In de Commissie Gezondheid en Bijstand aan Personen ondervroeg Brussels Parlementslid Gilles Verstraeten (N-VA) Brussels minister Alain Maron (Ecolo) over de flagrante schending van de taalwetgeving. De taalwetgeving staat immers garant voor de tweetalige dienstverlening in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. “Maar dit dossier interesseert de regering niet, zeker niet Nederlandstalig Gezondheidsminister Elke Van den Brandt, die zelfs niet de moeite doet om mijn vragen hierover te beantwoorden”, aldus Gilles Verstraeten.
Uit het verslag van 2020 van de Brusselse vicegouverneur – die belast is met het toezicht op de naleving van de taalwetgeving door de lokale besturen – blijkt dat nooit eerder zo veel schorsingsbesluiten werden uitgevaardigd die in strijd zijn met de taalwetgeving. In 2020 schorste de vicegouverneur 1.867 aanwervingen bij de Brusselse gemeentes en OCMW’s. De situatie is zo erg dat slechts 5 procent van de contractuele aanstellingen bij de OCMW ’s aan de taalwetgeving voldeden. Intussen gaat het in Brussel van kwaad naar erger. Amper 15,4 procent van de contractuele aanwervingen in het Brussels gewest voldoen aan de bestuurstaalwetgeving. Zowat 63 procent van deze aanwervingen werd geschorst, terwijl 21 procent werd getolereerd omwille van kortlopende contracten.
Schrijnende situaties
“Sommige lokale gemeenten weigeren ondanks herhaald aandringen om de vicegouverneur op de hoogte te houden van de benoemingen, ook wat betreft de verplichte pariteit Nederlands-Frans op leidinggevend niveau”, vult Gilles Verstraeten aan.
Eens de vicegouverneur de schorsingsbeslissing heeft genomen, is het aan de Brusselse Hoofdstedelijke regering om de aanwerving te vernietigen, wat evenwel nooit gebeurt. Niettegenstaande de Brusselse regering twee Nederlandstalige ministers en een staatssecretaris telt, komt het rapport niet eens ter sprake. “Dat laatste bevestigde minister Maron vandaag in commissie met de glimlach. Taaldiscriminatie krijgt geen enkele aandacht van deze regering die nochtans de mond vol heeft van de bestrijding van discriminatie.”
Volgens Gilles Vanderstraeten leidt dit in o.a. de zorgsector tot schrijnende situaties: “Nederlandstaligen durven soms geen ambulance meer te bellen uit angst in een Franstalig ziekenhuis te belanden en daar min of meer aan hun lot te worden overgelaten. Terwijl, laat ons wel wezen, we het in Brussel nog altijd over vele tienduizenden Nederlandstaligen hebben”, laat hij in Doorbraak optekenen. “Ik hoor iemand als Pascal Smet (One Brussels/Vooruit) graag pleiten voor meertaligheid en voor Pools of Turks aan de loketten, maar van de Nederlandstaligen ligt hij blijkbaar iets minder wakker.”
Taalwetgeving vormt geen prioriteit
Zelfs Sven Gatz (Open Vld), minister van Meertaligheid in de Brusselse regering, maakt van de naleving van de taalwetgeving geen prioriteit. “Ik heb ooit aan Sven Gatz gevraagd of het rapport van de vicegouverneur tijdens een zitting van de Brusselse regering ter sprake komt. Ik kreeg geen reactie… In onze resolutie staat dat het taalrapport op zijn minst binnen de Brusselse regering wordt besproken en dat er verslag aan het parlement wordt uitgebracht. We willen ook dat er aan een masterplan wordt gewerkt om de tweetaligheid op alle Brusselse niveaus te versterken”, zei Brussels parlementslid Cieltje Van Achter (N-VA) bij Doorbraak.
Door hun houding werken les flamands de service de discriminatie van de Nederlandstaligen in Brussel in de hand en bombarderen hen de facto tot tweederangsburgers. Het toppunt van cynisme vormt ongetwijfeld Sarah Schlitz, die – als staatssecretaris voor Gendergelijkheid, Gelijke Kansen en Diversiteit – haar beleidsverklaring volledig in het Frans aflegde. De extreemlinkse woke-activiste ageert tegen de discriminatie van allochtonen, maar voor de Nederlandstaligen haalt ze haar neus op. “Ze is eerder een staatsecretaris van Ongelijke Kansen”, liet Valerie Van Peel (N-VA) zich recent ontvallen.
De Franstaligen blijven maar beweren dat ze geen geschikte tweetalige kandidaten vinden, wat erg te betwijfelen valt. Het Nederlandstalig secundair onderwijs in Brussel trekt ongeveer 20 procent van de leerlingen aan. Intussen spreken steeds meer mensen in Brussel Nederlands. De weigering en de onwil van de Franstaligen om Nederlands te spreken hebben vooral met een misplaatst superioriteitsgevoel te maken.
Gatz op dezelfde golflengte als DéFi
Toen een benadeelde weggebruiker zich op de sociale media beklaagde dat hij door Brusselse agenten werd aangesproken die geen woord Nederlands spraken, werd hij door Sven Gatz (ex-Volksunie) op de vingers getikt met de boodschap : “Deze stad past zich niet aan jou aan.” Agenten moeten zich niet meer aan jou aanpassen. Omgekeerd wel. Kan u zich inbeelden welke golf van verontwaardiging er door de media zou rollen indien een Vlaamse politicus in een faciliteitengemeente zoiets zou beweren. Nu dreigt er haast een regeringscrisis als Franstaligen een aanvraag moeten indienen om hun papieren in het Frans te krijgen.
Volgens de minister van Meertaligheid is de taalwetgeving aan modernisering toe en past dit niet meer in een kosmopolitische stad die Brussel is. Daarmee zit hij perfect op dezelfde golflengte als DéFi. Het niet naleven van de taalwetgeving in Brussel getuigt van een structurele discriminatie, die in Brussel wordt gedoogd en in Vlaanderen op grote onverschilligheid botst. Het wordt stilaan tijd dat de Vlaamse partijen zich over Brussel beraden.
Foto’s (c) Gazet van Hove.