Bij liberale partijen zijn personen en postjes belangrijker dan principes
COMMENTAAR – door Pieter de Jonge – www.doorbraak.be .
Aan de Rijksuniversiteit Groningen wordt gewerkt aan de biografie van Pieter Oud (1886-1968), medeoprichter en eerste partijleider van de rechts-liberale VVD. De beschrijving van dit onderzoek bevatte aan het einde een veelzeggende zin : anders dan bij socialistische en confessionele beginselpartijen, staat in het Nederlands liberalisme veelal de persoon van de politicus centraal.
De spijker op zijn kop. Het geldt misschien nog meer voor het links-liberale D66. Iedereen kent en kende de partijleiders, weten waar de partij voor staat is een tweede. Pas in 1998 werd gekozen voor de zelfomschrijving ‘sociaalliberaal’. Tegen de zin van D66-prominent Hans van Mierlo, die het liever als zelfstandige stroming had gezien.
De VVD heeft zich meestal geprofileerd als centrumrechts. Partijleiders met een rechtse uitstraling wonnen zetels. Partijleiders die naar het midden wilden verloren die. Keerzijde : de VVD was, meer dan andere partijen, afhankelijk van de aanvoerder.
Dit was al het geval voordat VVD-lijsttrekker Mark Rutte in 2010 de eerste liberale premier werd sinds Pieter Cort van der Linden (1913-1918). Nieuw was dat de VVD-leiding daarna actief werkte aan het inperken van ledeninvloed. Communicatiemedewerkers bepaalden per verkiezing wat gezegd moest worden om stemmen te winnen. De dag na de verkiezingen was het partijprogramma al ondergeschikt aan coalitievorming. Al lijkt de wal het schip te keren : voor het eerst sinds de voorzitter direct door de leden wordt gekozen (pas mogelijk sinds 2003), won niet de door de partijtop voorgedragen kandidaat.
Betrokken leden
Bij liberalisme hoort eigen verantwoordelijkheid. De VVD-leden hebben decennialang genoegen genomen met een partij waarvan de leider belangrijker was dan de beginselen. En waren het afgelopen decennium niet alert toen de partijtop de partij omvormde tot een ‘netwerkpartij’ zonder ledeninspraak.
Vlaamse liberale militanten lijken meer betrokken bij hun partij. Liberaal Vlaams Studentenverbond, Liberaal Vlaams Verbond, een Liberaal Archief (omgedoopt tot ‘Liberas’), denktanks als Liberales en Libera! – Vlaamse liberalen zijn goed georganiseerd. En bereid om na te denken en te discussiëren over beginselen en principes.
Kom daar maar om in Nederland ! Ja, wij hebben sinds 1954 de TeldersStichting, maar of VVD-mandatarissen zich daar veel aan gelegen laten liggen ?
Weet u, aan het einde van de negentiende eeuw wilden de Nederlandse liberalen vasthouden aan het principe dat politici via kiesdistricten werden gekozen, en vervolgens stemden ‘zonder last en ruggenspraak’. Dat mandatarissen in het parlement facties van gelijkgezinden vormden kon nog net, maar partijvorming ? Dan zouden groepsbelangen en deelbelangen boven het algemeen belang gaan !
Eén partij voor alle liberale stromingen heeft Nederland nooit gehad. En het lijkt erop dat personen belangrijker bleven dan partijen
Maar de andere politieke stromingen hadden partijen gevormd en dus moesten de liberalen op den duur mee. Eén partij voor alle liberale stromingen heeft Nederland nooit gehad. En het lijkt erop dat personen belangrijker bleven dan partijen. Toegegeven, liberalen hechten waarde aan het individu, maar toch.
Vlaamse liberale politici
De jaloezie ten opzichte van de Zuidelijke Nederlanden duurde niet lang. Het volstond om het rijtje langs te lopen.
Oud-partijleider Guy Verhofstadt en huidig justitieminister Vincent van Quickenborne waren zo principieel, dat zij meer dan eens van onderstroming binnen het liberalisme wisselden. Op momenten dat dit hun verdere loopbaan uitkwam.
Partijmastodont Herman De Croo verhief dienstbetoon (cliëntelisme ?) tot deugd. Dit hielp hem een halve eeuw mandataris te blijven.
De links-liberale Bart Somers zette zich af tegen (Vlaams-)nationalisme, om in 2019 vicepremier te worden van een door liberaal-conservatieven geleide Vlaamse regering. Hij wilde maar al te graag met Sihame El Kaouakibi gezien worden toen zij nog stemmen opleverde, om haar te negeren vanaf het moment dat zij in opspraak raakte.
Sven Gatz stapte in 2019 tegen de wil van de landelijke Open Vld in de Brusselse coalitie, om minister te blijven. Somers, Gatz en Van Quickenborne stapten elk op een gegeven moment van (opvolgers van) de Volksunie over naar de liberalen. Telkens als het liberalisme electoraal meer perspectief bood.
