door Jan Huijbrechts in ’t Pallieterke .

De laatste dagen stond de islamterreur weer volop in de schijnwerpers naar aanleiding van het proces rond Salah Abdeslam in Parijs. Precies een halve eeuw geleden waren West-Duitsland en bij uitbreiding een flink deel van West-Europa echter in de greep van het blinde geweld waarmee de Rote Armee Fraktion (RAF) de communistische bevrijdingsideologie predikte.

Karl Marx (1818-1883), ideoloog van het communisme

De wortels van de RAF lagen in de studentenrevolte van mei ’68 die op haar beurt voor een flink deel inspiratie had gevonden in de ideeën van de Italiaanse marxistische denker Antonio Gramsci. Die introduceerde tijdens het interbellum het beginsel van de culturele hegemonie. Hij poneerde dat macht niet alleen bepaald wordt door getalsterkte en economische macht, maar ook door het doordrukken van ideeën. Macht draait niet alleen om politiek, maar ook om cultuur. Anders dan de klassieke marxistische denkers stelde Gramsci dus dat de klassenstrijd niet alleen over politiek en economie ging, maar juist ook over cultuur en ideologische overtuigingskracht. Om de strijd te winnen moet je de ideeën van de mensen beïnvloeden en wijzigen. Pas nadat je ideeën ingang vinden, kan de revolutie plaatsvinden. Om het kapitalisme ten val te brengen, moesten dus de cultuur en de tradities ondergraven worden.

Kulturkampf

De Rote Armee Fraktion bewees alvast met haar vaak extreem gewelddadige acties dat mei ’68 duidelijk meer was geweest dan een cocktail van op hol geslagen hormonen, een flinke scheut anarchisme en maoïstische retoriek overgoten met de verveling van de middenklassejeugd op het einde van de ‘golden sixties’De klassenstrijd werd vervangen door een nieuwe ‘Kulturkampf’, een cultuurstrijd met als inzet niet alleen de radicale omverwerping van de maatschappij, maar ook voor het morele kompas van dezelfde maatschappij.

File:RAF-Logo.svg

Ontstaan RAF

Het verhaal van de RAF begon op 14 mei 1970. Op die dag interviewde de journaliste Ulrike Meinhof – die verbonden was aan het linkse magazine Konkret – in de universiteitsbibliotheek van Berlijn-Dahlem, de charismatische ‘drop-out’ Andreas Baader. Die zat op dat ogenblik een gevangenisstraf van drie jaar uit wegens het stichten van brand in twee warenhuizen in Frankfurt am Main in april 1968, maar mocht in de bibliotheek geïnterviewd worden. Plotseling stormden drie gewapende personen, aangevoerd door Baaders’ liefje Gudrun Ensslin, de ruimte binnen. De bewakers werden overmeesterd en Baader, Meinhof en hun kompanen wisten in een mum van tijd te ontkomen.

Een paar dagen later werd de Rote Armee Fraktion opgericht met de voortvluchtige Andreas Baader, Gudrun Ensslin en Horst Mahler als stichtende leden. Iets later vervoegde ook Ulrike Meinhof – die zich al snel als het ideologische brein zou profileren – de club en duurde het niet lang voor de groepering ook als de ‘Baader-Meinhofgroep’ bekendheid verwierf.

Extreem geweld

De RAF was fel gekant tegen het kapitalisme, de Vietnamoorlog en de zittende machthebbers in de Bondsrepubliek met een naziverleden. Ze waren tegen het leger en de politie en natuurlijk voor de ‘Grote Proletarische Revolutie’. Inspiratie voor hun optreden haalden ze uit de geschriften van Lenin, Mao en natuurlijk de onontbeerlijke Che Guevara, hét icoon van een verblinde generatie…

De groep schuwde extreme geweldpleging niet. Geweld tegen personen was geoorloofd, zo verklaarde Ulrike Meinhof op 15 juni 1970 : “Iemand in een uniform is geen mens (…) Het is verkeerd met zo iemand te discussiëren en natuurlijk mag er worden geschoten.” In de volgende twee jaren was de groep verantwoordelijk voor meerdere bankovervallen, inbraken en bomaanslagen. Hierbij verloren vier Amerikaanse militairen het leven en waren er tientallen gewonden te betreuren. Niet voor niets werden de RAF-leden de meest gezochte personen in de Bondsrepubliek.

