door Jurgen Ceder in ’t Pallieterke .
In Duitsland is immigratie een belangrijk politiek thema geworden, nog meer na de aanslag in Solingen. In Frankrijk is het dat al vele jaren. In het VK heeft de onvrede over het zwakke migratiebeleid tot een nooit geziene afstraffing van de Conservatieve Partij geleid en zelfs tot zware rellen op de straat. In Nederland werd de partij van Wilders zo groot dat ze de premier mag leveren. In het kleine landje ertussen doet de pers, bij de commentaren over de regeringsonderhandelingen, alsof het thema niet bestaat.
Over dat luik van de onderhandelingen is weinig bekend, behalve dat het idee op tafel ligt om asielzoekers in sommige gevallen slechts tijdelijk te erkennen. Voor de rest mogen we vermoeden dat de grote stilte geen goed nieuws is voor wie hoopt op een wezenlijke ommekeer.
Confederalisme
De stilte over een staatshervorming is nog oorverdovender. Verder in dit blad herinnert Julien Borremans er terecht aan dat De Wever het confederalisme omschreef als “het eerste en meest essentiële doel van onze politieke actie”. De onderhandelaars hebben het thema echter afgesplitst van de rest van besprekingen naar een werkgroep onder leiding van Sander Loones, die nu dreigt een vergeetput te worden.
N-VA had na de verkiezingen een ijzersterke positie. VB en N-VA behaalden de helft van de zetels in het Vlaams Parlement. Niet genoeg om te regeren, wel genoeg om elke andere regering onmogelijk te maken. Omdat de Brusselse verkozenen niet mogen meestemmen over gewestmateries, hebben de twee partijen voor die bevoegdheden zelfs een meerderheid. Dat is een zeer sterk wapen, maar N-VA is al bezig het uit handen te geven. Diependaele lijkt niet van plan om met zijn regering te wachten op de federale. Daarmee maakt zijn partij dezelfde fout als in 2019.
Rechts beleid
Vlaanderen en Wallonië hebben allebei duidelijk rechts gestemd. De reden waarom men toch toegevingen moet doen aan een links partijtje, dat net de slechtste verkiezingsuitslag uit zijn bestaansgeschiedenis heeft neergezet, is een structurele miskenning van de democratie, waaraan N-VA zich medeplichtig maakt.
Mark Elchardus in De Morgen : “Een succesrijke, grote partij wordt a priori van regeringsdeelname uitgesloten. Met het gevolg dat een meerderheid moet worden gevonden in slechts een deel van het parlement.”
Het tweede wapen van N-VA is haar sterke positie in het federale parlement. Vivaldi I is zo zwaar afgestraft dat Vivaldi II (met Les Engagés) alleen nog een theoretische mogelijkheid is. N-VA zat in een goede positie om eerst een afspraak over de staatshervorming te eisen, vooraleer de rest van de besprekingen aan te vatten. Het omgekeerde is gebeurd. De kans dat Sander Loones meer krijgt dan een symbolisch geschenkje, is nu nihil.
De belgicist die niet bang is van een crisis
Voor ongeveer iedereen in de pers is Bouchez de grote boeman, die met zijn onredelijke houding een voor de hand liggende regering tegenhoudt. Bouchez heeft nochtans geen ongelijk als hij opmerkt dat een rechtse regering nu fiscale maatregelen uitwerkt – het gaat niet alleen over de meerwaardebelasting – die er zelfs onder Vivaldi niet doorkwamen, alleen om het partijtje van Rousseau tevreden te stellen.
Het paradoxale is dat Bouchez een belgicist is. Hij heeft er alle belang bij om België te doen werken, maar hij lijkt bereid een crisis te riskeren ten bate van zijn programma. Daartegenover staat de Vlaams-nationalist De Wever die toch zo bang lijkt verantwoordelijk gesteld te worden voor een Belgische systeemcrisis. Hij zou wat meer Bouchez mogen zijn.