Hangt minister Weyts mistgordijn op ?
door Filip Michiels – www.doorbraak.be .
46 procent van de masterproeven aan UGent wordt afgeleverd in het Engels.
Ook het Nederlandstalige alternatief voor een Engelstalige masteropleiding mag voortaan voor de helft in het Engels …
De Vlaamse Universiteiten schakelen opnieuw een tandje bij om de verengelsing van ons hoger onderwijs te versnellen. Vlaams Minister van Onderwijs Ben Weyts (N-VA) benadrukt dat hij weigert te zwichten voor die druk, maar insiders plaatsen vraagtekens bij de effectiviteit van zijn beleid. Een nieuw teken aan de wand op dat vlak is ook het aandeel Engelstalige masterproeven, dat alvast aan de UGent jaar na jaar blijft toenemen.
‘Sommige gespecialiseerde masters in het Nederlands aanbieden is gewoon geen goed idee’, zei KUL-rector Luc Sels vorige donderdag in De Standaard. Voka-topman Hans Maertens bakte het diezelfde dag op de website van Knack al even bruin. ‘Bepaalde masteropleidingen moeten volledig in het Engels kunnen zonder dat een alternatief in het Nederlands nog verplicht is. Zo niet zal onze welvaart daar onder lijden’, was zijn haast pathetische conclusie.
Media-offensief
Het nieuwe gezamenlijke media-offensief van de universiteiten en het bedrijfsleven volgt wellicht niet geheel toevallig op een nogal triomfantelijk persbericht van Vlaams minister van Onderwijs Ben Weyts (N-VA). Die liet begin vorige week weten dat de Vlaamse regering nogmaals nee had gezegd tegen een pakket aanvragen van zowel de KUL, de UGent als de VUB. De drie universiteiten wilden tien masteropleidingen voortaan enkel nog in het Engels aanbieden, de Nederlandstalige opleidingen zouden worden stopgezet.
De minister had de universiteiten effectief ook teruggefloten, maar het venijn zat hem elders, zo onderstreepte Bart Maddens in een scherp en stevig onderbouwd opiniestuk bij Doorbraak.be. Daarin signaleerde de KUL-politicoloog dat de Vlaamse regering eind vorig jaar ook een aanvulling had goedgekeurd bij een al bestaand onderwijsdecreet. Die aanvulling zal wellicht na de Paasvakantie aan het Vlaams Parlement worden voorgelegd, en zet het licht op groen voor een niet onbelangrijke versoepeling van de taalvereisten in de masteropleidingen.
Weinig ruimte voor twijfel
Vandaag mogen maximaal 9 procent van onze bacheloropleidingen in een andere taal dan het Nederlands aangeboden worden. Voor de masteropleidingen ligt dat percentage op 35 procent. Daarnaast – en cruciaal – moet er voor elke Engelstalige opleiding sowieso ook een Nederlanstalige equivalent-opleiding worden aangeboden.
Maar wat blijkt nu ? In de bewuste aanvulling op het decreet is nu – ’ter verduidelijking’ ook de bepaling geslopen dat zelfs in die equivalent-opleidingen maar 50 procent van de lessen in het Nederlands moet worden gegeven. Terwijl de tekst in het oorspronkelijke decreet op dat vlak nochtans weinig ruimte voor twijfel laat. ‘De instelling kan een anderstalige initiële bachelor- of masteropleiding aanbieden op voorwaarde dat er in de Vlaamse Gemeenschap een equivalente initiële bachelor- of masteropleiding wordt aangeboden waarbij de student een opleidingstraject volledig in het Nederlands kan volgen.’ Volledig, dat is dus behoorlijk duidelijk : niet de helft in het Engels.
