Het was deze keer een degelijk artikel in De Standaard naar aanleiding van 20 jaar N-VA dat de aandacht trok. Na de frustratie omwille van de gemiste federale regeringsdeelname een jaar geleden heeft partijvoorzitter Bart De Wever er opnieuw zin in. Tijdens de fractiedagen van zijn partij, de eerste fysieke sinds corona, gaf hij een sterke indruk en probeerde hij iedereen te motiveren. Zijn analyse: oppositie voeren tegen de federale regering is geen zware opdracht, die verknoeien het zelf wel. En dus is er ook een kans voor de Vlaamse regering en Jan Jambon om zich te profileren.
Een juiste analyse, maar de vraag is hoe Jan Jambon dit gedaan zal krijgen. De voorbije dagen maakte hij opnieuw een slechte beurt. Lange tijd profileerde hij zich als de verdediger van de individuele vrijheden. De minister-president was voorstander van een maximale vaccinatie, maar tegelijk moest iedereen zo snel mogelijk de pre-coronavrijheden terugwinnen.
“Nu naast Brussel ook Nederland volgt, kan Vlaanderen weinig anders doen dan bepaalde sectoren en gemeenten ook een coronapas invoeren, is de redenering van de Vlaamse regering. Een bocht van 180 graden dus”
Toen duidelijk werd dat er grote regionale verschillen waren tussen de vaccinatiegraden in de verschillende regio’s, pleitte hij voor een aparte aanpak. In Brussel mochten ze gerust een coronapas invoeren voor wie evenementen wil bijwonen of op café en restaurant wil gaan. Maar in Vlaanderen had hij liever geen “pasjesmaatschappij”. Nu naast Brussel ook Nederland volgt, kan Vlaanderen weinig anders doen dan bepaalde sectoren en gemeenten ook een coronapas invoeren, is de redenering van de Vlaamse regering. Een bocht van 180 graden dus. Het geeft niet direct de indruk van een sterke politieke ruggengraat.
Aandacht voor de centen
En dus rijst de vraag hoe Vlaanderen en de Vlaamse regering het verschil kunnen maken. Over een tiental dagen komt de Vlaamse septemberverklaring eraan. Dat zou een opportuniteit moeten zijn voor Jan Jambon om de politieke aandacht naar de Vlaamse regering te trekken. Maar zal dit gebeuren? Momenteel is men volop bezig met de voorbereiding van de Vlaamse begroting 2022. Geen gemakkelijke opdracht. Vlaanderen heeft na de coronacrisis een begrotingstekort van 2,6 miljard euro. Een gevolg van het terechte steunbeleid tijdens corona.
Men wil dat tekort nu halveren naar 1,3 miljard euro aan het einde van de legislatuur. Dat is een mooie doelstelling, zeker als we weten dat de andere overheden het veel slechter doen en weinig aanstalten maken om hun overheidsfinanciën te saneren.
Maar we zijn wel veraf van het Vlaamse begrotingsevenwicht dat zo vaak werd bejubeld. Daarmee toonde Vlaanderen aan dat het de beste leerling van de klas was en zette het ook druk op andere overheden. Bovendien betekende een begroting in evenwicht dat men geen cadeau deed aan de geld verbrassende andere overheden. Want Vlaanderen zou gemakkelijk een begrotingsoverschot kunnen voorleggen, maar aan het Brusselse Martelarenplein besloot men om dat niet te doen. De Europese Commissie kijkt immers naar het volledige Belgische begrotingsplaatje en als Vlaanderen overschotten boekt, zou dat het signaal zijn aan andere regeringen om de teugels te vieren. Dat budgettaire Vlaamse wapen wordt nu niet echt gebruikt. Nochtans kan het, door gewoon te snijden in de 13 miljard euro subsidies die Vlaanderen uitdeelt. Maar het is geweten dat Jan Jambon hier veel koudwatervrees heeft.
Druk zetten door de krappe arbeidsmarkt
Wel is er een ander sociaaleconomisch domein waar de Vlaamse regering de lamlendige federale regering onder druk kan zetten. Het gaat om de krapte op de arbeidsmarkt. Duizenden openstaande vacatures in Vlaanderen raken nog steeds niet ingevuld. Vooral in West-Vlaanderen met bijna 60.000 vacatures is dit probleem het meest prangend. “We berekenden dat er in eerste instantie ongeveer 42.000 extra werkenden nodig zijn om het volle potentieel van onze ondernemingen – op korte termijn – te kunnen benutten”, aldus Bert Mons van Voka West-Vlaanderen. “Op die manier zou de provincie een werkzaamheidsgraad van 80 procent bereiken, maar daarmee zijn de problemen nog niet van de baan.”
Zonder structurele maatregelen lijkt de situatie op de (West-) Vlaamse arbeidsmarkt compleet te ontsporen. “Gebaseerd op de evolutie van vraag en aanbod, ramen we dat we nog eens 35.000 extra arbeidskrachten zullen nodig hebben tegen 2030 om zo het hoofd te bieden aan de verregaande vergrijzing”, zegt Bert Mons.
En dus moet er een asymmetrisch arbeidsmarktbeleid komen, gericht op de specifieke noden in Vlaanderen. Dat moet als muziek in de oren klinken van de N-VA, maar het is Vlaams minister van Economie Hilde Crevits (CD&V) die hier de leiding neemt. Jan Jambon maakt hier opnieuw een zwakke indruk. Terwijl het toch de taak is van de Vlaamse regering om een vuist te maken tegen het zwakke federale niveau. Dat is de voorbije twee jaar amper gebeurd en is des te meer te betreuren omdat iemand als Jan Jambon uit de Vlaamse Beweging komt en via de Vlaamse Volksbeweging het onafhankelijkheids-denken breed heeft verspreid. Waarom neemt Jambon hier niet de leiding in ?
Eigenlijk is nu duidelijk geworden dat het beter was geweest dat een figuur als Bart De Wever Vlaams minister-president was geworden en met gerichte uitspraken de federale regering en vooral de Vlaamse partijen in een moeilijk parket zou gebracht hebben.
Voor de huidige ploeg en zeker de N-VA in de Vlaamse regering valt het gewoon te hopen dat er een onverwacht dossier is waar ze zich in kan profileren. Zoals ze dat gedaan heeft – zij het te weinig – rond de kernuitstap. Groen wil de overgang naar een koolstofarme economie zonder kernenergie overbruggen door eventueel extra gascentrales te bouwen. Vlaanderen staat hier terecht op de rem om vergunningen toe te kennen.
Foto’s (c) Gazet van Hove.