De Ceulaer vergelijkt het GO! met het Iran van de ayatollahs

COLUMN – door Philippe Clerick – www.doorbraak.be .

Joël de Ceulaer heeft een van zijn ‘satirische brieven’ aan de hoofddoek gericht. Bij zo’n stuk van Joël voel ik mij vaak als een kind in een snoepwinkel waar alles gratis is : in bijna elke zin zit iets lekkers om op te sabbelen. Ik weet niet waar ik eerst naar moet grijpen.

Crèches

Eerst vergelijkt Joël de harde houding hier ten lande tegenover hoofddoek-draagsters met de milde beoordeling van misstanden in de crèches. Als peuters worden ‘geslagen, vastgekleefd en met het hoofdje in de toiletpot geduwd’, dan wordt dat, schrijft Joël, ‘op alle niveaus gedoogd dan wel genegeerd of door de vingers gezien.’ Als ik zoiets lees, is mijn eerste reactie om in de lach te schieten. Joël doet hier denken aan een tooghanger die bralt dat de politie veel te snel boetes uitschrijft voor snelheidsovertredingen, maar moorden en verkrachtingen ‘door de vingers ziet’. ’t Is waar, die tooghanger stemt waarschijnlijk voor een andere politieke partij dan Joël.

In de volgende alinea maakt Joël een vergelijking tussen Iran, waar de hoofddoek verplicht is, met het gemeenschapsonderwijs (GO!), waar de hoofddoek verboden is. ‘Ik hoop dat het ooit doordringt,’ schrijft hij, ‘dat een verbod hetzelfde is als een verplichting.’ ’t Is waar, je kunt met enig trekken en duwen elke bepaling zowel als verplichting (hoofdoek!) of als verbod (niet blootshoofds !)  formuleren. Dat maakt niet veel verschil. Wat wel een verschil maakt, is de partijdigheid of onpartijdigheid van een bepaling. In Iran bijvoorbeeld is er geen algemeen verbod om blootshoofds rond te lopen. Er is in Iran juist een heel precieze verplichting dat alleen het vrouwelijke deel van de bevolking treft.

Onderhorige vrouw

Er zijn andere, dwingender redenen om de vergelijking tussen Iran en het GO! te verwerpen. De verplichting van de ayatollahs en het verbod van het GO! komen voort uit een andere motivatie en worden opgelegd met een ander doel. De hoofddoek in Iran is een onderdeel van de onderhorige rol die de vrouw in de fundamentalistische Islam krijgt toebedeeld. Het hoofddoekenverbod in het GO! daarentegen sluit aan bij de twee eeuwen oude idee van een neutrale lekenstaat die neutraal onderwijs organiseert. Ik ga daar verder niet op in, want Joël weet dat ook allemaal. Alleen vergeet hij het te schrijven.

Het verbod van het GO! wordt in ruimte en tijd begrensd door de schoolmuren en de schooluren; de verplichting van de Iraanse overheid daarentegen omvat de hele openbare ruimte.

Ik wil mij hier beperken tot een evidentie. Het verbod van het GO! wordt in ruimte en tijd begrensd door de schoolmuren en de schooluren; de verplichting van de Iraanse overheid daarentegen omvat de hele openbare ruimte. Mocht de Iraanse overheid een hoofddoek op scholen verplichten, als onderdeel van het meisjesuniform, zou ik daar niet half zoveel problemen mee hebben, zolang de meisjes en de leraressen die hoofddoek weer mogen afdoen als ze de school verlaten. Dan is het dragelijk.

Atheneum Lier

En zo is het eveneens dragelijk dat de meisjes en leraressen in het GO! hun hoofddoek moeten afdoen bij het betreden van de school, zolang ze hem weer mogen aandoen – als ze dat per se willen – bij het verlaten ervan. Joël haalt het geval aan van die ‘sympathieke, gemotiveerde en welbespraakte’ Chaïmae Bentouhami die op de televisie haar wens kenbaar maakte om lerares-met-hoofddoek te worden. Goed, dan wil ik nog een stap verdergaan : de welbespraakte mag van mij haar hoofddoek ook dragen in de lerarenkamer, zolang ze hem maar afdoet in de klas.

Segregatie

Joël verwijt het GO! dat het inconsequent is. Het onderwijsnet streeft zogezegd neutraliteit na, maar organiseert zelf de gesegregeerde lessen voor ‘islamitische, katholieke, joodse en vrijzinnige kindjes’. Het heeft er weinig mee te maken maar ik moet het toegeven : die twee uurtjes per week zijn niet ‘neutraal’. Ze maken onderdeel uit van een historisch compromis dat de liberale founding fathers afsloten met hun katholieke tegenstanders. En van een compromis kun je geen uiterste consequentie verwachten. Trouwens, is die kleine inbreuk op de neutraliteit gedurende twee uur per week een goed argument om nog meer neutraliteit prijs te geven ?

Joodse godsdienst in het GO!

