door Jan Huijbrechts in ’t Pallieterke .

Op 21 februari was het precies 175 jaar geleden dat het ‘Manifest der Kommunistischen Partei’ of ‘Het Communistisch Manifest’ zonder auteursvermelding en in een oplage van 500 exemplaren van de persen rolde bij het drukkerijtje van de Kommunistischer Arbeiterbildungsverein in Liverpool Street, Bishopsgate in Londen. Het boekje, eerder een uitgebreid pamflet van 23 pagina’s, verscheen oorspronkelijk enkel in het Duits en vermeldde in de preambule dat het eerlang in het Engels, Frans, Italiaans, Vlaams en Deens zou worden verspreid. De verkoop van de eerste oplage leverde exact 2 pond, 30 shilling en 9 pence op. Niet meteen een bestseller dus, maar in de loop der jaren zouden er meer exemplaren van dit ‘Evangelie volgens Marx’ over de toonbank gaan dan van pakweg de Bijbel.

File:Communist-manifesto.png

‘Het Communistisch Manifest’ opende met het dreigende “ Een spook waart door Europa – het spook van het communisme” en eindigde met een niet mis te verstane belofte : “De communisten verklaren openlijk dat hun doel slechts bereikt kan worden door de gewelddadige omverwerping van iedere tot nu toe heersende maatschappelijke orde. Dat de heersende klassen sidderen voor een communistische revolutie ! De proletariërs hebben daarbij niets te verliezen dan hun ketenen. Zij hebben een wereld te winnen. PROLETARIËRS ALLER LANDEN, VERENIGT U !”

Das Kapital

Het Manifest was in feite een beknopte samenvatting van de denkbeelden van de Duitse filosofische socioloog en economist Karl Marx, en zijn Engelse ‘partner in crime’ Friedrich Engels over economie, klassenstrijd en revolutie, die later verder zouden worden uitgewerkt in Marx’ magnum opus  ‘Das Kapital’. Deze uiteenzetting was vervat in een ietwat bizar aandoende literaire stijl die duidelijk deed denken aan de indertijd populaire ‘gothic novel’ : de industriële revolutie wordt voorgesteld als een tovenaar die de door hem opgeroepen krachten (de moderne arbeidersklasse en de explosieve bevolkingsgroei) niet onder controle kan houden, een duidelijke verwijzing naar Goethes ‘Zauberlehrling’ en Mary Shelley’s ‘Frankenstein’.

File:Zentralbibliothek Zürich Das Kapital Marx 1867.jpg

De gezaghebbende econoom en socioloog Werner Sombart noemde het boekje “het geniaalste pamflet van de negentiende eeuw”. Zijn communistische collega Boris Nikolajevski noemde het zelfs met enige zin voor marxistisch-leninistische overdrijving “het geniaalste pamflet uit de gehele wereldliteratuur”. Lenin stelde dan weer dat “… dit kleine boekje opweegt tegen complete bibliotheken” en zijn opvolger, de letterlievende Jozef Stalin, sprak zelfs poëtisch over “het lied aller liederen van het marxisme”. De Franse liberale filosoof Raymond Aron was nét iets kritischer en omschreef het, Marx parafraserend, als “opium voor intellectuelen”. Wat er ook van zij, de impact van het Manifest kon niet worden onderschat. Gaandeweg beïnvloedde het niet alleen de ontluikende sociaaldemocratie, maar vooral de communisten en vormde het epistel, inmiddels meer dan een eeuw lang, de ideologische hoeksteen voor moorddadige totalitaire regimes wereldwijd.