File:Ulrike Meinhof als junge Journalistin (retuschiert).jpg
Ulrike Meinhoff als journaliste in 1964 – foto (c) Wikipedia.

“Schweine”

Er werd een massale klopjacht op hen geopend. Tussen 7 en 15 juni 1972 volgde een golf van arrestaties. Eerst werd Gudrun Ensslin opgepakt in Hamburg en een paar dagen later waren Holger Meins en Andreas Baader aan de beurt na een vuurgevecht, waarbij Baader gewond was geraakt. De tv-beelden waarop te zien was hoe een schuimbekkende Baader vanaf de brancard waarmee hij van het strijdtoneel werd afgevoerd de hem omringende agenten voor “Schweine” uitmaakte, gingen de wereld rond. De daaropvolgende dagen werden nog eens veertig personen aangehouden, op verdenking van betrokkenheid bij RAF-terreuraanslagen. Maar Ulrike Meinhof was nog voortvluchtig. Zij kon op 15 juni in Langenhagen bij de kraag worden gevat nadat ze was verklikt door een medestander.

Alle RAF- kopstukken werden tot lange gevangenisstraffen veroordeeld. Wegens het grote gevaar voor de Duitse samenleving werden de opgepakte groepsleden in extra bewaakte inrichtingen opgesloten en werd er in Stuttgart-Stammheim zelfs een nieuwe, hypermoderne gevangenis uit de grond gestampt. Ulrike Meinhoffs’ verblijf achter de tralies was echter van korte duur. Ze werd op 9 mei 1976 verhangen aangetroffen in haar cel.

File:KAS-Terrorismus-Bild-11944-1.jpg
pamflet van de toenmalige Duitse oppositie CDU – (c) Wikipedia.

‘Duitse Herfst’

Haar dood inspireerde de zogenaamde ‘tweede generatie’ van de RAF om nog gewelddadiger dan de eerste door te gaan met de gewapende strijd. Zij waren verantwoordelijk voor de ‘Duitse Herfst’ in 1977 : een reeks terreurdaden die als enig doel het vrij krijgen van de andere RAF-kopstukken had. Het begon op 30 juli 1977 met de moord op de bankier Jürgen Ponto. Kort daarop werd werkgeversvoorzitter Hanns-Martin Schleyer ontvoerd en de Lufthansa-vlucht 181 gekaapt door de Palestijnen van het PFLP. Daarbij werd na een landing in Mogadishu de piloot gedood alsook drie van de vier kapers. De rest van de bemanning en de passagiers bleven ongedeerd door de reddingsoperatie van Duitse commando’s. Op 18 oktober 1977, de dag na de kaping, werden Ensslin en haar medegevangenen, Andreas Baader en Jan-Carl Raspe, dood aangetroffen in hun cel. Officieel waren ze omgekomen door zelfmoord, maar sympathisanten hielden jarenlang vol dat ze geëxecuteerd waren. De dag daarna werd de ontvoerde Schleyer dood aangetroffen in de kofferbak van een auto, net over de Franse grens bij Mulhouse. De terreurdreiging en de angstgolf die zich van het land meester maakte tijdens de ‘Duitse Herfst” was zo groot geweest dat de overheid zich genoodzaakt zag om vergaande noodwetten in te voeren, waardoor Duitsland op erg korte tijd bijna in een politiestaat was veranderd.

Na 48 dodelijke slachtoffers, tientallen gewonden en enorme materiële schade ontving het persbureau Reuters net geen 28 jaar na de stichting van de RAF, op 20 april 1998 om precies te zijn, een verklaring waarin de RAF aankondigde zichzelf op te heffen.