door Angélique Vanderstraeten in (c) ’t Pallieterke .
Minister van Werk Pierre-Yves Dermagne (PS) geeft 7,2 miljoen euro extra aan de vakbonden voor het uitbetalen van de werkloosheidsuitkeringen. Door de aanhoudend lage werkloosheid krijgen de syndicaten immers minder middelen, aangezien de vergoeding afhangt van het aantal werklozen. Het bewijs dat deze oude sociaaleconomische relikwie best snel wordt afgeschaft.
Het dook op in de notificaties van het begrotingsakkoord en werd afgeklopt op de ministerraad : de vakbonden en de ‘hulpkas’ krijgen van minister van Werk Pierre-Yves Dermagne 7,6 miljoen euro extra voor de administratiekosten die ze maken bij het uitbetalen van de werkloosheidsuitkeringen. Sinds de Tweede Wereldoorlog is de uitbetaling van het zogenaamde dopgeld door de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening (RVA) uitbesteed aan de drie vakbonden en de Hulpkas voor werkloosheidsuitkeringen. De drie vakbonden krijgen een administratievergoeding van 16,36 euro per dossier. Dat betekent dus : hoe meer werklozen, hoe meer geld om de uitkering snel uit te betalen. Een lucratieve business voor de vakbonden, zeker in tijden dat de werkloosheid hoge toppen scheerde, zoals in de jaren ’70 en ’80.
Minder werklozen is slecht nieuws
Maar sinds meer dan tien jaar is de werkloosheidsgraad aan het dalen en dat ondanks de financiële crisis van 2008-2009, een recessie in 2013 en de coronacrisis. Er zijn momenteel zo’n 400.000 vergoede werklozen. Er zijn periodes geweest dat dit aantal vlot over de 500.000 ging. Minder werklozen is goed voor de economie, maar blijkbaar slecht voor de vakbonden. Zij zien hun inkomsten dalen en klopten dus aan bij de federale regering. De 170 miljoen euro die men voor de uitbetaling krijgt, is niet langer voldoende.
Dat de Vivaldi-regering nu inspringt, toont aan hoe absurd het systeem is. Het is immers een bewijs dat vakbonden belang hebben bij een hoog aantal werklozen. Waarom zouden ze pleiten voor een efficiënt arbeidsmarktbeleid als dit hun inkomsten doet dalen ?
Het stelsel zorgt er ook voor dat de syndicalisatiegraad van de bevolking hoog is in dit land. Meer dan de helft van de werkenden is lid van de vakbond, terwijl dat cijfer in de buurlanden aan het dalen is. De band met de vakbond als uitbetalingsinstelling is duidelijk. Men is in belangrijke mate aangesloten bij een vakbond om een garantie te hebben op een snelle uitbetaling van een werkloosheidsuitkering wanneer dit nodig zou zijn.
Wie daar openlijk kritiek op heeft, krijgt het antwoord dat men zich ook kan laten uitbetalen via de Hulpkas voor werkloosheidsuitkeringen. Een overheidsdienst die dus neutraal is. Alleen draait die Hulpkas vierkant. Er zijn nog altijd verhalen over werklozen die eerst langs de Hulpkas passeren, te lang moeten wachten op hun geld en dus uiteindelijk moegetergd lid worden van een vakbond. De syndicaten hebben dus een feitelijk monopolie. Ook omdat ze in het beheerscomité van de Hulpkas zetelen. Van een belangenconflict gesproken.
Status quo
Met de regelmaat van een klok pleiten experts ervoor om een einde te maken aan deze sociaaleconomische relikwie. In de politieke wereld lijken enkel N-VA en Vlaams Belang gewonnen voor een hervorming en opheffing van het syndicaal monopolie. De traditionele partijen kiezen voor het status quo. Af en toe is er een flauwe plezante die de vergelijking met de uitbetaling van de lonen en het vakantiegeld maakt. Dat gebeurt bijna overal via sociale secretariaten die een historische link hebben met de werkgeversorganisatie. Dat zou dan een compensatie zijn voor het vakbondsprivilege bij de uitbetaling van werklozengeld. Een manke vergelijking, want de band tussen de sociale secretariaten en de werkgeversorganisaties is anno 2021 zo goed als onbestaande. Sociale secretariaten zijn klassieke bedrijven geworden en specialisten qua dienstverlening in personeelsbeleid.
Het huidige systeem moet gewoon op de schop, ook omdat het een besparing is. Men kan alles digitaliseren en centraliseren. Met een rekeningnummer en elektronische identiteitskaart kan elk dossier snel worden afgehandeld.