door Redactie Politiek ’t Pallieterke .
Het wordt misschien toch iets meer dan een regering die gewoon op de Vlaamse winkel let. Met een enthousiaste Septemberverklaring probeert minister-president Jan Jambon (N-VA) na twee jaar wat schwung in de Vlaamse regering te laten krijgen. Na het aantreden van de centrumrechtse coalitie werd veel verwacht, maar men slaagde er niet in een deuk in een pakje boter te slaan. De coronacrisis hielp er niet veel aan. De Vlaamse regering deed haar werk met het ondersteunen van bedrijven en gezinnen, maar het zwaartepunt situeerde zich toch vooral op federaal niveau. De Vlaamse regering bleef in de schaduw, dit tot ergernis van N-VA-voorzitter Bart De Wever.
Een economische topregio
Tot de Septemberverklaring van Jan Jambon. In een bij wijlen overdreven bevlogen stijl (er was zelfs sprake van de nieuwe “roaring twenties”) stelde de minister-president dat Vlaanderen van de sterke economische groei gebruik moet maken om aansluiting te vinden bij de Noord-Europese topregio’s. Indien men die weg opgaat, is het een kwestie van tijd vooraleer Vlaanderen de meeste aandacht krijgt en op politiek vlak het federale niveau overvleugelt.
Om dat te doen, moet de werkzaamheidsgraad van 75 procent omhoog, richting 80 procent. Niet gemakkelijk op een arbeidsmarkt die zeer krap is. Bijna 9 op 10 Vlaamse ondernemingen vindt moeilijk nieuwe medewerkers. De krapte op de arbeidsmarkt fnuikt bedrijven in hun groeiambities. “Financiële stimuli kunnen mensen overtuigen om de stap naar werk te zetten. De Vlaamse job-bonus is op dit moment meer dan ooit een noodzakelijke hervorming”, stelt de Vlaamse werkgeversorganisatie Voka daarover. De job-bonus is een fiscale korting waarbij iemand met een laag loon een koopkrachtinjectie krijgt. Het was één van de pijlers van het Vlaamse regeerakkoord, maar moest nog worden uitgerold. Dat was niet zeker omdat het geld kost en de Vlaamse regering door corona met een bloedrode begroting wordt geconfronteerd. Bovendien waren er steeds meer economen die stelden dat deze job-bonus geen zin had omdat de mensen die ervan genieten ook zonder die bonus aan de slag zouden zijn gegaan. Dat klopt, maar een financiële incentive voor de lagere lonen is na deze moeilijke economische periode meer dan welkom. De job-bonus blijft bestaan volgens Jan Jambon, al wordt die lichtjes bijgestuurd.
Zo’n fiscale ingreep is natuurlijk niet genoeg om Vlaanderen op het niveau van Scandinavische landen of West-Duitse deelstaten als Hessen, Baden-Würtemberg en Beieren te krijgen. Vandaar de nadruk die Jambon legt op de nodige investeringen in onderzoek en ontwikkeling, wat tot innovatie leidt. Er wordt vaak gezegd dat we hier in Vlaanderen op dat domein achterlopen, maar de realiteit is dat we in een aantal economische niches toch sterk staan. Denk maar aan de biotech. Het kan natuurlijk altijd beter en daarom moet men verder kijken dan de 3 procent van het regionaal bbp dat aan onderzoek en ontwikkeling wordt besteed. Wat is de kwaliteit van de aanwending van dat innovatiegeld ? En in welke mate leidt die innovatie tot voldoende nieuwe goederen en diensten die ook gecommercialiseerd worden ? Zoals bekend heeft Vlaanderen hier nog een weg te gaan. Een effectiever innovatiebeleid zou wel degelijk een verschil maken.
Een gezondere begroting dan de rest
Dat geldt ook voor de begroting. Hier is een kans om de andere regionale regeringen en het federale niveau achter zich te laten. De Vlaamse regering tekent een begrotingspad uit waarbij het begrotingstekort tegen 2024 halveert van 1,87 miljard euro naar 935 miljoen euro. Dankzij een sterk opverende economie is de besparingsopdracht minder zwaar dan eerst geraamd. Maar eigenlijk moet men hier de komende jaren nog een versnelling hoger schakelen. De geplande besparingen van 900 miljoen euro zijn vaak onduidelijk omschreven. Vlaanderen kan bovendien meer besparen. Dan heeft de regio niet alleen een gezondere begroting dan de rest. Ook met het schuldniveau gaat het dan de goede richting uit, want dat ligt in Vlaanderen te hoog. De schuld bedraagt hier 78 procent van de uitgaven. Dat kan omlaag.
Al moet gezegd dat Vlaanderen het gigantisch veel beter doet dan de andere deelstaten. De verhouding schulden/uitgaven is volgend jaar voor Brussel 192 procent en voor Wallonië 232 procent. Dat zijn Griekse toestanden of erger.
Jan Jambon gaf dan ook een goed signaal richting Wallonië dat Vlaanderen via een lening wil helpen om de desastreuze gevolgen van de overstromingen van vorige zomer op te vangen.
De federale regering jennen
Dat moet Vlaanderen meer doen : tonen dat het economisch de baas is. En als er solidariteit is, dan gebeurt dat via de zogenaamde horizontale solidariteit tussen de deelstaten, niet via de verticale omweg van het federale doorgeefluik. De Vlaamse regering met de N-VA als grootste partij moet daarop blijven hameren.
En tegelijk de federale regering jennen. Meermaals hebben Vlaamse excellenties opgeroepen om een asymmetrisch arbeidsmarktbeleid mogelijk te maken zodat Vlaanderen beter kan inspelen op de eigen noden qua jobs. Federaal blijft het stil. Misschien is het eens tijd om hier een belangenconflict te gaan inroepen. Al is het natuurlijk de vraag of de andere partijen in de Vlaamse regering daarin meestappen. CD&V en Open Vld zitten klem tussen Vlaamse en federale loyauteit. En helaas helt de politieke trouw bij die partijen over naar het Belgische niveau. Dit kan de Vlaamse regering zuur opbreken en is een rem op het dynamisme van de regering-Jambon.
Foto’s (c) Gazet van Hove – cover : Vlaams Parlement Brussel.