door Niels Geerinck in palnws.be . 

Centrumsteden dienen nu eenmaal te investeren en zolang de schulden per inwoner niet uit de pan vliegen, blijven ze financieel gezond. Toch blijkt er in Mechelen, Oostende, Kortrijk en Gent, allen onder Open Vld-bewind, meer aan de hand. Dat blijkt uit de jaarrekeningen van het jaar 2020. Dat meldt De Standaard.

De vier centrumsteden staan allen onder bestuur van een Open-Vld burgemeester. Uit de jaarrekeningen uit 2020 die het Vlaams Agentschap Binnenlands Bestuur openbaar heeft gemaakt, blijkt dat die steden zich fors in de schulden werken. Het Mechelen van Bart Somers blijft een absolute koploper in het graven van putten. Daar heerst er zo’n 3.017,61 euro schuld per inwoner. De schulden in Oostende lopen op tot 2.577,87 euro per inwoner en in het Gent van Mathias De Clercq bedragen de schulden 2.457,47 euro per Gentenaar.

Lokale begrotingen ontsporen

In de loop van 2018 werd Mechelen al op de feiten gewezen door toenmalig Vlaams minister van Binnenlandse Zaken Liesbeth Homans (N-VA). Ze uitte toen al kritiek op de leningen die de stad was aangegaan. Het afdelingshoofd van het Agentschap Binnenlands Bestuur vermeldt ook dat stedelijke schulden nooit als een geïsoleerd geval mogen beken worden. “Daar staan belangrijke uitgaven tegenover.”, zo klinkt het. “Een gemeente of stad met amper schulden is ook niet per se heel goed bezig. Als er al twintig jaar geen enkele weg vernieuwd is, zullen de inwoners evenmin tevreden zijn.”, zo voeg hij toe.

Hoge schuldgraad nodig voor bewuste investeringen

De steden en hun bestuur zijn zelf ook bewust van hun hoge schuldgraad. “We moeten daar niet flauw over doen. Door de grote nood aan investeringen en omdat we de belastingen niet willen verhogen, hebben we beslist om de schulden te doen stijgen. Dat was een politieke beslissing.”, aldus Oostends burgemeester Bart Tommelein (Open Vld).

Ook in Gent ligt de schuldgraad “vrij hoog” zo wist Rudy Coddens (Vooruit) te zeggen. Dat is volgens hem te wijten aan de stad die ervoor kiest om bewust een “uitgebreide dienstverlening” op poten te zetten. Zo investeert Gent voornamelijk in groene mobiliteit, stedelijk onderwijs en eigen woonzorgcentra volgens Coddens.

In Mechelen werden de investeringen altijd positief onthaald zo zegt Koen Anciaux (Open Vld). Daar werd vooral geld gespendeerd aan parken, fietspaden en tevens werd de bibliotheek voorzien van een grondige renovatie. “Het belangrijkste is dat we jaarlijks gemakkelijk aan onze afbetalingen kunnen voldoen. Deze legislatuur hebben we al een lening afbetaald en we gaan geen nieuwe meer aan.”, aldus Anciaux.

 

“Schulden onder 100 procent houden”

De steden staan onder het toezicht van de Vlaamse overheid. Door de werking van de auto-­financierings-marge (AFM) bestaat er een rem op de schuldopbouw van alle steden. Daarin worden alle inkomsten, ontvangsten, uitgaven en intrestlasten opgenomen.

In Gent en Oostende staat die AFM momenteel onder nul. Bij het aflopen van deze legislatuur in 2024 dienen alle lokale besturen een positieve AFM te hebben. Indien dit niet het geval is kan de Vlaamse overheid ingrijpen en de financiële plannen en lokale begrotingen naar de vuilbak verwijzen. De steden kunnen dan eventueel wel extra inkomsten vergaren door een belastingverhoging.

Bron : De Standaard
Foto’s (c) Gazet van Hove.