door Guus van Betten in ’t Pallieterke .

De oplopende vergrijzingskost beroert al langer de gemoederen. Vorige week kwam de regering met een nieuw akkoord over de pensioenhervorming, maar dat stuit op heel wat kritiek.

Vorig jaar pleitte het IMF voor besparingen en een hervorming van de pensioenen om de losgeslagen overheidsfinanciën te beteugelen. De Hoge Raad van Financiën becijferde vorige week dat de sociale uitgaven nog decennialang sneller zullen stijgen dan de economie. De voorzitter van de vergrijzingscommissie bepleitte structurele hervormingen om het tij te keren. Er is veel eensgezindheid rond de nood aan besparingen en hervormingen om een vergrijzingsbankroet af te wenden. Dat de pensioenhervorming net daarin tekortschiet, is dan ook opmerkelijk.

De hervorming van Lalieux

Twee jaar geleden werd het minimumpensioen opgetrokken waarbij het financiële plaatje niet in acht genomen werd. Experten reageerden geschokt over die budgettaire lichtzinnigheid. Daarom koppelde de pensioenhervorming van vorige zomer een werkvoorwaarde van twintig gewerkte jaren aan de toegang tot dat minimumpensioen. Ook werd de pensioenbonus ingevoerd voor wie niet op vervroegd pensioen gaat. Uit berekeningen van het Planbureau bleek toen dat deze ‘besparing’ net méér geld zou kosten. Dat de EU de uitbetaling van relancegeld afhankelijk maakt van budget-neutrale hervormingen noopte de regering tot een nieuwe pensioenhervorming. Die is er nu gekomen. De regering plafonneert daarin de perequatie die het mogelijk maakt om ambtenarenpensioenen te herwaarderen bovenop de indexatie. Daarnaast wordt de sociale zekerheidsbijdrage op hoge aanvullende pensioenen in de privésector verdubbeld. Ten slotte wordt ook de uitbetaling van de pensioenbonus in een nieuw jasje gestoken. Een netto cheque tot 22.645 euro ligt in het verschiet voor wie drie jaar langer werkt dan de datum waarop men met vervroegd pensioen mag gaan.

Snoeiharde kritiek bij pensioenexperts

Volgens econoom Johan Van Gompel is deze besparing onvoldoende om de vergrijzingskost te dekken. Professor arbeidsrecht Marc De Vos ziet de uitgavengroei in de pensioenen zelfs nog versnellen. De pensioenhervorming slaagt er volgens hem niet in om de loopbanen uit te rekken en net dat zou de prioriteit moeten zijn. Monica De Jonghe en Marie-Noëlle Vanderhoven (VBO) ontmaskeren de hervorming als een eenvoudige begrotingsoefening. “Het resultaat is ontoereikend om België opnieuw op de rails te zetten”, is hun conclusie. Arbeidseconoom Stijn Baert stelt op Twitter : “Van een grondige hervorming die effectief werken meer doet lonen in pensioenopbouw is geen sprake.” De daling van de vergrijzingskost van 0,5 procent tegen 2070 wuift hij weg omdat “tegen dan die kosten automatisch met 5 procent van het bbp oplopen.” Ook professor Marjan Maes reageert teleurgesteld. In ‘De wereld vandaag’ hekelt ze het “gemorrel in de marge”. Zij oordeelt dat “men heeft geprobeerd om de status quo te behouden” en is er niet van overtuigd dat de pensioenbonus zal leiden tot langer werken. Econoom Bart Van Craeynest vat in Business AM de algemene teneur samen: “De echte pensioenhervorming die de budgettaire impact van de vergrijzing opvangt, moet nog altijd komen.” De regering denkt niettemin dat Europa tevreden zal zijn.

foto’s (c) Gazet van Hove.