door Filip Van Laenen in ’t Pallieterke.

Verleden week namen de overblijvende Antwerpse stadsdichters collectief ontslag. Blijkbaar dachten ze daarmee het stadsbestuur tot inkeer te kunnen brengen over het conflict met Ruth Lasters, maar ze overspeelden schromelijk hun hand. De functie van stadsdichter werd gewoonweg afgeschaft, terwijl de N-VA op de sociale media een rake cartoon van Van Mol verspreidde.

De Antwerpse stadsdichters zijn een uitvloeisel van een initiatief in Nederland, waar in januari 2000 een verkiezing voor een ‘dichter des vaderlands’ georganiseerd werd. Helemaal vlotjes liep die eerste benoeming niet, want Rutger Kopland, die de meeste stemmen kreeg, bedankte voor de eer omdat het volgens hem te veel werk zou vergen. Gerrit Komrij werd daarmee de eerste Nederlandse dichter des vaderlands. In het zog van dit initiatief verkozen of benoemden een aantal steden ook stadsdichters, en Antwerpen kon natuurlijk niet achterblijven. Zodoende werd in 2003 Tom Lanoye tot de eerste Antwerpse stadsdichter verkozen.

Theoretisch een goed idee

In theorie valt er wel iets voor te zeggen, stadsdichters die de opdracht krijgen voor bepaalde gelegenheden of over zaken van algemeen belang een gedicht te schrijven. Voor de ene is het een erkenning van verdiensten, voor opkomend talent een kans op wat meer naambekendheid. We zijn het vaker wel dan niet oneens met de politieke opvattingen van Tom Lanoye, maar de man weet wel zijn zinnen te formuleren. Een aantal van zijn opvolgers behoorden duidelijk tot de tweede garnituur. We hebben geen flauw idee hoe het zat met de dichterlijke kwaliteiten van de laatste vijf stadsdichters, maar dat ze met z’n vijven benoemd werden is in onze ogen niet meteen een indicatie dat ze alle vijf overliepen van talent. Of beter gezegd, alle zes, want blijkt dat één van de vijf stadsdichters eigenlijk een collectief van twee dichters was.

De Antwerpse schepen van cultuur, Nabilla Ait Daoud, kreeg de afgelopen dagen bakken kritiek over zich heen – enfin, toch vanuit linkse hoek. Maar als Nabilla Ait Daoud, en bij uitbreiding haar partij de N-VA, echt kritiek verdient, dan wel omdat ze tot voor kort zonder verpinken meestapte in dit soort absurd theater.

Cultuurpostjes links gekaapt

Dat het vroeg of laat tot een conflict moest komen, stond in de sterren geschreven. Theoretisch valt er dus wel iets te zeggen voor het concept van een stadsdichter. Maar in de praktijk wordt zoiets vrijwel meteen gekaapt door links voor politieke doeleinden. Ruth Lasters schreeuwt vandaag uit dat het haar taak als stadsdichter niet was om alleen maar promogedichtjes voor het stadsbestuur te schrijven. Zou ze dat ook gezegd hebben als het stadsbestuur een duidelijk linkse stempel had gehad?

Nabilla Ait Daoud en de N-VA hadden er dus beter aan gedaan om het hele concept van de stadsdichters al veel eerder af te schaffen. Zeker, dat had hen een pak kritiek opgeleverd, maar niet meer dan de kritiek die ze nu krijgen. Maar het had wel een pak geld uitgespaard.

Maar telkens de N-VA ergens aan de macht komt, kan ze niet aan de verleiding weerstaan om mee te spelen in het spel van de subsidies en de benoemingen in de cultuursector. Zo hoopt ze in het gevlij van die cultuursector te komen, maar keer op keer blijkt het vergeefs te zijn. Vlaams minister-president Jan Jambon kan ervan meespreken.

Heeft de N-VA haar les geleerd ?

Maar misschien is er toch enige hoop. In plaats van door het stof te kruipen, koos de Antwerpse N-VA ervoor een cartoon van Van Mol te delen. De woede die dat opleverde bij de linkse bobo’s was gigantisch, en dat heeft zo zijn redenen.

Ten eerste was de cartoon raak: behalve de betroffen stadsdichters zelf en een paar van hun collega’s is er in Antwerpen geen kat die hen zal missen, hoewel men tekeer ging alsof Antwerpen verleden week getroffen werd door een ramp van Bijbelse proporties.

Ten tweede is Van Mol een nogal verdachte cartoonist, die al eens een tekening laat publiceren in druksels van eerder laag allooi, zoals dit weekblad bijvoorbeeld. Dat de N-VA uitgerekend in deze affaire ervoor kiest te antwoorden met een cartoon van zijn hand is op zich al een provocatie.

Ten derde overspeelden de stadsdichters hun hand. Blijkbaar had men gedacht dat Nabilla Ait Daoud op haar blote knieën zou komen smeken dat ze hun ontslag zouden intrekken, dat ook Ruth Lasters zou mogen terugkomen en dat haar gedicht ‘Losgeld’ alsnog door de persdiensten van de stad massaal verspreid zou worden. Niet dus. Maar ten vierde was er vooral de absolute machteloosheid. Coalitiepartner Vooruit koos ervoor om de N-VA gewoon te laten doen. Een vage oproep om Nabilla Ait Daoud te laten ontslaan werd niet opgevolgd. Ondertussen moest men bij de Antwerpse bevolking in tijden van inflatie met een vergrootglas zoeken naar enige sympathie voor de stadsdichters, laat staan dat er sprake was van zelfs nog maar een zwak protestje tegen het cultuurbeleid van Nabilla Ait Daoud. De linkse honden blaften, maar de karavaan trok schouderophalend voort. Pijnlijk.

Foto’s (c) Gazet van Hove.