door Wannes Neukermans in ’t Pallieterke .
De Russische invasie van Oekraïne kostte intussen het leven aan meer dan een miljoen mensen, de oorlog in de Gazastrook maakte eveneens enkele tienduizenden slachtoffers. “Wij focussen ons op wat er daar gebeurt, maar kijk ook wat er in Soedan gebeurt. In de regio van de Grote Meren is er al decennialang nog een Afrikaanse oorlog bezig, waar je al over miljoenen doden spreekt”, duidt Marc Thys (62). “Maar dat blijft een ver-van-ons-bedshow.”
Thys zwaaide vorig jaar af als Vicechef Defensie, maar de luitenant-generaal op rust geeft vandaag nog lezingen en panelgesprekken als Senior Associate Fellow bij het Egmontinstituut. “Er gebeurt op dit moment wereldwijd enorm veel en dat is ook de reden dat ik nog een blijvend engagement wil hebben”, aldus Thys. Volgens hem zijn Belgen te weinig op de hoogte van wat er zich in de rest van de wereld afspeelt. “Het analfabetisme over wat zich ver weg van onze kerktoren afspeelt, is hier erg groot.”
In vergelijking met welke landen ?
“Wij blijven navelstaren. Als je met een inwoner van een land uit het voormalige Warschaupact, de voormalige Sovjet-Unie of een Scandinaviër spreekt, merk je dat die een heel andere kijk op de wereld hebben. Zij begrijpen veel beter dan wij dat de welvaart die ze vandaag hebben, geen zekerheid is die gegarandeerd blijft via goddelijke interventie.”
WESTERSE NAÏVITEIT
We zijn dus te naïef ?
“In West-Europa zijn de grootste bedreigingen onze eigen naïviteit en arrogantie. Het is naïef om te veronderstellen dat iedereen denkt zoals wij. En het is arrogant dat wij denken dat iedereen moet denken zoals wij.”
“De wereld zit zo niet in elkaar. Iedereen drijft handel met elkaar, maar enkel West-Europa is cultureel geglobaliseerd. Wij hebben onze veiligheid uitbesteed aan de Amerikanen, onze industriële productie aan China en onze energie aan Rusland. Daardoor zitten we in een situatie waarin we te afhankelijk geworden zijn en dat dringt in België nog niet helemaal door.”
“De energietransitie is daar een duidelijk voorbeeld van, in België, maar nog sterker in Duitsland. De kernuitstap die ze daar gedaan hebben, kan je vergelijken met je schoenen uitdoen en weggooien vooraleer je er nieuwe hebt. Energieveiligheid is een hoeksteen van welvaart. Energieveiligheid moet altijd voor energietransitie komen. En wij willen energietransitie doen zonder aan die energieveiligheid te denken. Dat komt als een boemerang terug.”
Oekraïne, de Gazastrook… Zijn dit op een of andere manier leuke tijden om als militair te werken ?
“Neen, integendeel ! De bedoeling van een militair is dat hij nooit moet werken (lacht). De afschrikking doen werken, dát is de bedoeling van een militair apparaat. Het is wat paradoxaal, maar ‘si vis pacem, para bellum’. Als je scenario’s uitsluit, dan worden ze waarschijnlijker. Wij hebben heel lang oorlog uitgesloten. En door het uit te sluiten, wordt het waarschijnlijker, omdat we ons er niet op voorbereid hebben.”
Wat is volgens u de grootste bedreiging voor Europa ?
“Als je naar Europa kijkt, is de taalgrens die door België loopt bijna een pivot. Alles wat ten noorden en ten oosten daarvan zit, kijkt vooral naar Rusland als grootste dreiging. Dat is ook als zodanig in het Vlaamse regeerakkoord omschreven, door bijvoorbeeld sterkere banden aan te willen gaan met de Scandinavische landen. In het zuiden kijken ze vooral naar Afrika als grootste dreiging, door migratie en dergelijke. Maar Europa moet in staat zijn om een 360 graden-visie te volgen, waarbij men zowel klaar is voor wat in Rusland gebeurt als voor wat zich in het zuiden afspeelt, voor wat er op het arctische gebeurt en geïdentificeerd wordt als een groot probleem, enzovoort. Die integrale kijk, buiten ronkende verklaringen, mis ik op dit moment.”
DEMOGRAFIE EN MIGRATIE
Zijn er problemen die vandaag nog onder de waterlijn zitten, maar waar we op moeten beginnen letten ?