We komen zoetjesaan bij de kern van Joëls betoog, dat ook in de titel is vervat : ‘Het hoofddoekenverbod heeft niets te maken met neutraliteit, maar alles met islamofobie.’ Die Joël toch ! Eerst wordt bij de vergelijking tussen het GO! en Iran elke verwijzing naar doel en motivatie ontweken, en nu wordt die de kern van het betoog. Joël weet dat degenen die de neutraliteit inroepen eigenlijk door islamofobie gedreven worden. Goed, als Joël dat weet, dan weet ik iets anders. Ik weet dat niet bij iederéén neutraliteit een excuus is voor islamofobie.

Islamofobie

Maar ik wil het Joël gemakkelijk maken. Ik zal het alleen over mezelf hebben en dan wil ik schuchter bekennen dat islamofobie bij mij wel een rol speelt. Ik weet dat het niet mag, en dat landen als Qatar internationale conferenties houden om tegen islamofobie te waarschuwen, maar ik geef het toe : ik ben bang. Bang dat het fundamentalisme binnen de islam verder opgang maakt, bang dat die opgang bij moslims de aanpassing aan hun nieuwe land bemoeilijkt, bang dat verschillende godsdienstbeleving van oud- en nieuwkomers tot spanningen leidt, bang van het hellend vlak dat leidt tot aparte sharia-rechtbanken voor bepaalde materies.

Of om bij mijn onderwerp te blijven : bang dat moslimmeisjes die de hoofddoek liever niet dragen het in de toekomst nog moeilijker zullen krijgen om dat vol te houden. Mocht ik daar allemaal niet bang voor zijn, mocht ik met andere woorden minder islamofoob zijn, dan dacht ik misschien anders over hoofddoek en lekenstaat.

Joël geeft een andere invulling aan het begrip islamofobie. Hij ziet er het onvermogen in ‘om onder elke hoofddoek gewoon de mens te zien in plaats van de vermeende ideologie.’ Joël heeft hier een kruimel van gelijk. Bij het beoordelen van mensen die we niet kennen gaan we al te snel af op uiterlijke kenmerken : op die ongepoetste schoenen, op die tatoeages, op dat roze geverfd haar, op die kaalgeschoren linkerslaap die het gezicht van een mooi meisje ontsiert. Vooroordelen zijn des mensen.

Lekenstaat en christianofobie

Maar stel nu dat Joël hier gelijk zou hebben – dat islamofobie een kwestie is van vooringenomen reflexen – dan nog klopt het niet om die islamofobie af te wegen tegen iets als neutraliteit. Het gaat om twee verschillende sferen. Islamofobie is, als je wil, een deel van het probleem, en neutraliteit is een deel van de oplossing. Het is juist omdat we als mensen behept zijn met vooroordelen en fanatisme dat het goed is dat we die in sommige contexten minstens symbolisch afleggen. En dat moet gebeuren volgens neutrale spelregels waarbij de verschillende godsdiensten minstens formeel gelijk worden behandeld. Dat is het hele eieren eten van de neutraliteit. De Franse lekenstaat heeft ongetwijfeld zijn wortels in antikatholieke vooroordelen en christianofobie. Dat neemt niet weg dat hij alles samen een redelijk kader geboden heeft om de conflicten tussen katholieken en antikatholieken te temperen.

De leeuwenvlag

Naar het einde van zijn stuk komt Joël goed op dreef. ‘Menig Vlaams-nationalist wordt razend als men zijn zwart-gele leeuwenvendel een collaboratievlag noemt in plaats van een strijdvlag. Terecht. Tegelijk prediken diezelfde lieden dat iedere hoofddoek een teken van onderdrukking is – terwijl dat overduidelijk helemaal niet het geval is.’

Ook hier wil ik een heel klein stukje met Joël meegaan. Een uitspraak over ‘iedere hoofddoek’ is een veralgemening, en een veralgemening in het maatschappelijke debat is gevaarlijk. Een moslima die een hoofddoek draagt wordt niet noodzakelijk, altijd, en zonder uitzondering, meer onderdrukt dan een moslima of een oud-Vlaamse die zo’n hoofddoek niet draagt. Maar zoals men zich terecht kan bezinnen over de algemene symboolwaarde van de zwart-gele vlag in de middeleeuwen, tijdens de oorlog, in de jaren vijftig en nu, zo kan men zich ook bezinnen over de algemene symboolwaarde van de hoofddoek sinds de Iraanse ayatollah-revolutie.

Tot slot spreekt Joël  zijn hoop uit dat de hoofddoek-discussie niet in een eeuwige loop blijft vastzitten. Dat hoop ik ook. De discussie mag voor mij zelfs onmiddellijk worden stopgezet. Ik ben voorstander van het status-quo. De hoofddoeken moeten op straat niet verboden worden, zoals CD&V’er Hendrik Bogaert ooit voorstelde, ze moeten geen aanleiding geven tot een extra belasting, zoals Filip De Winter ooit voorstelde, en ze moeten niet in het GO! worden toegelaten, zoals Joël de Ceulaer nu voorstelt. Je suis demandeur de rien.

PHILIPPE CLERICK

Philippe Clerick (1955) houdt een blog bij van wat hem te binnenvalt over Karl Marx, Tussy Marx en Groucho Marx. En al de rest.

Foto’s (c) Gazet van Hove.