door Kristof Luypaert in palnws.be .

Zoals elk jaar publiceert OCAD een uitgebreid activiteitenslag waarin het bericht aan pers en publiek over de activiteiten. Zoals wel vaker leest u hier in de mainstreammedia een zeer ‘selectieve’ lezing uit hun verslag. Uit ronkende krantentitels moet blijken dat “rechts-extremisme” een dreigend gevaar zou zijn, maar niets is minder waar.

Het OCAD, het Coördinatieorgaan voor de dreigingsanalyse, is het federale kennis- en expertisecentrum dat de terroristische en extremistische dreiging in België en tegen de Belgische belangen in het buitenland evalueert en de aanpak ervan mee coördineert.

Op basis van hun dreigingsevaluaties nemen instanties zoals het Nationaal Crisiscentrum en de Geïntegreerde Politie de gepaste maatregelen nemen om de veiligheid in België zo goed mogelijk te garanderen. OCAD baseert zich daarvoor op inlichtingen en informatie van ondersteunende diensten en partnerdiensten. Het OCAD werkt in alle onafhankelijkheid en legt verantwoording af aan de ministers van Binnenlandse Zaken en Justitie.

Jihadistische dreiging blijft uitgaan van Islamitische Staat (IS) en Al Qaeda (AQ)

IS in actie in Irak en Syrië (foto: www.rt.com)

De jihadistische dreiging gaat voornamelijk uit van IS en AQ. Sinds IS geen fysieke uitvalsbasis meer heeft in Syrië-Irak, is de dreiging door de terreurgroep weliswaar minder. Maar ze is zeker niet verdwenen.

Het jihadistische gedachtegoed is niet weg en de terreurbeweging blijft garen spinnen bij de geopolitieke actualiteit. OCAD verwijst meer bepaald naar de coronacrisis en de Mohammed-cartoons. Die waren triggers om nieuwe propagandaboodschappen te verspreiden en op te roepen om aanslagen te plegen in het Westen.

Daarnaast is de situatie in Irak en Syrië nog steeds complex. De kampen en gevangenissen in het conflictgebied blijven volgens OCAD een broeihaard voor verdere radicalisering. Daar zijn ook duizenden buitenlandse ‘Foreign Terrrorist Fighters’ (FTF’s) door de Koerden vastgehouden,

Tot slot mag IS dan wel verveld zijn tot een opstandelingenbeweging. Volgens OCAD is het niet uitgesloten dat ze (op termijn) opnieuw aan slagkracht zal winnen.

Situatie in België

In 2019 en 2020 zijn er een vijftiental aanvallen door HTF’s verijdeld geweest, voornamelijk in Frankrijk en Engeland. Ook in ons land zijn er een aantal interventies geweest door de veiligheids- en politiediensten in het kader van HTF’s.

Het gaat dan onder meer om de politie-interventie in Eupen in november 2020. Onze buurlanden communiceren ook regelmatig over verijdelde aanslagen, die geïsoleerde individuen (of in zeer zeldzame gevallen minicellen) wilden plegen.

De belangrijkste evolutie van de voorbije jaren is dat het niet zozeer meer getrainde en aangestuurde commando’s vanuit Syrië-Irak zijn die aanslagen voorbereiden en plegen. Tegenwoordig gaat het meer om ‘lone actors’ die op eigen houtje radicaliseren en zich laten instrumentaliseren door de jihadistische propaganda.

Aanslagen met messen of voertuigen

IS en AQ trachten nog steeds om individuen te mobiliseren en sympathisanten te overtuigen om in het land waar ze wonen of verblijven een klimaat van terreur te creëren. De kans bestaat nog steeds dat enkelingen hierop ingaan.

Hun modus operandi beperkt zich gewoonlijk tot het gebruik van een voertuig om op mensen in te rijden of blanke wapens, zoals messen.

Hoewel deze propaganda zowel in volume als in kwaliteit is afgenomen, hebben de aanslagen in onze Europese buurlanden (Frankrijk met de moord op de geschiedenisleraar Paty en de aanval in Nice en Oostenrijk met de aanval in Wenen aangetoond dat AQ en IS nog steeds individuen kunnen aanzetten tot het plegen van geweld.

Geen informatie over concrete of abstracte plannen voor rechtsextremistische aanslag

Zowel binnen als buiten Europa zijn er al verschillende aanslagen geweest met een rechtsextremistische signatuur. De verhoogde activiteit van rechts-extremisten op het internet wijst volgens OCAD op het gevaar dat uitgaat van rechtsextremistische narratieven.

De soms dodelijke aanslagen die al bij onze Europese buren zijn gepleegd (met Duitsland, Engeland, Frankrijk en Italië op kop), maar ook in Canada, Nieuw-Zeeland en de Verenigde Staten, zetten aan tot waakzaamheid.

