Sinds januari dit jaar is Donald J. Trump de 45e president van de Verenigde Staten. Tijd dus om een eerste jaarbalans op te maken. Of beter, de andere helft van de balans. Voor de negatieve kant, alles wat hij verkeerd doet, kan u terecht bij dagbladen en tv-journaals, in de hoop dat u daar terechte kritiek zult kunnen onderscheiden van haatfictie. Van zijn verwezenlijkingen zult u er zelden iets vernemen. Dus presenteren wij ze hier.

Trump is verre van het enige onderwerp waarover in onze media tendentieus wordt bericht. Maar hij is wel het enige staatshoofd dat onze journalisten ertoe brengt elke schijn van onpartijdigheid te laten varen en zich onbeschaamd over te geven aan politiek gescheld en militantisme. Ik zou de tegendraadse traditie van dit blad oneer aandoen als ik het evenwicht niet wat zou pogen te herstellen.

Het is de economie, domoor !

Toen Trump tegen alle verwachtingen in werd verkozen, voorspelde topeconoom Paul Krugman dat de nieuwe president de wereldeconomie in een heel lange recessie zou storten. Krugman is het levende bewijs dat Nobelprijzen niet altijd een bekroning voor geniale inzichten zijn, maar even vaak om politieke redenen worden toegekend (hij is tegenstander van een al te strikt besparingsbeleid vanwege de overheid en dus populair bij linkse media en bij regeringen die excuses zoeken om niet te moeten bezuinigen).

Het omgekeerde deed zich voor. De beurzen zijn al een jaar recordcijfers aan het verzamelen. De Amerikaanse groei overtreft sinds lang opnieuw 3 procent. De werkloosheid in de VS is de laagste in zeventien jaar. Er worden niet alleen nieuw jobs gecreëerd, ze worden ook beter betaald. Het gaat bijzonder goed met de Amerikaanse economie.

Politieke nijdigaards doen hun best om het aandeel van Trump in deze economische successen te minimaliseren. Maar ze kunnen niet uitleggen waarom Obama in geen enkele van zijn acht jaren resultaten kon voorleggen die vergelijkbaar zijn met die van beginneling Trump. Uiteraard controleren presidenten de economie niet. Maar ze oefenen wel invloed uit. Trumps belofte van groei en deregulering zorgde voor een initiële opstoot van de economie. Het houden van die belofte bestendigt die groei : Trump schrapte niet minder dan 860 van Obama’s groeinadelige maatregelen.

Zeer binnenkort mogen we ons verwachten aan het eerste grote wetgevende succes van the Donald. Zijn grote belastinghervorming staat op het punt goedgekeurd te worden door de Senaat, wat de economie nog meer zuurstof zou kunnen bezorgen.

Europa is de wereld niet

Op buitenlands gebied werden de grootste rampen voor het presidentiële beleid voorspeld. Trumps beleid van ‘America First’ zou de rest van de wereld vervreemden van de VS, beweerde progressief Europa. Maar de wereld denkt niet zoals de politieke elites van Europa. In andere beschavingen vindt men het maar normaal dat staten in de eerste plaats hun eigen belangen nastreven. Niet-westerlingen verwachten dat van hun regeringen, begrijpen het van andere regeringen en respecteren het zelfs meer dan de hypocriete moraliteitsaanspraken die de Europeanen en andere Amerikaanse presidenten op hun eigen buitenlandbeleid maken.

Trump is inderdaad een kleurrijke figuur. Maar die herkenbaarheid blijkt niet overal ter wereld een nadeel. Zijn rondreis in Azië in november was een groot succes op gebied van public relations, zowel voor hemzelf als voor zijn land.

Trumps moedige beslissing om Jerusalem te erkennen als hoofdstad van Israël werd in Europa gezien als een vreselijke blunder en een gevaar voor de wereldvrede. Een week na de verontwaardiging en de doemvoorspellingen blijkt het met die wereldvrede nogal mee te vallen. Zelfs in Jeruzalem geraakt Hamas niet verder dan het gebruikelijke afvuren van raketten en blijft de verwachte intifada uit.

Ja, de moslims ter wereld zijn boos. Maar ze zijn wel altijd boos om iets. Trump snapt dat het geen zin heeft ooit liefde van hen te verwachten. Het respect dat voortvloeit uit kracht en duidelijkheid is voor hem een betere basis voor internationale verstandhouding en vrede.

Nog twee buitenlandse prestaties van Trump verdienen applaus. Zijn beslissing om uit het klimaatakkoord van Parijs te stappen is een zegen voor zijn land (en voor ons, als dat ooit kan bijdragen tot een algemeen einde van deze onzalige overeenkomst). En in Irak werd begin deze maand de oorlog tegen IS officieel gewonnen verklaard. Dat Trump daar Obama’s rommel heeft moeten opkuisen, verklaart waarschijnlijk de gebrekkige media-aandacht voor die belangrijke gebeurtenis.

AK47, het geliefde wapen van terroristen

De mythe van het volk tegen de president

In een vorige bijdrage wees ik erop dat de weigering om Trump te aanvaarden als legitieme president zich bij onze media manifesteert in het creëren van een parallelle, virtuele wereld waarin de “echte” democratie Trump eigenlijk verwerpt. Dat begon al onmiddellijk na diens verkiezing, toen we om de oren werden geslagen met de “popular vote”, het gegeven dat Clinton in het geheel meer stemmen had gehaald dan Trump.

Daarbij ging men voorbij aan de tactiek van Trump om bepaalde belangrijke staten in zijn campagne te negeren, omdat hij er kansloos was en omdat de stemmen er niets konden bijdragen aan zijn overwinning. Een beetje meer stemmen ronseling in Californië had bijvoorbeeld gemakkelijk het verschil kunnen bijpassen.

Het riedeltje van de president zonder steun van het volk werd sindsdien onafgebroken herhaald. Steeds nieuwe opiniepeilingen moeten aantonen hoe onpopulair Trump eigenlijk wel is. Merkwaardig genoeg maakt onze pers die oefening veel minder voor leiders dichter bij huis.

Trump geniet inderdaad slechts de goedkeuring van een slordige 40 procent van de gepeilde Amerikanen. Dat is niet veel. Maar de chouchou’s van de Belgische pers doen het nog slechter. Volgens het peilingbureau Rasmussen Reports is Merkels populariteit al onder 40 procent gezakt. De mislukte regeringsonderhandelingen zullen daar alvast geen verbetering in brengen. De Franse president Macron, ooit door de verzamelde pers gehuldigd als de progressieve wonderjongen die een alternatief ging bieden voor populistisch rechts, strandt zelfs op een miserabele 28 procent. Premier May’s aanhang is eveneens onder 30 procent gezakt.

Toen een Amerikaanse krant per ongeluk een voorbarig doodsbericht plaatste van Mark Twain, antwoordde de schrijver in een brief: “De berichten over mijn dood zijn schromelijk overdreven.” De kranten hebben al ontelbare keren de aanstaande politieke dood van Trump aangekondigd. Maar telkens zijn de voorspellingen van zijn spoedige ondergang uiterst voorbarig gebleken. Zelfs het onderzoek naar zijn mogelijke betrokkenheid bij Russische pogingen om de verkiezingen te beïnvloeden is aan het verzanden.

Ze zijn nog niet van Trump af. Nog lang niet.

 

Jurgen Ceder

in © ’t Pallieterke.

weekblad, verschijnt donderdag