“Op lange termijn zullen naar mijn mening twee vragen spelen. Allereerst is er het demografische vraagstuk. Je ziet dat de nataliteit wereldwijd begint te dalen en de wereldbevolking zal aftoppen op een goede 10 miljard mensen (vandaag 8,1 miljard). Je ziet een demografisch verval in West-Europa, de ineenstorting van China en India dat ook naar zijn top evolueert. Omgekeerd zie je dat Afrika, de voordeur van Europa, nog een grote demografische groei kent, met een erg jonge bevolking. Hoe gaan we daar als wereld mee om ? Dat is belangrijk voor onze defensie, diplomatie en internationale samenwerking.”
“Je ziet dat het migratievraagstuk vandaag als wapen gebruikt wordt, met name door de Russen. Zij vliegen mensen binnen om de Oost-Europese grens onder druk te zetten en duwen mensen naar boven vanuit de Sahel.”
Hoe moeten we met die demografische verandering omgaan ?
“Als je kijkt naar ons pensioensysteem, valt het niet te ontkennen dat je telkens jonge mensen nodig hebt om de pensioenen van de ouderen te betalen. Wij werken niet voor ons eigen pensioen, maar we werken voor het pensioen van de mensen die al gepensioneerd zijn. Met de huidige demografie heb je in Europa wel degelijk een vorm van migratie nodig om die piramide in stand te houden. Dat kan niet op de ongebreidelde manier zoals we die vandaag kennen. We moeten de migratie organiseren zodat die ook een positief effect heeft op de migratielanden zelf.”
“China kampt met hetzelfde probleem. Tien tot vijftien jaar geleden werkten er tien Chinezen per gepensioneerde Chinees. Binnen enkele jaren zal je nog maar één gepensioneerde hebben per twee Chinezen die werken. Zij moeten dat ook op een of andere manier zien op te lossen.”
Landen die via een vorm van geboortepolitiek hun demografische daling willen stopzetten, slagen daar niet altijd in : je kan mensen moeilijk verplichten om kinderen te krijgen.
“Dat is inderdaad moeilijk. Allereerst denk ik dat je een maatschappelijk perspectief moet bieden. Je moet het gezin en de familie op een of andere manier in een positief daglicht stellen. Dat zal uiteraard niet betekenen dat alle families zes kinderen gaan voortbrengen; ik denk dat dat in onze huidige maatschappij bijzonder moeilijk is.”
DE SOVJET-KOLONIE EN CHINA
Welk tweede grote vraagstuk moet West-Europa oplossen ?
“We hebben de Sovjet-Unie gehad, met meer dan 300 miljoen mensen. Dat is nadien de Russische Federatie geworden, met 140 miljoen mensen. Uiteindelijk is dat het laatste koloniale imperium op de wereld en de vraag is wat de Chinese invloed zal betekenen.”
Rusland is het laatste koloniale imperium
U noemt Rusland een koloniale macht ?
“Zeker en vast. Kijk naar Vladivostok, in het oosten van Rusland aan de Japanse Zee. Dat is Russisch geworden in 1860. Als je naar de etnografische kaart van de Russische Federatie kijkt, zie je dat Russen in het toenmalige Rusland en rond de Trans-Siberische spoorlijn leven. De rest is relatief leeg, maar ook relatief rijk, net als het midden van Afrika.”
Rusland wordt meer en meer vazal van China
En van die rijkdom wil China meegenieten, zoals het dat vandaag doet in Afrika ?
“Rusland wordt meer en meer een vazal van China. Het land zou niet overleven zonder de steun en de afzetmarkt van China. Je ziet bijvoorbeeld ook dat de Chinese maffia het ten oosten van de Oeral al grotendeels heeft overgenomen van de Russische maffia. Hoe die machtsverhoudingen de komende twee tot drie decennia gaan evolueren, moeten we onderzoeken.”
Hoe kijkt u naar de as China-Rusland-Noord-Korea ?
“Dat is een gigantische escalatie, ook al durven we het niet zo noemen. Eén obus op twee die de Russen vandaag afschieten, is van Noord-Koreaanse makelij. De Chinese, Noord-Koreaanse en Iraanse steun aan de invasie van Oekraïne zijn van levensbelang voor Rusland.”
En de Noord-Koreaanse troepen die vechten in Oekraïne ?
“Goh, dat zijn nu 10.000 militairen. Ik denk dat er vorige week in Oekraïne op één dag tijd 2.000 doden zijn gevallen. Vijf dagen vechten dus.”
Klopt het dat wij zonder de Amerikanen een oorlog tegen Rusland nooit kunnen winnen ? En is dat een probleem ?