Is het anders bij de Franstalige liberalen ? De loopbaan van Charles Michel draaide om het zo snel mogelijk verwerven van functies, zonder zich vooraf af te vragen wat te doen als hij die eenmaal bekleedde. Het hoofdstuk Georges-Louis Bouchez is nog onvoltooid. Vooralsnog vestigt hij meer aandacht op zijn persoon dan op een duidelijk ideologisch profiel van MR.
Nederlandse liberalen, in ieder geval die van de VVD, verkiezen zakelijkheid. Belgische liberalen zullen eerder over liberale waarden beginnen. Het verschil in retoriek vertaalt zich alleen niet in ander gedrag. Vasthouden aan uitgangspunten bemoeilijkt regeringsvorming. Een regeringspartij heeft meer banen te verdelen.
Guy Verhofstadt
Guy Verhofstadt was Belgisch premier van 1999 tot 2008. Mark Rutte werd premier van Nederland in 2010 en is het nog steeds. Partijleider werd Rutte pas in 2006. Verhofstadt leidde de Vlaamse liberalen van 1982 tot 2008.
Mensen kunnen in de loop van hun leven en/of hun loopbaan tot andere inzichten komen. Journalistieke biografen zijn het erover eens dat Verhofstadt niet geleidelijk van mening veranderde. Integendeel, tenminste twee keer heeft hij een ‘bekering’ meegemaakt. Als jong politicus las hij, in de nachttrein op vakantie naar Italië, een boek over wat Frans Verleyen nog het ‘nieuwe liberalisme’ noemde. Dit veranderde hem in ‘baby Thatcher’. Eind jaren ’90 zou hij net zo onvoorwaardelijk overstappen naar het sociaalliberalisme. Inzichten die hij documenteerde in zijn pamflet De Belgische ziekte. Diagnose en remedies (1997). Dan blijft nog buiten beschouwing dat hij zich eind jaren ’80 ging inspannen voor een autonoom Vlaanderen, om als premier iedere vorm van nationalisme te verwerpen en als Europarlementariër te streven naar een federaal Europa. Iedere meningsverandering werd net zo hartstochtelijk en onvoorwaardelijk uitgedragen als de vorige.
Voor Verhofstadt volstond het nooit zelf nieuwe wegen in te slaan. Telkens moesten anderen overtuigd worden hetzelfde te doen, te beginnen met zijn partijgenoten
Voor Verhofstadt volstond het nooit zelf nieuwe wegen in te slaan. Telkens moesten anderen overtuigd worden hetzelfde te doen, te beginnen met zijn partijgenoten. De liberalen veranderden daarbij twee keer van naam.
De nadelen werden duidelijk toen hij zijn partijleiderschap aan de wilgen hing. Voor iedere organisatie geldt dat als dezelfde leider of directeur te lang blijft zitten, mogelijke opvolgers hun loopbaan elders voortzetten. Onder grote bomen bloeit weinig. Door de vele koerswijzigingen kampte Open Vld daarnaast met een inhoudelijk probleem. Waar stond de partij voor ? Was het meer dan een vehikel om Verhofstadt aan de macht te brengen ? Veertien jaar later heeft Open Vld daar nog geen antwoord op.
Nederlandse en Duitse liberalen
Weinig Nederlanders volgen de politiek in hun twee buurlanden. Binnen de VVD zullen dus weinig mensen bekend zijn met de lotgevallen van Open Vld. Wie dat wel is, schrikt van de overeenkomsten tussen de Verhofstadt-VLD en de Rutte-VVD.
In het gemeenschappelijke buurland Duitsland is het weinig beter. Voor een uitgebreide geschiedenis van de Freie Demokratische Partei (FDP) ontbreek hier de ruimte. Voor nu volstaat dat de FDP van 1974 tot 1992 geleid werd door Hans-Dietrich Genscher (1927-2016), van 2001 tot 2011 Guido Westerwelle (1961-2016) en sinds december 2013 door Christian Lindner. Telkens herhaalt zich hetzelfde patroon : de FDP draait volledig om de aanvoerder. Iedereen weet wie dat is, andere liberale politici raken ondergesneeuwd, net als de partijstandpunten. Zodra de leider aftreedt of verzwakt, blijft er niks over. Bij de federale verkiezingen van 2013 haalde de FDP de kiesdrempel niet en verdween vier jaar uit de Bondsdag.
Waarom Genscher positief verschilt van de andere vier liberale partijleiders, is voor een andere keer. Blijft over dat in België, Nederland en Duitsland liberalen het moeilijker vinden dan andere partijen om duidelijk te maken waar ze voor staan en om tijdig geschikte opvolgers te vinden voor de partijchef. Zeer waarschijnlijk het gevolg van eenzijdig alle aandacht vestigen op de nummer één.
In Vlaanderen lijken andere partijen dit over te nemen. Wie kan zich de N-VA voorstellen zonder Bart De Wever ? Iedereen weet wie Conner Rousseau en Sammy Mahdi zijn, maar wat is het inhoudelijke profiel van Vooruit en CD&V ?
Als dat de laatste liberale bijdrage aan de Belgische politiek wordt…
PIETER DE JONGE
Pieter de Jonge is historicus. Hij publiceert regelmatig op www.historiek.net en is Nederland-correspondent voor Doorbraak.be.
Foto’s (c) Gazet van Hove.