Magnette wil naam blijven gebruiken als Franstaligen en Vlamingen uiteen gaan

COMMENTAAR – door Paul Becue – www.doorbraak.be .

In het boeiende boek De doodgravers van België staat een interessante passage, waarin PS-voorzitter Magnette aan NVA-voorzitter Bart De Wever in mei 2020 vraagt of  het hem ‘zou storen als we (i.e. de Franstaligen) de naam ‘België’ houden ?’

De doodgravers van België

Het is slechts een korte passage in het boek waar je snel over heen gaat. Nochtans is het wel een belangrijke, waar de Franstaligen toch een tipje van de sluier voor hun emotionele band met België lichtten. Het typeert ook de gesprekken die beide partijen destijds hadden.

België

Iedereen is het erover eens dat de naam België voor het eerst verschijnt in de De bello gallico van Julius Caesar, een roemrijke Romeinse veldheer die het lot van de republiek bezegelde. Hij werd ervoor vermoord, maar het was zijn neef en adoptiezoon Octavianus die toch de eerste Romeinse keizer werd. De democratische republiek verloor het pleit, en in de plaats kwam de alleenheerschappij van de keizer.

De stamnaam ‘Belgae’ gaat mogelijk terug op de Indo-Europese wortel ‘belg’ voor ‘zwellen’, zoals in de figuurlijke betekenis van ‘belgen of zich kwaad maken’, ‘opzwellen’ en ‘verbolgen, boos, toornig’

In het vermelde boek schrijft Caesar dat de Belgen de dappersten onder de Galliërs zijn. Belgica was dus een Romeinse provincie van Gallia, bevolkt door onder andere de Nerviërs en de Eburonen die het de Romeinen echt lastig hebben gemaakt. We vinden daar overal in Vlaanderen sporen van : straatnamen, standbeelden, … De stamnaam ‘Belgae’ gaat mogelijk terug op de Indo-Europese wortel ‘belg’ voor ‘zwellen’, zoals in de figuurlijke betekenis van ‘belgen of zich kwaad maken’, ‘opzwellen’ en ‘verbolgen, boos, toornig’. Het is in die zin een verwijzing naar de lichtgeraaktheid van de oude Belgen, die om de minste aanleiding met elkaar oorlog voerden.

standbeeld Ambiorix in Tongeren

Een andere voorgestelde etymologie van de naam ‘Belgae’ is het Gallische woord ‘belo’, wat ‘schitterend’ betekent. De naam ‘België’ verdween na de Romeinse tijd. Het ging op het einde van de vijfde eeuw op in het door de Frankische koning Clovis gestichte Merovingische rijk. ‘Belgica’ werd als Latijnse naam aanvankelijk ook nog als synoniem voor de Zeventien Provinciën (1543-1585) en de Lage Landen gebruikt, maar dook pas echt weer op bij de onafhankelijkheid van de zuidelijke Nederlanden onder de naam ‘Belgique’.

Vlaanderen

Voor de goede orde wijzen we erop dat voor ‘Vlaanderen’ de vroegste gelatiniseerde vermeldingen voorkomen in het eerste kwart van de achtste eeuw in het levensverhaal van Sint-Eligius. Daar verschijnen de ‘Flanderenses’ die wonen ‘in Flandris’. Het komt van het Germaanse woord ‘flaum’, verwant met ‘flow’ in het Engels. Het betekent : ‘omspoeld, overspoeld land dat regelmatig onder water staat’.

Een andere, minder aanvaarde herkomstverklaring is ‘flama’ of ‘flanta’, wat ‘vlak land’ betekent. De naam ‘Vlaanderen’ is dus later ontstaan, maar werd belangrijker dan België door de politieke en economische uitstraling van het middeleeuwse graafschap Vlaanderen. Aan het begin van de zeventiende eeuw werd de provincie ‘Flandria’ gecreëerd voor de Nederlanden en Luik bij de bestuurlijke herinrichting van de jezuïetenorde.

Bij de splitsing tussen noord en zuid werd het zuidelijke gedeelte door de jezuïeten omgedoopt tot ‘provincia Flandro-Belgica’ om de Franstalige delen niet te veel tegen het hoofd te stoten. De naam ‘Vlaanderen’ werd minder belangrijk. Zeker vanaf de Franse revolutie en 1830 met het ontstaan van België. Dat veranderde wel na de Tweede Wereldoorlog onder impuls van de Vlaamse Beweging. De Vlaming heeft een goede identiteitsbeleving en de Vlaamse regering zet daar sterk op in. In het voorjaar wordt de lang verwachte Vlaamse canon bekendgemaakt. Ook de nieuwe succesvolle televisiereeks ‘Het verhaal van Vlaanderen’ speelt daar op in. Het kan allemaal bijdragen tot een hogere waardering van de naam ‘Vlaanderen’.