“De Amerikanen hebben een aantal capaciteiten die noodzakelijk zijn om operaties uit te voeren op strategisch en operationeel niveau. We zijn er dus wel degelijk afhankelijk van. En dat kan een probleem zijn. Volgens mij zou de NAVO sterker staan met een sterk Europa. Als Europa in staat zou zijn zelf zijn operaties te voeren, al dan niet onder NAVO-vlag. Zodoende zou er maar één Amerikaanse generaal nodig zijn bij zulk een operatie, namelijk SACEUR (afkorting voor de Amerikaanse opperbevelhebber van de NAVO-troepen in Europa). De trans-Atlantische band moet niet verbroken worden, integendeel. Ik denk dat elke president sinds Clinton (1993) vraagt dat Europa meer op eigen benen gaat staan. Sommige presidenten vragen dat iets beleefder dan andere.”
De toekomstige president, Donald Trump, was erg duidelijk : hij zal ons niet beschermen als we niet voldoende investeren in onze defensie.
“Of Kamala Harris of Donald Trump gewonnen had : de vraag was dezelfde geweest. Maar misschien is het wel een wake-upcall. Europa gaat vooruit met schokken en via crisissen. De toekomst zal uitwijzen of dit de crisis was die we nodig hadden. Maar nog eens : de boodschap naar Europa toe is altijd dezelfde geweest. Veel landen hebben die boodschap begrepen, maar in West-Europa lopen we achter. En België in het bijzonder.”
OORLOG OP EIGEN CONTINENT
Mijn jongere broer kreeg vorige week de bevestiging dat hij als soldaat mag starten bij Defensie. Hoe hoog schat u de kans in dat militairen zoals hij ooit aan een Europees front zullen staan ?
“Je moet ervan uitgaan dat het kan gebeuren. Want als je het uitsluit, dan nodig je de tegenpartij uit om aan te vallen. Je moet er dus voor zorgen dat je er klaar voor bent, voor het geval dat het gebeurt.”
Zijn we daar klaar voor ?
“Er ligt heel wat werk op de plank, in heel West-Europa. De voormalige Oostbloklanden en Scandinavië zijn veel beter voorbereid; wij moeten de inhaalbeweging zo snel mogelijk maken. Allereerst om als continent geloofwaardig te zijn, maar ook om als land binnen Europa en binnen de NAVO een zekere vorm van geloofwaardigheid te behouden. Artikel 3 van het NAVO-Handvest geeft aan dat je allereerst in staat moet zijn om je eigen grondgebied te verdedigen. Dat hebben we ook helemaal afgebouwd.”
Welke rol moet het Belgisch leger in die schakel spelen ?
“Het is relatief eenvoudig : de regeringsleiders bepalen welke operaties we moeten kunnen uitvoeren. De NAVO-staf vertaalt dat in benodigde capaciteit. En dan wordt er beslist welk land welk deel van de koek moet verzorgen. Hetgeen de NAVO zegt, is dus dat wat de regeringsleiders beslist hebben. We wéten dus wat we moeten doen, laat ons dat dan ook doen.”
We moeten een defensie-industrie uitbouwen die afschrikkend is
Wat moeten de federale onderhandelaars op defensievlak zeker onthouden ?
“Dat er opnieuw massa gecreëerd moet worden. De eerst vier tot zes maanden wordt een oorlog gevochten door het professionele leger. Daarna worden er gemobiliseerden ingezet, dus moeten we ervoor zorgen dat die iets kunnen, goed getraind zijn en een goede uitrusting hebben.”
“Niet alleen qua militairen, maar ook op het vlak van materiaal moet er meer massa komen. Je moet een defensie-industrie uitbouwen die ook afschrikkend is. We komen uit een periode van dertig jaar waarin we enkel expeditionaire operaties gedaan hebben : kleine missies met geoptimaliseerd materiaal. We hebben eigenlijk de beste Ferrari’s gebouwd. Om een oorlog uit te vechten, is het beter om veel degelijke Volvo’s te hebben. Tijdens de Tweede Wereldoorlog had je aan de Duitse zijde de Tiger-tank, aan de andere kant was er de Sherman-tank. De Tiger was een Ferrari, de Sherman was een heel goeie Volvo die goed werk leverde en waar er veel meer op korte termijn van gemaakt konden worden. We moeten in Europa dus ook industrieel een keuze maken. Gaan we voor de Leopard 2A8, waarvan er volgens de laatste productiecijfers 24 per jaar van de band kunnen rollen ? Of kiezen we toch voor de Leopard 2A4, waarvan de productie indertijd, 20 tot 30 jaar geleden, 300 per jaar was ? Die staan qua technologie een beetje achter, maar zijn kwalitatief wel erg goed.”
Worden daarin op dit moment de juiste keuzes gemaakt ?
“Van de voertuigen die wij bij Frankrijk gaan kopen, wordt er één per dag gemaakt. Van het nieuwe kanon dat we kopen, wordt één artilleriestuk om de vier dagen afgeleverd. Die komen van één per maand. Van de F35 wordt er één per dag gemaakt. Industrieel zijn dat de juiste aantallen. Om afschrikkend te werken, moeten we kunnen zeggen : ‘Wij produceren elke maand een bataljon tanks.”’
