door Wannes Neukermans in ’t Pallieterke .

“La Belgique sera latine ou elle ne sera pas.” Een welbekende uitspraak die wordt toegeschreven aan onder meer Charles Rogier, een van de grondleggers van de Belgische staat. Hij was één van de voorvechters van een eentalig België en verzette zich ook tegen de Vlaamse Grievencommissie die de erkenning van het Nederlands in Vlaanderen voorstelde in haar eindrapport. Dat de regering-Rogier in 1856 de publicatie van het rapport weigerde, zorgde voor een golf van woede in de toen nog prille Vlaamse Beweging. 193 jaar na het ontstaan van België is het duidelijk dat dit land niet ‘latine’ is. Betekent dit dat het land dan ‘niet’ is ? Dat België beter ophoudt te bestaan ?

Aan de vooravond van WO I verscheen het pamflet ‘Wallonie’ van Raymond Colleye. Het was een regelrechte aanval op alles wat geen deel uitmaakt van de Latijnse beschaving. Na de oorlog moest het maar eens gedaan zijn met dat flamingantisme en de Vlamingen moesten maar eens Frans beginnen te spreken. Ook toen werd de slotzin berucht : “La Belgique de demain sera latine ou elle ne sera rien.” Het doel van de Franstalige overmacht destijds was om een België te vormen waarin iedereen Franstalig zou worden : een land dat nauw zou aansluiten bij de Latijnse cultuur en beschaving.

“In theorie zijn er taalwetten”

Grens door ons land

Een halfuurtje rondlopen in ons land en je weet dat dit op cultureel vlak niet het geval is. Ten zuiden van de taalgrens die door België loopt, spreekt men quasi overal in West-Europa een Latijnse taal. Ten noorden van onze taalgrens, spreekt men quasi overal een Germaanse taal. De grens tussen ‘olijfolie-Europa’ en ‘bakboter-Europa’ loopt dwars door ons land heen. De Belgen hebben op cultureel vlak wel wat met elkaar gemeen. De verschillen blijven tegelijkertijd overduidelijk. ‘La Belgique n’est pas latine.’

Tegelijkertijd is België tegenwoordig net heel ‘latine’De staatsschuld van ons land sluit eerder aan bij de landen in Latijnse invloedssfeer (Italië, Portugal, Griekenland, Frankrijk) dan bij de schulden van Nederland, Duitsland, Oostenrijk. En ook die financieel-economische grens loopt dwars door ons land heen. De Waalse schuld is in verhouding vijf keer zo groot als die van Vlaanderen. In tien jaar tijd zal de Waalse schuldenberg vijf keer groter worden en wetstraatjournalist Christophe Deborsu kondigde al aan hoe de Walen na 2024 “op hun knieën zullen moeten bedelen” bij de Vlamingen.

“De fragiele federale regeringscoalitie haalt de kredietwaardigheid naar beneden”

er is geen geld meer …

Tijdelijke creatie

Voor Frankrijk was België een tijdelijke creatie die uiteindelijk zou leiden tot een uitbreiding van het Franse grondgebied. Maar dat was zonder de ambities van Leopold I gerekend : hij werd vanuit het niets koning van een nieuw land en was niet van plan dat zomaar af te geven. Economische relaties aangaan met de Fransen deed hij graag, maar voor politieke bondgenootschappen bedankten hij en zijn politici steevast vriendelijk.

Intussen evolueerde België van een unitair Franstalig koninkrijk naar een federaal land met taalgrenzen, taalpariteit in de Belgische en Brusselse regering, en verplichte representatie van de taalgroepen in de parlementen.

