door Karl Van Camp in ’t Pallieterke .

Deze week zit Bart De Wever 100 dagen aan de Belgische knoppen als eerste minister. In menig, zo niet alle media, wordt een eerste evaluatie gemaakt. Wij kijken even over de taalgrens.

Dat De Wever eerste minister is kunnen worden, is best opmerkelijk. Over de taalgrens werden De Wever en zijn N-VA beschouwd als een extreemrechtse partij. Bovenop komt dan nog eens het communataire programma van de N-VA. Al vele jaren wordt hij door heel wat Franstaligen beschouwd als de verpersoonlijking van het kwaad. Logisch dat menige Waal en Brusselaar meer dan wantrouwig stond en staat tegenover De Wever.

Bij de eerste populariteitspeiling in Wallonië in 2011 stond hij helemaal onderaan. Naarmate zijn bekendheid groeide met de jaren, steeg hij in de ranglijst. Maar toch : nooit wilde meer dan 20 procent van de Walen dat hij een belangrijke rol zou spelen in de Wetstraat.

Populariteit

Maar sinds de verkiezingen van 9 juni is er heel wat veranderd. De populariteit van De Wever begon fameus te stijgen in de peilingen in het zuiden van het land. Enerzijds zag men aan Franstalige kant dat het communautaire toch niet zo belangrijk was als eerst gedacht. Bovendien had De Wever zich professioneel getoond als bekwame onderhandelaar bij de regeringsvorming. En vooral : hij werd (wordt) gezien als de man die het Vlaams Belang van de macht heeft gehouden. Veel Franstaligen vrezen het ogenblik dat er niet met N-VA maar met het Vlaams Belang moet onderhandeld worden. Bij de volgende verkiezingen moet het Vlaams Belang maar enkele procenten stijgen, en de N-VA enkele procenten zakken, en het is al zover.

de schrik van de Franstaligen …

Een meerderheid is tegen

In maart van dit jaar bracht een enquete aan het licht dat 52 procent van de Walen en 56 procent van de Brusselaars allesbehalve opgetogen waren met de komst van De Wever als eerste-minister. Aan Franstalige kant was er immers een ruime meerderheid die ervan overtuigd was dat het beleid van De Wever nadelig zou uitvallen voor het zuiden van het land. Een grote meerderheid van Walen en Brusselaars denkt dat het uiteindelijke doel van zijn premierschap nog steeds de splitsing van België is.

Wantrouwen blijft

Toen De Wever er op 3 februari jl. aan begon, was het aantal Walen dat hem zag zitten als premier, al gestegen naar 37 procent. Toch blijft een meerderheid wantrouwig. In Franstalig België weten we ze ook wel hoe nummer 1 van de N-VA-statuten klinkt. En ja, in het Arizona-regeerakkoord staat er weinig tot niets in over een grote staatshervorming, tot afgrijzen van menig Vlaams-nationalist, ook binnen de N-VA. Maar tegelijkertijd staat in het regeerakkoord dat er een speciale werkgroep komt met als doel iets communautairs te verwezenlijken. We zijn niet alleen benieuwd naar de invulling van die werkgroep – onder leiding van De Wever zelf – maar meer nog is het uitkijken naar de reacties van de Franstalige coalitiepartners.

art. 1 Statuten N-VA

Zo lees ik in De Standaard de uitspraak van minister Clarinval, vandaag vice-eerste minister en in vorige regering de verantwoordelijke die alles inzake staatshervorming tegenhield : “We blijven zeer waakzaam op het communautaire vlak. We moeten niet naïef zijn. Maxime Prévot, de vicepremier van Les Engagés, en ik herinneren er De Wever vaak aan dat de evenwichten in dit land gerespecteerd moeten worden. Maar tot nu toe zie ik geen problemen. Ik zie geen tekenen van een gebrek aan loyaliteit.”

Dat ons land er financieel slecht voorstaat is al langer bekend, maar dat hebben we vooral te danken aan een desastreus beleid gedurende tientallen jaren in Wallonië. Als Vlaamse ambtenaren vandaag moeten inleveren, hebben ze dat uitsluitend te danken aan het potverterend wanbeleid van hun Waalse collega’s. En dát zou de eerste-minister wel wat meer mogen benadrukken.

foto’s (c) Gazet van Hove.