Niet iedere militair heeft een eigen wapen
“Het Belgische leger is vandaag nog niet voldoende uitgerust. Niet iedere militair heeft een eigen wapen zoals in het verleden; deze zijn gereserveerd voor de ‘uitzendbare’ militairen. In de huidige context moet op oorlogsvoet opnieuw iedere militair uitzendbaar zijn.”
Zijn het NAVO-hoofdkwartier en de Europese instellingen voldoende beschermd ?
“Door de politie wel, maar tegen andere dreigingen niet. Het is niet zo dat wij een luchtverdedigingsparaplu boven België kunnen zetten. Noch boven de haven van Antwerpen, zoals de burgemeester vraagt. Maar het staat in de plannen. Hoog tijd dat ze gerealiseerd worden.”
WAAR HALEN WE HET GELD ?
Er is niet enkel een gebrek aan middelen voor Defensie, ook de gezondheidssector vraagt extra geld, het openbaar vervoer loopt niet goed…
“Dat komt door een constructiefout in de Belgische politieke structuur. De middelpuntvliedende kracht van middelen naar de regio’s is zodanig groot dat de federale overheid in de onmogelijkheid verkeert om haar verantwoordelijkheid op te nemen. Iets wat mij onlangs verbaasde, is dat de Vlaamse regio bijzonder veel bevoegdheden heeft op buitenlands beleid. Het is daar binnen Europa tamelijk uniek in als regio, waardoor ze met andere regio’s moeilijk afspraken kunnen maken. De synchronisatie van snelheid is er dus niet. Als je kijkt naar andere federale landen zoals Duitsland of Zwitserland, zie je dat de buitenlandse bevoegdheden vooral op federaal niveau blijven.”
“Die constructie bij ons maakt dat je de federale competenties eigenlijk niet meer kan betalen. Noch Defensie, noch de diplomatie, noch justitie… Je hebt 37 miljard nodig, maar er is amper 19 miljard. Daar moeten we aan sleutelen, of we moeten naar een systeem gaan waarbij de regio’s een solidariteitsbijdrage doen aan de federale overheid.”
Kunnen we onze nodige investeringen in defensie niet deels betalen door in te zetten op een militaire industrie ?
“Ik denk dat België op dat vlak een aantal goede keuzes gemaakt heeft. Europa heeft de defensie-industrie jarenlang als een van de vele commerciële sectoren gezien, terwijl het veel meer een strategische sector is. Als je de markt laat spelen, zullen de orderboeken telkens maar tijdelijk gevuld zijn. Als je enkel orders voor de komende twee, drie jaar krijgt, ga je als fabrikant je productielijnen nooit uitbouwen om de volumes te vergroten.”
“Wat we in België naar FN toe gedaan hebben, is een goede zaak. We hebben met de fabriek een langdurig contract van 20 jaar gesloten, zodanig dat er wel degelijk in nieuwe productielijnen geïnvesteerd kon worden. Dat heeft ons land goed gedaan, in de rest van Europa ontbreekt dat nog een beetje.”
FN is van de Waalse overheid, maar de Vlaamse overheid is nog veel terughoudender in die militaire industrie.
“Dat is zo, maar als ik het nieuwe Vlaamse regeerakkoord lees, zie ik daar toch al een aantal veranderingen. Weg van het activistische, met de Richtlijn Van den Brande die verbiedt om te investeren in innovatie die voor militaire doeleinden gebruikt kan worden. De stap is dus gezet, al moet er nog heel wat grond vrijgemaakt worden. Je moet daar als land en als regio pragmatisch mee omgaan. Als je enkel handel wil drijven met landen die hetzelfde denken als wij, dan leef je in een erg kleine wereld. Van internationale politiek krijg je soms vuile handen. Misschien zal niet alles de toets van het Vlaams Vredesinstituut doorstaan. Er moet een ethisch kader zijn, maar je moet echt wel pragmatisch durven zijn. Als je enkel met gelijkgezinde landen handel zou drijven, zou je zelfs een deel van de Europese Unie moeten uitsluiten.”
Vrede in tijden van oorlog
In februari komt uw boek, ‘Vrede in tijden van Oorlog’, uit. Een praktische handleiding om oorlog en vrede, en de conflicten die ons bedreigen beter te leren lezen, zo klinkt de omschrijving op de website van uitgever Ertsberg.
“De bedoeling was om een boek te schrijven dat toegankelijk is voor een breed publiek, maar ook voor onze beleidsmakers, zodat die beter beslagen de discussies aan kunnen gaan over internationale politiek en veiligheid.”