Soft Power
De reden waarom Europa zoveel belang hecht hieraan ligt vervat in haar soft power : het idee dat niet politieke, economische of militaire macht (de hard power) een buitenlands beleid slagkracht geeft, maar wel het uitdragen van waarden zoals democratie, de rechtsstaat, respect voor de rechten van de mens, holebirechten enz. Samengevat : verlichtingswaarden als het belangrijkste Europese exportproduct. Soft power is voor alle duidelijkheid geen naïviteit of ideologische blindheid. Meer nog : in feite is het een real-politieke oplossing omdat de EU een militaire dwerg is en deze stok achter de deur alvast niet kan hanteren. Enkele vliegdekschepen laten opstomen is geen optie. Sinds de CETA-saga heeft ook het gemeenschappelijke handelsbeleid een serieuze knauw gekregen en ontwikkelingssamenwerking als instrument is amper geloofwaardig. Blijft dus over als buitenlandstrategie : de soft power.
Cruciaal is natuurlijk wel dat deze soft power geloofwaardig is. Wie kuisheid als principe uitdraagt, wordt best niet gespot in de Chaussée d’Amour. In de internationale politiek is dat niet anders. Wanneer de democratische beginselen en de rechtsstaat in het gedrang komen – zeg maar in Polen of Hongarije – kan Brussel niet snel en niet hard genoeg reageren. De (terechte) logica hierachter : ‘als we dit toelaten, verliezen we élke geloofwaardigheid op het internationale toneel’.
Catalonië
Het uitblijven van een reactie uit Brussel over de raid die de Spaanse Guardia Civil uitvoerde op Catalaanse overheidsgebouwen tot en met de arrestatie van topambtenaren en het dagvaarden van verkozen burgemeesters aan toe, staat in schril contrast met de reactie van de crème van de Europese politiek ten aanzien van Polen of Hongarije. Vorige week nog haalde Commissievoorzitter Juncker tijdens zijn state of the union bijzonder hard uit naar de aanval op de scheiding der machten in Polen.
Bananenrepubliek
Pijnlijk voor het Europese project is nu net dat deze bananenrepubliek al meer dan drie decennia lid is van de grootste democratische club ter wereld. Wie hoopte dat EU-lidmaatschap en de overname van het zogenaamde acquis (het geheel van Europese wetten en regelgeving) de rechtsstaat zou beschermen is eraan voor de moeite. Als toonbeeld naar onze nieuwe democratieën in Centraal- en Oost-Europa kan dit alvast tellen. Ook Erdogan moet lachen in zijn vuistje, als hij het al niet openlijk doet. En wie nu nog denkt dat de Chinese ambassade nog onder de indruk zal zijn van een resolutie van het Europees parlement over de erkenning van de Tibetanen en de Oeigoeren kan maar beter zijn tijd in iets anders steken. Het uitblijven van een reactie rondom het Schumanplein is niets minder dan het morele failliet van het Europese buitenlandbeleid. Met dit opiniestuk wil ik me alvast meteen ook uitschrijven uit de mailinglijst van de EEAS. Mijn ‘moral highground’-momentje zal ik wel elders zoeken.
Doorbraak organiseert op 28 september een avond over Catalonië.