holdings (zoals Société Générale) die bevolkt werden door Franstaligen en voorname families (zoals Boël) zich op grote schaal. Volgens opiniemaker Van Cauwelaert loopt de huidige financiering naar Wallonië en Brussel verder dan louter via de sociale zekerheid. De columnist van De Tijd citeerde een voormalige CVP-minister, die aan duidelijkheid niet te wensen overliet: “Mochten de Vlamingen alle ondergrondse kanalen van financiering kennen naar Brussel en Wallonië dan was België al lang gesplitst.”
Strategie richting zelfstandigheid
Na de academische beschouwing mochten drie politici hun visie op de transfers geven. Al gauw verschoof de focus bij het debat van de geldstromen richting de toekomst van Vlaanderen (en België) in brede zin. Hoe kan Vlaanderen het heft meer in eigen handen nemen ? Erg opvallend was dat Hendrik Bogaert (CD&V) en Chris Janssens (Vlaams Belang) een soortgelijke strategie voor ogen hebben. Zij geloven dat de weg naar een zelfstandig Vlaanderen – zij het confederalisme bij CD&V en onafhankelijkheid bij VB – loopt via het Vlaams Parlement. Voor Janssens (Vlaams Belang) moet, na de volgende verkiezingen, het Vlaams Parlement kiezen voor soevereiniteit. Een Vlaamsgezinde of Vlaams-nationale meerderheid in het Vlaams Parlement is steeds realistischer. Bogaert (CD&V) vindt een ‘gewone’ meerderheid iets te krap en stelde dat het goed zou zijn als de Vlaamsgezinde politici aan een tweederdemeerderheid komen. Zulk een ruime meerderheid heeft volgens de CD&V’er het voordeel van de duidelijkheid. Namens N-VA mocht Theo Francken de arena betreden. Hij uitte zich sceptisch. Volgens de voormalige staatssecretaris van Asiel en Migratie loopt een stemming via het Vlaams Parlement uit op Catalaanse toestanden. N-VA is er van overtuigd dat deze stemming juridisch geen stand zal houden. Het buitenland zou ons als zelfstandige staat nooit erkennen, zo klonk het. Francken gelooft daarom dat de enige weg naar meer autonomie er zal komen door met de Franstaligen – en dan in de eerste plaats de PS – rond de tafel te gaan zitten.
De avond werd afgesloten met een 11 juli-redevoering door John Dejaeger, sinds kort de nieuwe voorzitter van Pro Flandria. Applaus was er niet alleen omwille van de Vlaamsgezinde standpunten die weerklonken, maar ook was er een groot handgeklap voor een sneer die uitgedeeld werd aan een staatsviroloog die meent ook (Belgicistisch en links) politiek analist te moeten spelen.