In theorie zijn er taalwetten die nageleefd moeten worden. Maar in Brussel is een kleine minderheid van de hulpdiensten, loketbedienden en dergelijke Nederlandskundig en doen Franstalige politici zelfs beloften aan hun kiesvee om die wanpraktijken in stand te houden. Zo ook Didier Reynders (MR), die tijdens een verkiezingscampagne in Halle-Vilvoorde het volgende aan de Franstaligen vertelde : “S’il y a une patrie à donner aux francophones, s’il y a une patrie à leur faire aimer, c’est une patrie francophone.” Met andere woorden : “La Belgique sera latine ou ne sera pas.”

Welke richting ?

De dag nadat deze uitgave van ’t Pallieterke verschijnt, vieren de Belgen de 193ste verjaardag van hun land. MR bereidt zich met ‘Belgique 2030’ voor op grootse feesten voor de tweehonderdste verjaardag van dit land. In dit weekblad sprak Tom Van Grieken (VB) de wens uit om tegen 2030 in een “vrij Vlaanderen” wakker te worden en naar aanleiding van de Vlaamse feestdag kondigden enkele top-N-VA’ers de revolutie aan, als er niet onderhandeld en hervormd kan worden.

De toekomst van België is hoogst onduidelijk. De grootste twee partijen van Vlaanderen willen dit land grondig veranderen of zelfs opdoeken. Grote hervormingen besluiten op federaal niveau wordt steeds moeilijker, want ook de laatste pensioenhervorming is een flauw afkooksel van wat er écht nodig was. De Studiecommissie voor de vergrijzing wijst al langer dan twintig jaar op de oplopende uitgaven en de nood aan hervormingen. De pensioenfactuur dreigt met meer dan 15 miljard euro de lucht in te schieten. De werkzaamheidsgraad verschilt per regio bijna nergens zoveel als in België en beide landsdelen hebben volledig andere noden én wensen.

Belgen hebben nog maar weinig vertrouwen, zowel in hun eigen financiële situatie als in de economische situatie van België. De indicator van het consumentenvertrouwen (NBB) staat sinds vorig jaar op zijn laagste peil ooit.

“Weigeren te hervormen kan einde van België betekenen”

Niet hervormen betekent het einde

Door jarenlang alle structurele hervormingen op de lange baan te schuiven, raakt België steeds verder geblokkeerd. De Club Med-landen hebben hun begrotingstekort beter onder controle dan België en in het Franstalige gedeelte van dit land lijkt niemand van plan om er iets aan te doen. De ‘sense of urgency’ ontbreekt volledig. Staatsbank Belfius wil niet langer onvoorwaardelijk geld lenen aan Wallonië en het idee van een curatele is niet langer vergezocht. De bank vreest voor nog slechtere cijfers in de toekomst, zeker als de communisten van PVDA zouden deelnemen aan de macht.

PVDA-afvaardiging aan stakingspost

De regio zit nog niet in dezelfde situatie als Griekenland in 2010, maar veraf is het niet. België is tegenwoordig vaak blij de slechtste leerlingen van de klas. Kredietbeoordelaars verlaagden recent de kredietwaardigheidsscore van Wallonië. Een van de genoemde redenen : de fragiele federale regeringscoalitie. Hervormingen blijven uit en de regering-De Croo schiet maar niet wakker. Tegen 2028 zal België bijna 60 procent van zijn totale welvaart aan overheidsuitgaven besteden. Vlaanderen is het enige gewest/gemeenschap waar men op termijn naar een evenwicht evolueert en dus wordt er na 2024 opnieuw een rondje bedelen verwacht.

weigeren te hervormen = einde van Belgique !

Net diegenen die het land koste wat het kost bijeen willen houden, zorgen mee voor de onhoudbare situatie van België. Weigeren om te hervormen, kan er uiteindelijk voor zorgen dat België ophoudt te bestaan. En dan zijn het niet de Vlaamsgezinden die ervan beschuldigd moeten worden België kapot gekregen te hebben, maar zij die het België van nu, dat enkel nog één groot herverdelingsmechanisme is, koste wat het kost in stand willen houden.

foto’s (c) Gazet van Hove.