Economische waarde

We moeten echter toegeven dat op internationaal vlak de naam ‘België’ nog steeds zwaarder doorweegt dan Vlaanderen. Vooreerst zijn er de klassieke producten en hun marketing rond de ‘Belgische’ chocolade, pralines, frieten, … Dat bestaat nog niet voor Vlaamse producten. Het is wel zo dat de Vlaamse schilderschool wereldberoemd is. Het is een weergave van de mercantiele Vlaamse geest die veel welvaart bracht, waardoor welvarende families hun portretten konden laten schilderen en zo de talentrijke schilders ondersteunen.

haven van Antwerpen

Voorts is het vooral in België dat de industriële revolutie zich na Engeland op het Europese vastenland ontwikkelde, met de eerste spoorlijn tussen Brussel en Mechelen. Alle grote bedrijven hadden aanvankelijk vooral een Belgisch karakter met een Franse naam. Dat is nu wel sterk verminderd, maar het weegt nog altijd door. Er zijn ondertussen mooie Vlaamse bedrijven ontstaan onder meer door de sterke groei van onze havens, maar ze hebben in de wereld nog niet dezelfde weerklank. In allerlei economische organisaties, te beginnen met de Europese Unie, is enkel België vertegenwoordigd. Vlaamse ministers nemen wel deel aan sommige vergaderingen, maar Vlaanderen wordt niet aanzien als een lidstaat.

Diplomatie

Ook op diplomatiek vlak zwaait het federale België nog steeds de scepter. Sinds een paar decennia werden er ernstige pogingen ondernomen om een Vlaamse diplomatie te ontwikkelen, bijvoorbeeld met ‘Flanders Investment and Trade (FIT)’ en ‘Vlamingen in de Wereld’, maar tijdens het recente interessante symposium over de publieksdiplomatie bleek dat de federale diplomatie stokken in de wielen van de Vlaamse steekt.

Zo werd er onlangs een circulaire onderschept waaruit blijkt dat de federale diplomatie actief aanstuurt op het omzeilen van de Vlaamse vertegenwoordigers

Zo werd er onlangs een circulaire onderschept waaruit blijkt dat de federale diplomatie actief aanstuurt op het omzeilen van de Vlaamse vertegenwoordigers, of ze nu cultureel, toeristisch of economisch actief zijn. Dat ondanks het principe ‘in foro interno et in foro externo’, dat bepaalt dat de staatkundige entiteiten de aspecten en belangen van de eigen binnenlandse bevoegdheden ook in het buitenland behartigen.

Nederland en Brussel

België zelf is minder gekend dan Nederland/Holland omdat de Nederlanders meer eigen specifieke kenmerken hebben met de tulpen, de windmolens, het ijsschaatsen, … Het heeft ook een lange geschiedenis als onafhankelijk land en is veel homogener dan België. Onze hoofdstad is bij de meeste buitenlanders goed gekend. Dat komt omdat het de zetel is van belangrijke internationale instellingen zoals de NAVO en de Europese Unie. Daardoor vinden er veel belangrijke politieke vergaderingen plaats van buitenlandse staatshoofden, die uitgebreid aan bod komen in de buitenlandse nieuwszenders overal ter wereld.

NAVO

Om die reden is Brussel zelfs bekender dan België. Dat komt door de centrale ligging van de hoofdstad in Europa, maar ook omdat ze zich bevindt op de grens van de Latijnse en Germaanse cultuur. Om die reden is de talenkennis van de Brusselaars goed, en is men over het algemeen ook pragmatisch ingesteld. Belgen komen zo ook relatief veel aan het hoofd van internationale instellingen, alhoewel dat eveneens is toe te schrijven aan het feit dat een klein land politiek neutraler is.

We mogen dus stellen dat de naam ‘België/Belgique’ waarde heeft, en internationaal zelfs meer dan Vlaanderen. Het bovenstaande toont dat wel aan. Zuiver rationeel gezien moeten we erkennen dat de naam ‘België’ waarde heeft door haar geschiedenis en internationaal optreden als onafhankelijke staat. Vlaanderen staat daar nog niet. We mogen dan ook niet vergeten dat het landsdeel dat over de naam ‘België’ beschikt een voordeel heeft en dat kan misbruiken ten nadele van de andere.

PAUL BECUE

Paul Becue is lic. Rechten, TEW en Diplomatieke Wetenschappen. Hij heeft een lange ervaring in de financiële sector. Zijn boeken over kredietverzekering gelden als de referentie.

Foto’s (c) Gazet van Hove.