De daders van dergelijke acties delen min of meer gemeenschappelijke kenmerken. Ze handelen doorgaans alleen, bevinden zich in de marge van organisaties en partijen, ze radicaliseren meestal online en gaan zonder enige instructie over tot actie.

Het is daarbij uitkijken of de recente aanslagen in Frankrijk en Wenen een trigger zullen zijn voor rechtsextremisten om vergeldingsaanslagen te plegen. De laatste jaren gebeurde het immers nog dat aanslagen door het ene kamp hebben geleid tot vergeldingsaanslagen door het andere.

Doordat de extremistische scenes over de hele wereld verspreid zitten en hun aanhangers overal opgehitst kunnen raken om wraak te nemen wanneer de ‘vijand’ een aanslag pleegt, is het vaak een kwestie van toeval waar de volgende lone actor zal toeslaan.

Dat kan evengoed gebeuren in een land dat tot dan toe zo goed als volledig gespaard was gebleven van terroristisch geweld of sectaire spanningen.

Islamistisch terrorisme is minder zichtbaar

In 2020 was er geen informatie met betrekking tot (concrete of abstracte) plannen voor het voorbereiden van een aanslag door rechts-extremisten. Wel is het zo dat er de afgelopen jaren een toename merkbaar is van gerechtelijke interventies of opvolgingen in het kader van potentiële dreigingen uitgaande van rechts-extremisten in ons land. Dit heeft ook geleid tot een toename van het aantal individuen dat in het kader van het Plan R opgevolgd wordt als Potentieel Gewelddadige Extremist (PGE).

Ook de virtuele wereld speelt een belangrijke rol. Op de sociale media weten rechts- extremisten uit de hele wereld elkaar te vinden. Rabiaat racisme wordt gekoppeld aan allerhande complottheorieën en op uitgekookte manier (vaak via memes) verspreid. Diverse aanslagen in het buitenland door lone actors tonen aan in welke mate bepaalde kwetsbare personen hiervoor ontvankelijk zijn.


Het grote verschil met het islamistische terrorisme en extremisme is dat het rechts-extremistische netwerk online méér zichtbaar aanwezig is dan haar tegenhanger, waardoor het gemakkelijker is voor jongeren om met rechts-extremistische propaganda in aanraking te komen. De afgelopen twee jaar is er in het kader van het Plan R dan ook een relatief sterke toename zicht- baar van het aantal personen dat opgevolgd wordt onder het statuut van Haatpropagandist.

Linksextremistisch en anarchistisch geweld heeft ‘onvoorspelbaar’ karakter

De links-extremistische/anarchistische beweging in België is de voorbije jaren vrij rustig geweest, maar door de COVID-19 pandemie is ook deze situatie enigszins opnieuw veranderd.

Het OCAD heeft vastgesteld dat anarchistische elementen de coronacrisis hebben aangegrepen om opnieuw (meer virulente en intense) oproepen tot geweld te lanceren. Het is niet onwaarschijnlijk dat links-extremistische bewegingen en de anarchistische scene proberen om de crisis rond het coronavirus uit te buiten voor hun eigen agenda.

We herinneren eraan dat anarchistisch geweld, ongeacht of dit nu gericht is tegen personen of materiële goederen, in de eerste plaats vaak opportunistisch is, en dus weinig of niet gepland. Hierdoor heeft anarchistisch geweld een bijzonder onvoorspelbaar karakter. Bovendien verwerpt de anarchistische denkwijze elke vorm van leiding en piramidale organisatie.

Anarchisten viseren meestal goederen of infrastructuren

Het staat anarchisten vrij om al dan niet gehoor te geven aan oproepen om meer of minder gewelddadige acties uit te voeren, in eer en geweten en volgens hun individuele inschatting en middelen.

Bovendien is de anarchistische scene over het algemeen minder geneigd om geweld te plegen tegen personen. Meestal viseren ze goederen of infrastructuren. Toch zijn gewelddaden tegen de ordediensten, bijvoorbeeld in de marge van betogingen, niet uit te sluiten.

De COVID-19 pandemie heeft aanleiding gegeven tot een sterke opgang van fake news, vooral op sociale media. Er is zelfs sprake van echte desinformatie. De verspreiders buiten bestaande frustraties en angsten uit ten aanzien van de circulatie van het virus en de reacties van de overheden hierop.

Op sociale media worden fake news en desinformatie aan een snel tempo verspreid en dragen ze bij tot een versterkte polarisering. Sommigen willen hiermee bepaalde extremistische narratieven de wind in de zeilen geven, zoals met de QAnon theorie die is overgewaaid vanuit de Verenigde Staten en die ook bij ons stilaan opduikt.

Kristof Luypaert

Kristof Luypaert (1976) is criminoloog (UGent). Als ex-politiecommissaris en onderzoeksjournalist volgt hij de thema’s justitie, politie, misdaad en criminaliteit op de voet. Ook het leven in en rond de Wetstraat kent nog weinig geheimen voor hem.

Foto’s (c) Gazet van Hove.