Een dertigtal familieleden en leden van de Vlaamsgezinde serviceclub “Marnixring” herdachten zaterdagvoormiddag op de gemeentelijke begraafplaats van Edegem de in 1996 overleden cultuurfilosoof Max Wildiers. De grafsteen van de overledene werd ook speciaal opgekuist.

Max Wildiers (1904 – 1996)was een Vlaamsgezind kapucijn, filosoof en theoloog. Hij was een van de grootste Vlaamse filosofen uit de 20ste eeuw. Hij is onder andere bekend door het WTK-complex, waarin hij de correlatie duidelijk maakt tussen wetenschap, techniek en kapitalisme.

Toespraak door Jan Vaes, secretaris van de Marnixring ‘Max Wildiers’ :

“Max Wildiers was en is voor velen in Vlaanderen een begrip. Max Wildiers : de Vlaming – de theoloog – de cultuurfilosoof – de journalist – de mens de kapucijn de zoon de broer de nonkel de vriend de docent de verzoener; telkens met de passende adjectieven : de radicale Vlaming, de vernieuwende theoloog, de kritische cultuurfilosoof, de creatieve journalist, de in-goede, hartelijke, dienstvaardige mens.

Zijn leven lang, tot in zijn hoge ouderdom, zou Wildiers blijven lezen, studeren, schrijven, doceren, publiceren niet alleen omdat hij zo begaan was met de confrontatie geloof-wetenschap, maar ook omdat het onverpoosde zoeken naar de waarheid hem lag. Als u ziet hoeveel boeken hij publiceerde, hoeveel artikels hij voor tijdschriften schreef, voor De Standaard zelfs meer dan 2.000, dan mag u zeggen dat zijn geest nooit heeft opgehouden te rusten.

Dat Max Wildiers werd gewaardeerd niet alleen in Vlaanderen maar ook in heel de wereld blijkt uit de tientallen prijzen waarmee hij werd gelauwerd.

Hoe komt het dat zo een groot Vlaming met een wereldwijde reputatie in Edegem werd begraven, met zijn zo grote staat van verdienste had hij zeker een rustplaats gekregen op het erepark van het Antwerpse Schoonselhof. Hij was geboren en getogen Antwerpenaar en als uitwonende kapucijn was hij ook verbonden aan de fraterniteit Antwerpen.

In Ekeren kon ook. Hij overleed in het Sint-Lucasziekenhuis van Ekeren en zijn voorouders woonden in Ekeren. Het is zijn overgrootvader die van Ekeren naar Antwerpen verhuisde om daar te werken als kuiper, later als vetsmelter En nog later stichtte hij de Wijngaardnatie.

Ook Sint-Job-in-t-Goor was een mogelijkheid. Want in 1987 werd Max Wildiers gehuldigd door het gemeentebestuur omdat hij 35 jaar woonde in deze gemeente. In Sint-Job-in-t-Goor staat aan de Kerklei 44, waar hij zovele jaren verbleef, een gedenkmonument. De gemeente Brecht heeft in zijn woonplaats Sint-Job ook een plein naar Max Wildiers genoemd.

Waarom is Max Wildiers nu juist in Edegem begraven ? Volgens de familie Wildiers is de verklaring daarvoor te linken aan de grot van Edegem. De grot, gelegen aan de westzijde van de basiliek, werd door Peter-Jan van Aelst in 1884 op zijn grond opgericht voor zijn zieke dochter naar het voorbeeld van de grot van Massabielle in Lourdes. Ondanks het private karakter groeide de grot uit tot een drukbezochte bedevaartplaats. Vier jaar na de officiele opening van de grot werden er bijv. vanuit de Antwerpse parochies Sint-Paulus en Carolus Borromeus bedevaarten georganiseerd naar de grot van Onze-Lieve-Vrouw van Edegem.

