door Filip Van Laenen in ’t Pallieterke .

De ‘raketcoalitie’ wordt de aanstaande Vlaamse coalitie wel eens genoemd, al moet er dan vaak toch nog een woordje uitleg bij over het kleurige ijsje. De federale coalitie waaraan formateur Bart De Wever werkt, wordt dan weer in de markt gezet als een Arizona-coalitie. Aan Vlaamse zijde zou je beide regeringen echter beter omschrijven als TINA-coalities. TINA, wat staat voor het Engelse ‘there is no alternative’, is immers wat N-VA, Vooruit en cd&v in de twee regeringen drijft.

Misschien hebben we het interview wel gemist, of het berichtje op de sociale media, waar iemand van N-VA, Vooruit of cd&v laaiend enthousiast de lof zingt over de in de steigers staande Vlaamse en federale coalitie. Het contrast met de Franstalige partijen MR en Les Engagés, die in Wallonië al een regering gevormd hebben en er meteen goed in willen vliegen, is in ieder geval opvallend groot.

N-VA heeft geen alternatief

N-VA bleef verleden maand onverhoopt de grootste partij in Vlaanderen, en kon dus zelfs met een klein verlies toch de overwinning opeisen. Dat Open Vld, PS en de groenen meteen zelf voor de oppositie kozen vereenvoudigde weliswaar de informatierondes, maar beperkte tegelijkertijd ook het aantal opties voor zowel de regionale als de federale regeringsvorming tot telkens één. En dat heeft ook zijn nadelen.

Hoe diep de zogenaamde bromance tussen Bart De Wever en Conner Rousseau achter de schermen werkelijk zit, weten we natuurlijk niet. Toch denken we dat het voor De Wever een zekere ontnuchtering moet zijn dat Rousseau zijn vel duur probeert te verkopen. Men kan er begrip voor opbrengen dat ook voor socialisten het hemd nader is dan de rok, en dat zij hun accenten willen leggen in de twee regeerakkoorden. Maar de Vlaamse socialisten blijven wel heel lang met hun voeten slepen naar de onderhandelingstafel. Ondertussen stapelen de intentieprocessen en andere weinig vriendelijke uitspraken van Rousseau over De Wever zich op.

Er is echter geen alternatief voor N-VA. Vlaams kan er niet eens gedreigd worden met een V-meerderheid, want die is er nu eenmaal niet. En als het federaal niet met de huidige vijf partijen lukt, riskeert N-VA zelfs uit de boot te vallen. Erger nog, in het uiterste geval moet de partij vervroegd naar de kiezer trekken met de conclusie dat ook de confederale logica waar de partij voor staat geen oplossing meer is binnen België. Het beruchte kookwekkertje van Tom Van Grieken is dan niet eens nodig geweest.

Heeft cd&v wel een breekpunt ?

Wat een vraag – uiteraard heeft ook cd&v breekpunten om in een regering te stappen. In Brussel is de partij daar zelfs heel expliciet over : ze moeten een postje hebben. Het maakt zelfs niet uit wat voor postje het is, als ze maar iemand kunnen benoemen. Of ze in Brussel ook inhoudelijke breekpunten hebben, weten we niet, want daarover viel er in de pers voorlopig bitter weinig te lezen.

Sammy gaat voor de postjes

Op Vlaams en federaal niveau wordt er door de partij al wat meer over de inhoud gesproken, maar zware breekpunten die echt voor problemen kunnen zorgen, lijken er niet te zijn. (Al weet je met Sammy Mahdi natuurlijk nooit, zullen een aantal mensen bij N-VA ongetwijfeld denken.) Cd&v heeft natuurlijk wel het voordeel dat ze bij de onderhandelingen op zowat alle vlakken in het midden van het bed ligt tussen N-VA en Vooruit. Cd&v hoeft dus ook nergens dwars over te liggen. Voor één keertje is het zelfs mogelijk dat de partij niet helemaal alleen zal staan wat betreft de ethische dossiers.

Wiskundig zal cd&v onmisbaar zijn in de Vlaamse en federale regeringen die op dit ogenblik gevormd worden. Maar precies omdat ze in het midden van het bed ligt, en bovendien in beide regeringen de kleinste partij is, riskeert ze ook politiek onzichtbaar te worden. Tenzij cd&v af en toe toch eens dwars gaat liggen, in het volle besef dat iedereen weet dat het toch maar voor de galerij is. Maar om dezelfde reden heeft de partij ook niets in de oppositie te zoeken. Dan kan je er toch maar beter de postjes bijnemen, en hopen dat de kiezer je in 2029 niet helemaal vergeten is.

Ook Vooruit heeft geen keuze

Rousseau mag dan nog moeilijk doen over de federale onderhandelingen, fundamenteel heeft Vooruit eigenlijk geen andere keuze dan mee in de regering te stappen met N-VA, cd&v, MR en Les Engagés. Wat is immers het alternatief ? Samen met de verliezers van de federale verkiezingen Vivaldi II optuigen ? Zelf in de oppositie gaan om dan in hun plaats PS in de federale regering te zien stappen ? Of zou Rousseau denken voordeel te kunnen halen uit nieuwe verkiezingen ?

Over de kansen op een alternatieve coalitie als het met ‘Arizona’ niet lukt, kunnen we kort zijn : die bedragen nul komma niks. Reken maar eens uit hoeveel ministerpostjes MR en Les Engagés kunnen binnenrijven als zij de enige twee Franstalige partijen in de federale regering zijn, en doe daarna dezelfde oefening met PS erbij. De politieke aversie van Georges-Louis Bouchez tegenover Paul Magnette komt daar dan nog eens bovenop.

de PS kreeg klappen

Het moet trouwens zowat het droomscenario voor Bouchez zijn om vervroegd opnieuw naar de kiezer te kunnen trekken door de schuld van Vooruit, zowel een Vlaamse als een socialistische partij. Voor hem schrijft de verkiezingscampagne zich dan helemaal zelf. Ook N-VA en cd&v zullen niet nalaten de schuld voor die vervroegde verkiezingen in de schoenen van Vooruit en Rousseau te schuiven, om over de rancune van De Wever tegenover Rousseau nog maar te zwijgen.

Er zit ook voor Vooruit dus niets anders op dan maar mee te stappen in de Vlaamse en de federale regering. Wat tegenspartelen mag, om inhoudelijk zo veel mogelijk binnen te halen. Er staat de komende weken en maanden veel op het spel voor formateurs Matthias Diependaele en Bart De Wever, maar misschien nog veel meer voor partijvoorzitter in spe Conner Rousseau. We zien op dit ogenblik echter niet in hoe de regeringsvormingen langer zouden kunnen aanslepen dan tot pakweg enkele weken na de gemeenteraadsverkiezingen van oktober.

foto’s (c) Gazet van Hove .