www.doorbraak.be – door Wannes Bok.

https://www.buzzsprout.com/1455892/9571134-drabbe-en-devos-demir-kan-goudhaantje-zijn-voor-n-va?client_source=small_player&iframe=true&referrer=https://www.buzzsprout.com/1455892/9571134.js?container_id=buzzsprout-player-9571134&player=small

Naar goede gewoonte analyseren wij de huidige politieke situatie samen met Karl Drabbe en Carl Devos. Afgelopen weekend reageerde minister-president Jan Jambon hevig op een beslissing van minister Zuhal Demir. Zit er een haar in de boter van N-VA ?

Kritiek vanuit Vivaldi

Jambon reageerde vooral na de kritiek die kwam vanuit Open Vld en CD&V. Men sprak zich uit tegen de beslissing van Demir in verband met de weigering van de vergunning voor de bouw van een gascentrale in Vilvoorde en haar manier van communiceren. Opmerkelijk was dat noch Open Vld, noch CD&V de beslissing van de minister ten gronde aanvechten. Men roept op het federaal niveau dus veel over die beslissing, maar vecht het dan niet aan op Vlaams niveau.

Het probleem ging onder andere over communicatie. Demir zou te lang gewacht hebben met het informeren van haar coalitiepartners in verband met de weigering. Jambon sprak zich uit tegen Demir, en ging ver in het gelijk geven van de roepende partijen. Nochtans gaf Demir duidelijk aan waarom ze zolang wachtte met communiceren. Eigenlijk heeft ze dus geen fout gemaakt volgens Devos. De reactie van onze minister-president leverde hem dan ook kritiek op binnen zijn eigen partij.

Verschillende standpunten

Een minister-president moet, als hoofd van een regering, de standpunten van de partijen die er deel van uitmaken lijmen. Ergens valt de reactie van Jambon dus zeker te begrijpen. Bovendien vindt Drabbe dat een minister niet naar de regering had moeten gaan voor die beslissing. Het al dan niet verlenen van een vergunning is immers een gedelegeerde bevoegdheid. Tenslotte zit N-VA met een probleem. Niet elk lid, elke militant of elke kiezer begrijpt dat het niet eenvoudig is om als beleidspartij op federaal niveau oppositie te voeren.

Is Jambon wel de geknipte man voor de job van minister-president ?

Uiteindelijk zijn het de Vivaldi-partijen die Demir op de vingers wilden tikken. Het voordeel daarvan is dat de populariteit van Demir toeneemt. Het nadeel is dat Jambon nog maar eens naar buiten komt als iemand die het niet goed weet, die tegen zijn eigen partij reageert, … En dat zal bij veel kiezers niet in goede aarde vallen. Is Jambon wel de geknipte man voor de job van minister-president ? De doorstart van de Vlaamse regering lijkt er niet te komen.

Goudhaantje

Er doen geruchten de ronde dat Jambon geen tweede termijn meer ambieert. Men gaat er dan vaak vanzelfsprekend vanuit dat Demir wel eens de opvolger zou kunnen zijn. We zitten echter nog te ver van 2024 af om als speculaties te uitten. Natuurlijk zijn die wel interessant.

Demir zou het goudhaantje van N-VA kunnen zijn in 2024. Ze is langs de ene kant recht voor de raap, rechtuit en ze houdt voet bij stuk. Langs de andere kant is het natuurlijk twijfelachtig of ze zich echt in de positie wil plaatsen om minister-president te worden. Dat is afhankelijk van tal van factoren, waaronder de vraag naar de gestalte van de regering dan. Het zou wel de eerste keer zijn dat een vrouwelijke Limburger de positie van minister-president bekleedt.

Demir en haar beslissing

Het is interessant om de manier waarop Demir haar beslissing nam onder de loep te nemen. Voor de Vlaamse Beweging was hij gunstig, meer bepaald op vlak van Vlaamse autonomie. Maar net dat punt maakt haar beslissing ook kwetsbaar.

Door te zeggen dat de federale regering niet moest denken de les te kunnen spellen, leek haar beslissing politiek geïnspireerd te zijn. En dat ligt gevoelig. In zekere zin gaat het om een politieke beslissing, in die zin dat het gaat om een politica, die een zware beslissing neemt en dat nog eens in een politiek gevoelig dossier. Ze had haar administratie kunnen volgen. Wel heeft ze ook juridisch-technische argumenten om haar beslissing te beargumenteren, waardoor loutere willekeur wordt uitgesloten.

Lachaert met een voorstel

Lachaert, partijvoorzitter van Open Vld, kwam met een voorstel in De zevende dag : wat als we bij te veel discussie een soort federale scheidsrechter creëren, die een blokkade kan ‘overrulen’ ? Helaas verduidelijkte hij niet wat hij precies bedoelde met ‘federaal’. Om dat idee te introduceren in ons Belgisch stelsel, heb je nood aan een (grond)wettelijke basis. Het gaat om een hele omwenteling van ons stelsel van exclusieve bevoegdheden.

Stap naar herfederalisering of oplossing voor problemen ?

De centrale vraag is : Kan het scheidsrechteridee de problemen in ons Belgisch stelsel oplossen of is het gewoon een manier om te herfederaliseren ? Om daarop te antwoorden zou men allereerst moeten bepalen om welk orgaan het gaat en welke bevoegdheden die scheidsrechter krijgt in welke aangelegenheden.

De herfederalisering gaat eigenlijk over het feit dat een aantal bevoegdheden teruggebracht moeten worden naar het federaal niveau. Dat komt doordat er zoveel beleidsniveaus en ministers zijn dat de eigenlijke besluitvorming gehinderd wordt.

Eigen keuze

Wel hebben we zelf gekozen om, nota bene met bijzondere meerderheden op federaal niveau, zoveel bevoegdheden aan de deelstaten toe te kennen. Dat kan met geen enkele andere reden gebeurd zijn, dan dat we een bepaalde autonomie wilden geven aan onze deelstaten. Op die manier zouden zij een beleid kunnen uitstippelen, dat aangepast is aan een bepaalde regio. Bovendien is ons federaal stelsel, internationaal gezien, relatief jong. Het is misschien nog te vroeg om dat in 2024 al terug te draaien.

Langs de andere kant bevat België wel een ingebakken antagonisme, dat steeds opnieuw opduikt, hoe rationeel men de zaken ook bekijkt.

Problematische versnippering ?

In principe zijn alle bevoegdheden in ons Belgisch stelsel exclusief. Dat wil zeggen dat er voor elke aangelegenheid, bijvoorbeeld het milieubeleid, maar één overheid bevoegd is. Toch ervaart de kiezer dat niet zo.

Het Belgisch systeem is sterk ‘sui generis’

Het Belgisch systeem is sterk ‘sui generis’. In essentie is het bipolair van aard. Ons stelsel kent geen federale taal, federale media of federale politieke partijen. Dat zijn bijzondere kenmerken die de uit elkaar drijvende kracht van ons systeem sterk aanvuren. Daarnaast zijn er te weinig deelstaten.

Tussen de deelstaten van systemen met meer deelstaten bestaan er verschillende soorten relaties. Men bekijkt daar de ander niet exclusief, terwijl bij ons de deelstaten in zo goed als elk dossier tegenover elkaar staan. Wat we ook doen om te (de)federaliseren dan wel, als we over de wijze van hervorming al geen schoon schip kunnen maken krijgen we het systeem nooit recht. De vraag blijft natuurlijk wie het systeem gaat kunnen hervormen.

Redacteur : Wannes Bok.

Foto’s (c) Gazet van Hove.