Uitgekleed
Volgens de regeringspartijen en de universiteiten zelf is dit nochtans niet de interpretatie ‘die er in de geest van het decreet wordt bedoeld’, klinkt het bij Kristof Slagmulder, Vlaamse parlementslid voor Vlaams Belang en lid van de Commissie Onderwijs in het Vlaams Parlement. ‘Zij stellen dat men wel een Nederlandstalige equivalente opleiding moet blijven voorzien, maar dat die gelijk moet zijn aan een ‘gewone’ Nederlandstalige opleiding, waar je tot maximaal 50 procent van de studiepunten met anderstalige vakken mag vullen. Met andere woorden : ook in de equivalente opleiding zou men die taalregeling mogen volgen.’ Volgens Slagmulder wordt deze interpretatie nu ook al toegepast bij de praktische uitvoering van die bepaling. ‘Universiteiten bieden intussen al geruime tijd verschillende (keuze)vakken aan die in het Engels zijn, ook in hun zogenaamde equivalente Nederlandstalige opleidingen.’
Hamvraag is dan uiteraard : hoe lang zal dat Nederlandstalige aanbod nog blijven bestaan ? En hoeveel studenten zullen dan finaal niet gewoon voor de volledig Engelstalige opleiding kiezen ? Ook al omdat de equivalente Nederlandstalige opleiding – zo werd ons door twee bronnen aan verschillende universiteiten bevestigd – vaak bewust wordt uitgekleed en dus als kwalitatief minderwaardig in de markt wordt gezet. ‘Ik kan enkel maar hopen dat de N-VA beseft dat het Vlaams Belang in de volgende Vlaamse regering de enige partner zal zijn die voluit zal blijven waken over het Nederlandstalige karakter van ons hoger onderwijs’, geeft Slagmulder nog aan.
Onzin
Minister Ben Weyts zelf ontkent formeel dat hij deels gezwicht zou zijn voor de al jaren aanhoudende druk vanuit de universiteiten en het bedrijfsleven. (Onder meer de KUL, de UGent en de VUB hadden me gevraagd om tien verschillende masteropleidingen voortaan enkel nog in het Engels te mogen aanbieden. Daarbij zou dan ook de Nederlandstalige equivalent-opleiding sneuvelen. Dat heb ik opnieuw geweigerd.’
Het feit dat nu ook in equivalente Nederlandstalige masters de helft van de lessen in in het Engels mogen worden gegeven, noemt de minister ‘een verduidelijking’. Bart Maddens veegt die uitleg resoluut van tafel. ‘Dat is onzin, er is nooit verwarring geweest ! Het bestaande decreet is zeer duidelijk; alleen hebben de universiteiten zich daar nooit bij neergelegd. Het verschil tussen de tekst van het oorspronkelijke decreet enerzijds en van de aanpassing die nu door de minister wordt voorgesteld anderzijds is duidelijk.’
Engelstalige masterproeven
Dat de vrees voor een sluipende verengelsing niet bepaald ongegrond is, mag ook blijken uit het hoge percentage masterproeven dat vandaag al in het Engels wordt afgeleverd. Uit cijfers die we bij de UGent opvroegen, blijkt dat het aandeel Engelstalige masterproeven in vier jaar tijd met 7 procent toenam, tot net geen 46 procent. We legden diezelfde vraag overigens ook voor aan de persdienst van de KUL, maar die kon ons ook ruim een week later helaas nog altijd geen cijfers voorleggen over het aandeel Engelstalige masterproeven…
Bart Maddens wijst daarbij ook op een nieuwe realiteit aan de Vlaamse universiteiten. Het fors groeiend legertje buitenlandse onderzoekers – die vaak worden ingezet om masterproeven te begeleiden en die in tegenstelling tot buitenlandse proffen niet verplicht zijn om op termijn ook Nederlands te leren – draagt er toe bij dat studenten in praktijk hun masterproef vaak in het Engels moeten maken. ‘Terwijl zo’n proef binnen een Nederlandstalige master normaal altijd in het Nederlands is’, klinkt het nog.
MORGEN : Deel 2 : “De verengelsing heeft vele vaders en dient vele doelen”
Filip Michiels is zelfstandig journalist/auteur en schrijft voor diverse Belgische kranten, weekbladen en websites. Hij won tweemaal de Citi Persprijs voor economische journalistiek en was eenmaal genomineerd voor de Belfius Persprijs. In 2022 publiceerde hij de biografie van Bessel Kok : “Chaos & Charisma”.
foto’s (c) Gazet van Hove & Doorbraak.