door Paul Bäumer in ’t Pallieterke .

Een buitenlandse oorlog ontketenen is al eerder de Russische remedie geweest om een burgeroorlog te vermijden. Denk maar aan de rampzalige oorlog tegen Japan van 1905…

Tijdens het Internationaal Economisch Forum in Sint-Petersburg (14-17 juni 2023) beantwoordde Poetin enkele vragen over de plaatsing van kernwapens in Wit-Rusland. Hij beweerde dat hij daarmee geen agressieve bedoelingen had, maar dat het alleen om “containment” ging, het tegenhouden van westerse agressie. Dat is iets dat alleen in zijn verwrongen verbeelding bestaat. Poetin herhaalde toen ook: “Ik heb al meermaals gezegd dat er extreme maatregelen mogelijk zijn als Rusland als staat bedreigd wordt.” Toen leek dat nog niet aan de orde te zijn. Tenzij in een ruimere psychologische context, die Poetin nooit expliciet zal formuleren.

De context waarin het overleven van Oekraïne als onafhankelijke, democratische staat inderdaad een bedreiging is voor Poetins Rusland. Zijn dictatoriale regime is gebaseerd op de impliciete premisse dat echte democratie en echte vrijheid in Rusland alleen maar tot chaos zullen leiden, en dat een dictatuur het enige alternatief is. Als de Oekraïners een broedervolk van Rusland zijn, en als bij die ‘broeders’ democratie, persvrijheid en vrij ondernemerschap wél werken en niet tot chaos leiden, dan ligt het natuurlijk voor de hand dat Poetins premisse verkeerd is. Zelfs Russen die geen politicologie hebben gestudeerd, kunnen dat inzien.

Russische staat in gevaar

Sinds de muiterij van de Wagner-huurlingen – ooit Poetins eigen bloedhonden – moet men echter niet meer teruggrijpen naar onmeetbare psychologische motieven. We weten niet wat de echte positie van Prigozjin nog is. We weten niet eens of hij echt nog in Wit-Rusland is of alweer in Rusland zelf. Vindt Poetin hem nog bruikbaar of staat hij al op een dodenlijst? Maar die muiterij, en vooral de zwakke reactie daarop, heeft wel bewezen dat de Russische staat inderdaad in gevaar is. Niet door buitenlandse agressie, maar door interne zwakheid. Saint-Exupéry schreef in 1948 in zijn mystieke boek Citadel: “Men kan niets bouwen op slavernij, behalve slavenopstanden.” En dat is eigenlijk wat alle Russische leiders van Ivan de Verschrikkelijke tot Poetin eeuwenlang hebben gedaan. Gorbatsjov en Jeltsin waren de enige uitzonderingen.

Na Prigozjins ‘Mars op Moskou’ schreef de Russische historicus Vladislav Zoebok in Foreign Affairs (28 juni 2023) een bijdrage met de titel ‘Russia’s New Time of Troubles’ en de ondertitel: ‘Het is niet 1917 in Moskou. Het is 1604.’ Deze ‘Tijd van Troebelen’ was de periode van politieke crisis en burgeroorlog (1598-1613), die begon met de dood van de laatste tsaar van de Roerik-dynastie en eindigde toen de eerste Romanov aan de macht kwam. Wat begon als een strijd om de macht in het Kremlin, leidde bijna tot de volledige ondergang van Rusland als natie. In die periode werd het land zelfs tijdelijk bezet door Pools-Litouwse troepen. Allemaal omdat Rusland geen politieke instellingen had buiten het Kremlin.

In heel Europa hadden toen slechts enkele landen een embryonale vorm van democratie, maar er waren meestal wel instellingen die niet helemaal in de greep van de vorsten waren: de aristocratie, de opkomende steden, de gilden, de kerk… Allemaal factoren die de almacht van de koning toch enigszins binnen de perken hielden: het meest nog in Engeland, dat een democratie zou worden, en het minst in Frankrijk, waar dan ook in 1789 de verwoestende revolutie uitbrak.

Weinig geruststellend

Zoebok wijst er terecht op dat het hedendaagse Rusland nog steeds aan dezelfde kwaal leidt als in 1604. Rusland heeft buiten het Kremlin immers geen politieke instellingen die een overgang naar een ander regime in goede banen kunnen leiden. En hij voegt eraan toe dat de meeste Russische leiders altijd banger zijn geweest voor hun eigen bevolking dan voor buitenlandse oorlogen. Poetins woorden over de kernwapens in Wit-Rusland klinken plots veel minder geruststellend. Het wordt misschien niet alleen 1604, maar ook 1905, met kernwapens.

foto’s (c) Gazet van Hove