Met De Doodgravers van België zet Wouter Verschelden de traditie voort van wijlen Hugo De Ridder : de reconstructie van regeringsvormingen. Maar Verschelden is beter dan De Ridder. Die was kind aan huis bij de christendemocraten, en bekeek de dingen door een CVP-bril. Wat in die tijd overigens een relatief correct beeld opleverde : de CVP deelde immers de lakens uit. Wie Verschelden leest, ziet hoe ongelooflijk de Belgische wereld veranderd is.
Leitmotiv is, zoals ze dat in Leuven zeggen, jaloezernij en biskandasie
jaloezernij en biskandasie, tussen partijen en binnen partijen. De eigen carrière is overal een zeer dominante factor. Psychologische oorlogsvoering op alle fronten, heet dat beschaafd. Wat altijd begint met een grondige studie van de vijand. Paul Magnette zegt dat hij het partijbureau van Open VLD op den duur beter kende dan zijn eigen partijbureau. Dezelfde bron typeert ook zijn collega van Groen : ‘Die moet je altijd eerst vijf minuten haar uitleg laten doen. Dat is vijf minuten verloren, en dan ga je over naar serieuze zaken.’
CD&V doet altijd mee
Wie de tegenstander kent, heeft al half gewonnen. Als je weet dat de CD&V ‘op het einde altijd voor de macht’ kiest, dan hoef je van die kant al niet zoveel weerwerk te verwachten. Dat krijgt opera buffa-gehalte als voorzitter Coens aan het einde van de rit het premierschap van Vivaldi opeist, waarna vrijwel onmiddellijk blijkt dat hij eigenlijk niemand heeft om die hoge post te bekleden.
God én de duivel zitten in de details. Dat blijkt. Zo leren we dat in de Wetstraat de kwaliteit van de maaltijd de stemming bepaalt. Franstalige socialisten en Vlaamse liberalen eten altijd exquis; bij de CD&V is het stukken minder.
Je weet natuurlijk niet of het aan Verschelden ligt, of aan zijn bronnen, of gewoon aan de werkelijkheid, maar niet alle politieke hoofdrolspelers maken een onvergetelijke indruk. Joachim Coens bijvoorbeeld komt er niet echt goed uit. De onbelezen Conner Rousseau wel. Al was het maar omdat hij revolteert tegen alle leugens en bedrog waarmee hij wordt geconfronteerd. Maar de stukken meer ervaren Magnette sust : ‘Luister, dat gebeurt, Conner, dat is nu eenmaal hoe het gaat.’
In de arena van de VLD
Heel veel aandacht krijgt de Open VLD. Omdat die partij niet alleen vanuit een electoraal niet zo sterke positie strijd moet leveren met de anderen, maar vooral tijd en energie moet steken in de interne gevechten. Dat is in alle andere partijen ook wel zo, maar daar is het klein bier vergeleken met de machtsstrijd bij de Vlaamse liberalen : de strijd Rutten-De Croo is onwaarschijnlijk kleurrijk beschreven. Vader De Croo belt naar Koen Geens : ge gaat van Rutten toch geen premier maken !? Rutten zelf aarzelt niet om een privéprobleem van De Croo in de politieke arena te gooien. (Zie mijn vorige bijdrage)
En ook hier de sprekende details. Rutten – die zichzelf al ziet als premier van een paarsgroene coalitie – denkt dat ze De Croo heeft uitgeschakeld, en gaat alleen naar een vergadering. Maar De Croo blijkt daar toch te zijn. Ze zitten alleen niet naast elkaar, gelukkig maar, we weten hoe het Don Giovanni bij Mozart vergaat.
De Croo was ingelicht door Georges-Louis Bouchez, de voorzitter van de MR. De partij van de getatoeëerde voorzitter blijkt eigenlijk niet meer te zijn dan een stelletje ongeregelde amateurs, maar zelf is hij in het verhaal van Verschelden zonder meer het meest intrigerende personage. Hij is de Arlecchino, gek of geniaal. (Onze eigen voorkeur neigt naar het laatste). Hij kan afgaan als een gieter en tegelijk en desondanks de hele kluit belazeren. Hij vecht, slaat, liegt, bedriegt, wint, verliest. Hij is nooit helemaal uitgespeeld. Dat blijkt overigens ook nu, elke dag.
Er zijn twee protagonisten
In De Doodgravers van België zijn de inhoudelijke hoofdrolspelers : Bart De Wever en Paul Magnette. Ze maken van alle personages de minste fouten. Want het is geen toeval dat de titel verwijst naar een werkelijkheid die eigenlijk los staat van de strijd om de 16. Zelden is het motto Niets is wat het lijkt meer van toepassing geweest.
De Wever en Magnette zijn elkaars beste vijand en koesteren voor elkaar een diepe persoonlijke appreciatie. Beiden doen geregeld uitspraken die staan als een huis.
De Wever : ‘We willen dit land laten voortbestaan, maar alleen als we het samen op orde zetten.’ Magnette : ‘Ik begrijp dat de Vlamingen het beu zijn te betalen voor de anderen, die zich niet verbeteren.’ ‘Dat is altijd maar die reflex in Franstalig België : “Hoe zal het federale ons helpen ?” Ik zeg : stop met daarop nog te wachten.’
De Wever : ‘De gemeenschappen verderzetten heeft misschien toch weinig zin.’ Magnette beseft dat dit een aardverschuiving is (maar au fond niet meer dan een beschrijving van de werkelijkheid die een aantal Vlamingen niet willen zien), en repliceert : ‘Maar dan houdt de mythe op dat Vlaanderen Brussel mee bestuurt via de gemeenschappen.’
En ze zijn het roerend eens : België zoals het nu bestaat moet op de schop. Niet dat de onvermijdelijke onderhandelingen in 2024 al geregeld zijn. Verre van. Bij Verschelden leer je dat politiek helaas meer te maken heeft met blokkeren en saboteren dan met repareren. En hét punt : welke electorale kaarten heb je in handen ? De PS kon in 2019 twee kanten op; de N-VA één. De PS heeft bijgevolg gewonnen, en hoe. Magnette laat het helemaal op het einde weten aan Conner Rousseau : ‘We [links, de socialisten – sb] hebben nog nooit zoveel binnengehaald.’
Maar persoonlijke contacten kunnen veel doen. Het blijkt bij de N-VA een van de feilen : alleen als je de ander een beetje kent, ontstaat er empathie, ontloop je het risico dat je kwetst, misschien diep kwetst, zonder het zelf te beseffen. Er is overigens een verschil tussen beginselvastheid en politieke praxis : niets is zo gevaarlijk als jezelf opsluiten in het eigen gelijk.
Dat kwetsen is tegelijk soms ook een boodschap. Op een bepaald moment maken ze bij de PS een filmpje waarin je ziet hoe een CD&V’er een kogel afvuurt op Koen Geens. Waarna een tekstje verschijnt: ‘How could the PS do this to us ?’
Maar het kan ook anders. In de Antwerpse drugsoorlog ontploft niet zo ver van waar De Wever woont een granaat, maar vrij snel blijkt dat die op de verkeerde plaats is terechtgekomen. Magnette sms’t naar De Wever: ‘Bart, ik verzeker je dat het niet de PS was.’ De Wever antwoordt : ‘Ik dacht het wel. Echte professionele criminelen vergissen zich niet van adres.’
De doodgravers van België is verkrijgbaar in onze boeken.doorbraak.be boekhandel