Gastauteur in ’t Pallieterke.

De verkiezing van een universiteitsrector is tegenwoordig groot nieuws. Dat is een relatief recent fenomeen. Zeker tot het einde van de vorige eeuw was de aanstelling van een nieuwe rector hoogstens een fait divers. Vandaag wordt dat in de media enorm opgeblazen. Soms lijkt er zelfs sprake van manipulatie. 

centrale bibliotheek K.U.Leuven

In de aanloop naar de rectorverkiezingen van 2017 aan de KU Leuven werden een aantal mineure affaires kunstmatig uitvergroot in de media om Rik Torfs te beschadigen. Daarnaast was er een akkefietje met de directeur van de rectorale diensten, die in een mail partij had gekozen voor Torfs. Ook dat werd door journalisten aangeblazen. Torfs werd gezien als te conservatief en te katholiek, en daarom moest hij verdwijnen en plaats ruimen voor Luc Sels.

Wegen op maatschappelijk debat

Dat het opgeklopte schandaal rond Carl Devos samen viel met de rectorverkiezing aan de UGent, was allicht ook niet toevallig. Het was vervelend voor Petra De Sutter, wier ‘running mate’ Herwig Reynaert de verantwoordelijke decaan was op het moment van de vermeende feiten. Tegenkandidaat en huidig rector Rik Van de Walle was er als de kippen bij om electorale munt te slaan uit het schandaal. Hij verklaarde dat de universiteit had gefaald (want hij was toen nog geen rector) en bood gratuit zijn verontschuldigingen aan. Zo duwde hij Carl Devos nog dieper in de put. Het bleef voor Van de Walle echter een ‘mission impossible’ om op te boksen tegen de groene vloedgolf aan de universiteit. 

De nogal ongezonde, hitsige sfeer rond rectorverkiezingen heeft er natuurlijk ook mee te maken dat het ambt van rector in toenemende mate als een quasi-politieke functie wordt gezien. Rectoren mengen zich veel meer dan vroeger in het maatschappelijke debat. Soms treden ze zelfs op als een college dat gezamenlijke standpunten inneemt. Dat was het meest uitgesproken het geval tijdens de coronacrisis. Toen spoorden ze de politici aan om zo streng mogelijke maatregelen te nemen, terwijl elke scepsis ten aanzien van de virologen werd verketterd.

De rectoren staan altijd klaar met het politiek correcte moraliserende vingertje. Daarom noemt Rik Torfs hen “moderne zedenmeesters” (De Morgen 30/1/2023). Ze meten zich een imago aan van deugdzaamheid. In werkelijkheid, aldus Torfs, is dit enkel maar een ethisch sausje over een neoliberale en prestatiegerichte manier van denken. Wat de rectoren vooral drijft, is het internationale prestige van hun instelling en de plaats in de fameuze ‘rankings’. 

Dat merk je inderdaad aan het eisenpakket waarmee de rectoren naar de Vlaamse overheid stappen. Ze willen voornamelijk vier zaken : meer geld, meer internationalisering, meer Engels en minder controle. De eerste drie eisen samen genomen, komen er eigenlijk op neer dat de rectoren aan de Vlaamse belastingbetaler vragen : geef ons meer centen om de universitaire opleiding van meer buitenlanders te kunnen betalen.

Nu is dat laatste misschien wel een nobele doelstelling. Alleen, in tijden van budgettaire krapte en een schrijnend tekort aan werkingsmiddelen en leerkrachten in het onderwijs, lijkt het verstrekken van een universitaire opleiding aan buitenlandse studenten niet de grootste prioriteit van de overheid. De politici hebben dat gelukkig ook ingezien. De huidige Vlaamse regering neemt zich voor om de financiering van niet-Europese studenten te beperken tot twee procent van de totale studentenpopulatie. Dat zal een rem zetten op de internationalisering, tot afgrijzen van de rectoren.

Verengelsing

In lijn met dit neoliberale streven naar internationaal prestige, lobbyen de rectoren ook hard voor een verdere verengelsing. In tegenstelling tot wat je zou verwachten en hopen, werden ze in het verleden niet zonder meer wandelen gestuurd door de N-VA-minister van onderwijs. Ben Weyts heeft de decretale taalregeling voor het hoger onderwijs tot twee keer toe versoepeld. Daartegenover staat wel dat de Vlaamse overheid onder Weyts veel strenger geworden is inzake het erkennen van Engelstalige opleidingen. Die lijn wordt nu gelukkig ook doorgetrokken door minister Zuhal Demir.

Engeland | Verenigd Koninkrijk

Zoals bekend, nemen de universiteiten vaak een loopje met de taalregels. Voor elke Engelstalige opleiding moet er in principe een Nederlandstalige equivalent bestaan. In werkelijkheid bestaan die Nederlandstalige opleidingen vaak enkel op papier. Dat zijn de fameuze spookopleidingen. De vorige Vlaamse Regering had de intentie om daar strikter op toe te zien. Maar daar is helaas weinig van in huis gekomen, want dat botst met de vierde eis van de rectoren : zo weinig mogelijk controle. Het geld van de overheid is welkom, pottenkijkers niet. 

Nochtans zouden universiteiten best wat meer controle kunnen gebruiken. Voor het lager en secundair onderwijs is er een onderwijsinspectie. De onderwijskwaliteit wordt via tal van indicatoren in kaart gebracht. Recent zijn daar nog de centrale toetsen bijgekomen. Dankzij al die gegevens weten we dat de kwaliteit de jongste decennia dramatisch is gedaald. Maar hoe zit het met de onderwijskwaliteit aan de universiteiten ? Daar weten we verbazend weinig over.

Transparantie gaat weg

Tot vijftien jaar geleden was er nog een systeem van externe onderwijsvisitaties aan de universiteiten, georganiseerd door de NVAO (De Nederlands-Vlaamse Accreditatie Organisatie). Om de zes jaar streek er een externe visitatiecommissie neer op de faculteit. Die hield elke opleiding kritisch tegen het licht. Ondermaatse opleidingen vielen onherroepelijk door de mand. Het ergste van al was dat dit allemaal publiek werd gemaakt in gedetailleerde vergelijkende rapporten per discipline. Daarin kon iedereen lezen welke universiteiten excellent onderwijs aanboden en welke tekort schoten. 

Zoveel transparantie en controle was ondraaglijk voor de universiteiten. In 2014 werd het systeem van visitaties dan ook afgeschaft. Voortaan is er enkel een visitatie van de universiteit als geheel, de zogenaamde ‘instellingsreview’. De universiteiten moeten de kwaliteitscontrole van de opleidingen intern organiseren. Maar dat is een lachertje in vergelijking met de externe visitaties van vroeger.

Over zulke fundamentele zaken wordt tijdens de rectorverkiezingen zelden gepraat. Als gevolg van de mediatisering gaat alle aandacht naar relatief marginale kwesties. Wat is het standpunt van de universiteit inzake het Palestijns-Israëlisch conflict ? Moeten studentendopen worden verboden ? Zijn wij wel divers en inclusief genoeg ? Men lijkt vooral op zoek naar een rector die kan schitteren in het ‘College der zedenmeesters’. In de plaats daarvan zou men de functie van rector beter wat demystificeren. Want een universiteit heeft niet zozeer nood aan een pedante moraalridder aan de top, maar wel aan net hetzelfde als elke lagere en middelbare school : een goede directeur. 

Bart Maddens

Bart Maddens

foto’s (c) Gazet van Hove.