Linkse boycot bedreigt vrijheid van meningsuiting

COLUMN – door Mathieu Cockhuyt – www.doorbraak.be .

Op 1 december zakt Vlaams Belang-politicus Filip Dewinter af naar de Arteveldestad. Op vraag van de studentenvereniging KVHV zal hij een lezing geven over zijn omstreden boek Omvolking. Niet lang na de aankondiging van de lezing rolde een golf van verontwaardiging over de opiniepagina’s van de zogenaamde kwaliteitskranten. De boodschap was steeds dezelfde : UGent moet de lezing verbieden. Daar ben ik het uiteraard niet mee eens.

De enige gegronde reden om iemand het spreken te verbieden is wanneer zijn of haar optreden een bedreiging inhoudt voor de openbare orde. Dat is hier duidelijk niet het geval. Dat mijn Alma Mater, na bedreigingen van linkse activisten, beslist om de lezing niet te verbieden, maar op een andere campus te laten doorgaan, is dus de enige juiste beslissing.

Willekeur

An Van Raemdonck, verbonden aan het onderzoekscentrum Cultuur en Gender (UGent), is het hier niet mee eens en schrijft in een opiniestuk in De Morgen dat gevaarlijk gedachtegoed geen podium verdient binnen de universiteitsmuren. Nou, moe ! Behoort het dan niet tot de kerntaken van het hoger onderwijs om de leefwereld van studenten te verruimen en niet te bevestigen, laat staan te vernauwen ? Behoort het dan niet tot de kerntaken van het hoger onderwijs om het kritisch denken van jongvolwassenen aan te scherpen ?

In elk geval zet deze uitspraak de deur wagenwijd open voor de willekeur van het ‘juiste woord’ en de criminalisering van elke dissidente stem

In elk geval zet deze uitspraak de deur wagenwijd open voor de willekeur van het ‘juiste woord’ en de criminalisering van elke dissidente stem. Welke verlichte despoot zal voor het voetlicht treden en bepalen welke mening (on)toelaatbaar is ? Wat als de machtsverhoudingen wijzigen en anderen bepalen dat jouw gedachtegoed gevaarlijk is, en dus moet worden verboden ? Dat is wat de nazipartij deed toen ze aan de macht kwam : de bestaande machtsmiddelen gebruiken om tegenstanders het zwijgen op te leggen.

Filip Dewinter in Hove

Verlichting

Hoever reikt het vrije woord ? Deze vraag is al sinds de periode van de Franse Revolutie een twistappel. Het was Kant die in 1784 in zijn essay Beantwortung der Frage : Was ist Aufklärung ? de kat de bel aanbond en ‘sapere aude’ tot de grondslag van de Verlichting uitriep. Durf te weten betekent immers dat er onbegrensd moet worden geschreven, nagedacht en gedebatteerd. Mensen worden nu eenmaal niet gepokt en gemazeld uit moeders schoot geworpen. Er is geen vrijheid van denken zonder vrijheid van meningsuiting.

Het recht op vrije meningsuiting is simpelweg zinledig als het enkel geldt voor meningen die men goedkeurt

Voltaire was de oervader van bovenstaande gedachte en wordt vooral – verkeerdelijk, maar dat is een ander verhaal – herinnerd om volgende uitspraak : ‘Ik ben het niet eens met wat u zegt, maar ik zal het recht om het te zeggen tot de dood toe verdedigen.’ Het recht op vrije meningsuiting is simpelweg zinledig als het enkel geldt voor meningen die men goedkeurt. Juist wanneer het om schokkende meningen gaat, die indruisen tegen de eigen overtuiging, moet dat recht feller dan ooit verdedigd worden. Er is dan ook geen sprake van het recht om niet beledigd te worden.

Maar ook tijdens de Verlichting was er al een denkstroming die de deur op een kier zette voor een inperking van het vrije woord. De jakobijnen verboden zogenaamde ‘mauvais livres’, wat dat ook moge betekenen. Ook toneelstukken die de spot dreven met de jakobijnse leiders, zoals L’ami des lois, kregen te maken met censuur. Brissot, de leider van de meer gematigde girondijnen, sloeg de nagel op de kop : ‘Er bestaat nog maar weinig vrijheid van meningsuiting wanneer de angst voor verdachtmakingen en laster regeert.’

proffen zijn vaak slachtoffer van intimidatie

Angstcultuur

De angstcultuur waar Brissot op alludeerde maakt momenteel opgang in ons hoger onderwijs. De academische zelfcensuur wenkt. Vooral in de sociaalwetenschappelijke richtingen lopen vorsers op eieren. Het gevolg is dat maatschappelijke debatten meer en meer verzanden in een loopgravenoorlog, zonder debat die naam waardig. En de intolerantie voor andersdenkenden gaat ver. Bij de start van vorig academiejaar luidde de rector van de KU Leuven, Luc Sels, de alarmbel. Hij merkt op dat professoren steeds vaker het slachtoffer zijn van intimidatie.

De toenemende trend om gastsprekers op de universiteitscampus te boycotten is tekenend voor deze cultuur van intimidatie

De toenemende trend om gastsprekers op de universiteitscampus te boycotten is tekenend voor deze cultuur van intimidatie. The Foundation for Individual Rights in Education (FIRE) hield de voorbije twintig jaar cijfers bij over het ‘annuleren van gastsprekers onder links activistische druk’ op Amerikaanse universiteiten. In bijna de helft van de gevallen ging de universiteit door de knieën en ging de lezing niet door. In 2017 gaf bijna zes op de tien Amerikaanse studenten aan dat ze op een campus niet willen blootgesteld worden aan ‘intolerante of chargerende ideeën’. Anders gezegd : je mag het denken van iemand niet meer in vraag stellen. Ver van ons bed zou je denken, maar zoals steeds waaien Amerikaanse trends over naar ons landje. Ik herinner me een lezing in 2017 van toenmalig staatssecretaris voor Asiel en Migratie Theo Francken (N-VA) die onmogelijk werd gemaakt door linkse activisten.

Theo Francken

In de 19de eeuw was ons land een toonbeeld van het open debat. Onze, voor die tijd, liberale grondwet zorgde ervoor dat Multatuli en Karl Marx hun toevlucht zochten in Brussel om daar respectievelijk Max Havelaar en het Communistisch Manifest te schrijven. Ik ben er niet van overtuigd dat Multatuli en Marx nu nog bij ons onderdak zouden vinden.

Bij de afweging over het al dan niet inperken van de vrije meningsuiting lijkt me het criterium van dreigend en onmiddellijk gevaar voldoende als juridische afdekking. Subjectieve gevoelens horen immers nooit de grenzen van vrijheid in te perken. Voor je het weet eindig je met het dictaat van de langste tenen. Daarom kiezen we er beter voor om niet de luisteraar, maar de spreker maximaal te beschermen. Er is nu eenmaal geen beter alternatief.

Karl Marx (1818-1883), ideoloog van het communisme

MATHIEU COCKHUYT

Mathieu Cockhuyt (1993) behaalde een bachelor in de sociale wetenschappen en een master in de criminologie. Hij studeert publiek management en is werkzaam als parlementair medewerker van Valerie Van Peel (N-VA). Soms beschouwelijk, soms polemisch van aard mengt hij zich graag in het maatschappelijk debat.

Foto’s (c) Gazet van Hove.