Zijn moeder Adrienne Bulcke ging jaarlijks meermaals op bedevaart naar de grot in Edegem. Zij werd door haar kinderen telkens weer beschreven als een heilige vrouw. Zij had de wens geuit om in Edegem te worden begraven, dichtbij de grot. Bovendien hoopte zij dat haar kinderen zo dicht mogelijk bij haar zouden worden begraven. Max Wildiers had een zeer groot respect voor haar en het is daarom ook niet te verwonderen dat Max Wildiers vroeg ook om na zijn dood begraven te worden in het graf van zijn ouders. Die wens werd evenwel door het gemeentebestuur van Edegem geweigerd. Na zijn broers Frans en Emiel vond Max Wildiers zo zijn laatste rustplaats op de begraafplaats van Edegem in de schaduw van de grot en de basiliek. Zijn graf werd later door de gemeente Edegem wel beschermd omwille van zijn (lokaal) historisch belang (GC30/00899). Ook de graven van zijn ouders en broers Emile en Frans zijn nu beschermd.

Interessant om weten is dat de grootvader van Max Wildiers, Joannes Baptista Eduardus Wildiers, in de Edegemse Hovestraat twee percelen grond kocht van het Bureau van Weldadigheid van Edegem. Daar bouwde hij in 1905 een huis in cottagestijl. Dat huis is in Edegem gekend onder de naam De Vlinderkens (Hovestraat 140) en ligt vlakbij de grot. In 1915 wordt het huis verkocht aan Edegemnaar Philip Lodewijk Anthonis. In 1907 verdeelt Joannes Baptista Eduardus Wildiers zijn tuin in twee delen.

Johannes Baptista Eduardus Wildiers en zijn echtgenote Maria Joanna Janssens en de kinderen Mathilde (1875), Eduard (1884), Maria Emilia (1889), Louisa Mathilda (1891) woonden er tot april 1907. Daarna verhuisden zij naar een nieuwe woonst in de Van Straelenstraat 29 in Antwerpen. De zonen Emiel, de vader van Max, Frans, Herman, Emiel, Walter en Mieke, en Augustinus zijn dan al gehuwd, zo ook dochter Alice Wildiers.

In De Vlinderkens woonde sinds juni 1905 ook Joanna Laurentia Marchand, artiste lyrique, die in maart 1906 naar Antwerpen verhuisde. Het is dus niet ondenkbaar dat Emiel Wildiers en zijn echtgenote Adrienne Bulcke meermaals naar Edegem kwamen om hun ouders te bezoeken en zo op de hoogte zijn geweest van de grote aantrekkingskracht van de grot als bedevaartsoord.

Bovendien kwam op 7 juni 1905 de dochter van Joannes Baptista Eduardus Wildiers, dus de tante van Max Wildiers, samen met haar man Paul Jappe en kinderen in Edegem wonen meer bepaald in de villa Louise, gelegen in de Hovestraat. Paul Jappe is een Duitse koopman, geboren in Lubeck. In augustus 1906 gaan ze terug naar Antwerpen (Constitutiestraat 39).

Edegem moet de familie Wildiers om een nog andere reden dankbaar zijn. Toen Frans Wildiers tijdens de Tweede Wereldoorlog provinciegouverneur van Antwerpen was, startte hij de klassering op van de Sint-Antoniuskerk, de oude dorpskerk van Edegem, als waardevol erfgoed om zo financile middelen vrij te maken voor de restauratie van de kerk.

Het ideengoed van Max Wildiers mag niet verloren gaan. Vorig jaar organiseerde de lokale Davidsfonds afdeling van Edegem een cursus met cultuurfilosoof Joris Capenberghs als docent. De titel van deze cursus luidde: Het nut van het nutteloze. Over de vreugden van de geest graag wil ik dan ook eindigen met een tekst die ons kan inspireren maar die ook weergeeft hoe rusteloos de geest van Max Wildiers was :

Het is het lot van de mens dat ook de vreugden van de geest geen onverdeelde vreugden zijn. Op elk gebied wordt hij gekweld door de begrensdheid van zijn weten en kunnen. Maar de ware levenskunst bestaat erin niet te treuren over deze begrensdheid en zich veeleer te verheugen over de overvloed waaraan hij deelachtig werd en te bedenken dat onze vreugde iedere dag kan aangroeien en nieuwe hoogten kan bereiken.”

Na de hulde was er nog een receptie voor de genodigden op het oud-gemeentehuis van Edegem.

Foto’s (c) Gazet van Hove.