Lenin

In Brussel geschreven

Velen zijn intussen vergeten dat het Manifest tussen december 1847 en eind januari 1848 in opdracht van de Engelse Bond der Communisten in Brussel werd geschreven door Marx die in het begin van 1845 naar de Zennestad was verhuisd nadat de grond hem in Pruisen en Frankrijk te heet onder de voeten was geworden. Marx had zich in Brussel genesteld in de kringen van de Duitse diaspora. Gesignaleerd als gevaarlijke man, werd hij door de veiligheidsdiensten echter niet al te ijverig in het oog gehouden. Zolang hij in België niets verkeerds deed, liet men hem ongemoeid. Op 2 februari 1845 – de dag van zijn aankomst – schreef hij al meteen een brief aan koning Leopold I waarin hij “op de meest eerbiedige wijze de vrijheid (nam) Uwe Majesteit te verzoeken (hem) te willen toestaan zich in België te vestigen – Uwer Majesteits zeer nederige en zeer gehoorzame dienaar”.

Karl Marx (1818-1883), ideoloog van het communisme

Zeer nederig was Marx echter alleszins. De eerzuchtige en van ambitie brandende zelfverklaarde leider van het ‘wereldproletariaat’ hield er een uitgesproken bourgeois levensstijl op na, die werd gefinancierd door flink in de slappe was zittende vrienden zoals Friedrich Engels – die in april 1845 ook naar Brussel was verhuisd – en de inkomsten van zijn adellijke echtgenote Jenny von Westphalen, een zuster van de latere Pruisische minister van Binnenlandse Zaken. En zeer gehoorzaam was hij al evenmin. Hij had weliswaar kort na zijn aankomst in ons land plechtig aan de autoriteiten beloofd alleen over filosofie te zullen publiceren, maar hij werkte meteen met trivia mee aan de Duitstalige Brüsseler Zeitung en raakte nauw betrokken bij de oprichting van de radicaal links-republikeinse ‘Association Démocratique’ van de juristen Lucien Jottrand en Karel Spilthoorn. De liberale Waalse flamingant Jottrand werd voorzitter en Marx ondervoorzitter van deze club, maar al snel botsten ze met elkaar. Jottrand – die een rol had gespeeld in de Belgische muiterij van 1830 – huiverde sindsdien van proletarische revoluties en wilde de arbeidersklasse met wettelijke middelen verheffen uit de miserie, een schril contrast met Marx revolutionaire waanbeelden over de dictatuur van het proletariaat.

Naar het cachot

Marx woonde onder meer in de – nu verdwenen – Verbondsstraat bij de Leuvenseweg en de Jean d’Ardennestraat in Elsene. Niet alleen breidde zijn gezin in Brussel gevoelig uit, maar hij schreef er ook – vaak samen met Engels – enkele van zijn belangrijkste werken. Het Manifest werd in een paar weken tijd door hem op schrift gesteld in het pension ‘Bois Sauvage’ aan het Sint-Goedeleplein waar het gezin tijdelijk verbleef. Hij liet zich daarbij vooral inspireren door oudere teksten van Engels, want ook plagiaat was hem niet vreemd. Het was in datzelfde pension dat in de nacht van 3 op 4 maart 1848 adjunct-commissaris Daxbeek met een handvol agenten binnenviel na klachten over het niet naleven van de nachtklok. Marx werd naar zijn papieren gevraagd, maar die toverde – volgens een fraaie legende – het Manifest uit zijn binnenzak. De dienaars van de wet konden er niet mee lachen. Marx en zijn vrouw werden gearresteerd en afgevoerd naar de ‘amigo’, het cachot achter het Brusselse stadhuis. Dit veroorzaakte enig ophef, want een barones die een nachtje tussen de prostituees achter de tralies zat, dat vond iedereen ongehoord en zou later zelfs nog tot parlementaire vragen leiden. Het was echter wel de gedroomde aanleiding om daags nadien de familie Marx het land uit te zetten…

Dumpen

Vandaag tref je het Manifest hoogstens nog tweedehands aan bij De Slegte, wat de kameraden van de PVDA echter niet belette om, ter gelegenheid van de 175ste verjaardag, een herdruk uit te brengen. Blijkbaar beseffen sommigen nog steeds niet dat Marx’ oeuvre beter kan worden gedumpt op de mestvaalt van de geschiedenis waar het met andere communistische parafernalia thuishoort…

foto’s (c) Gazet van Hove – cover : Karl Marx.