200 jaar geleden zag Friedrich Engels het licht. Zonder hem geen Marx.

Eén verdwaalde kogel en de wereld zou vandaag niet de 200ste verjaardag van Friedrich Engels (1820-1895) kunnen herdenken. De ‘compagnon’ van Karl Marx was niet alleen theoreticus van het socialisme, maar ook een man die de geur van buskruit niet schuwde.

De geur van buskruit

 

Terwijl Marx in 1849 naar Parijs trok, sloot Engels zich in het Zuid-Duitse Baden aan bij het korps van de revolutionaire kolonel August Willich. Een jaar tevoren was in Frankrijk een revolutie uitgebroken en overgesprongen naar de Duitse Bond, een confederatie van 39 staten. De heersende vorsten drukten er de vele opstanden de kop in; alleen in het zuiden van het land waren de soldaten van Baden en de Pfalz nog in mei 1849 overgelopen naar de opstandelingen. Engels rook zijn kans om de revolutie te helpen verwezenlijken. Hij vocht tijdens de slag van Rastatt mee in de voorste linies tegen de Pruisische troepen en dekte de terugtocht van de opstandige soldaten naar Zwitserland.

Engels zou daarna nog heel wat militair-wetenschappelijke werken schrijven, bijvoorbeeld over de Krimoorlog. Maar de oorlog was geen doel op zich voor hem. In een op 3 november 1892 gedateerde brief aan Paul Lafargue, de schoonzoon van Marx, zou hij schrijven : ‘Het tijdperk van de barricades en de straatgevechten is voorgoed voorbij.’ Hij vreesde immers dat de machtigen maar al te graag met harde hand zouden reageren op het ‘exploderen’ van de ‘revolutionaire gevoelens’. Zijn conclusie was dat het er op aankwam ‘een nieuwe revolutionaire techniek te vinden’. De ‘generaal’, zo noemden socialistische medestrijders Engels, en hij zou zich na zijn militair avontuur ontpoppen tot ‘generaal’ van het werk en de leer van Marx.

Als antieke helden

Hun vriendschap was als die tussen Orestes en Pylades, schreef Karl Marx op 20 januari 1864 aan Friedrich Engels. Zelden hebben twee denkers zo nauw samengewerkt, zo veel lief en leed met elkaar gedeeld als de grondleggers van ‘der wissenschaftliche Sozialismus [het wetenschappelijke socialisme]. De vergelijking met de antieke Griekse helden was niet zo ver gezocht.

Lenin

Die band was zo sterk, schrijft de Duitse historicus Jürgen Herres, dat het marxisme-leninisme, ‘dus de staatsideologie van de Sovjetunie (…) en in zekere zin heden ten dage nog die van China’ zich de beide maatschappijdenkers zelfs als ‘Gesamtpersönlichkeit’ [één gezamenlijke persoonlijkheid] verbeeldde, ze als het ware tot één persoon ‘Marx-Engels’ samentrok. (1) Die romantiserende opvatting kwam ook heel plastisch tot uitdrukking in het schilderij van de DDR-kunstenaar Hans Mocznay uit 1953 dat de omslag van Herres’ boek siert.

Compagniezaak

Op 31 juli 1865 schreef Marx aan zijn vriend en medestrijder ‘dat wij twee een compagniezaak bedrijven, waarbij ik mijn tijd besteed aan het gedeelte theorie en partij’, terwijl Engels als taak had de economische basis daarvoor te leggen. En dat deed Engels met volle overgave en ook zelfverloochening als de ‘tweede viool’, zoals hij zichzelf noemde.

Van 1850 tot 1870 werkte hij voor de katoenspinnerij Ermen & Engels in Manchester die zijn vader, een fabrikant uit het Duitse Barmen (Wuppertal), en diens partner Ermen toebehoorde. Hij ondersteunde al die jaren Marx op dubbele wijze, met geld en met economische inzichten. Friedrich Engels kende immers het industriële kapitalisme uit eigen ervaring. Als jonge man had hij van 1842 tot 1844 al in de firma van zijn vader in Manchester gewerkt.

Manchester-kapitalisme

Engels was nog geen 25 jaar oud toen hij het indrukwekkende werk Die Lage der arbeitenden Klasse in England over de ellendige werk- en levensomstandigheden in Manchester als zinnebeeld van de industriële revolutie publiceerde. De Brit Tristram Hunt schrijft in zijn Engels-biografie dat het boek ‘de lezers als geen andere eigentijdse berichtgeving in zijn volle omvang en onverhuld met de verschrikkingen van de industrialisering en de urbanisering door het laissez-faire-kapitalisme [confronteert]’. (2)

Engels wilde naar eigen zeggen verder gaan dan de ‘holle frasen’ waaraan de Duitse socialisten zich in die dagen bezondigden; hij wilde met concreet materiaal en met harde feiten de basis leggen voor een socialisme dat een eind zou maken aan de mistoestanden van het Manchester-kapitalisme. Vlak voor hij twintig jaar lang een Victoriaans-burgerlijk leven zou gaan leiden – weliswaar in dienst van ‘het wetenschappelijke socialisme’ – stelde Engels in 1848 samen met Marx het Manifest der Kommunistischen Partei (ook gekend als het Communistisch Manifest) op en stortte hij zich nog gauw in het revolutionaire gewoel van de jaren 1848-’49.

Repliek

Van Engels zou niet alleen de idee stammen om een manifest als literaire vorm te benutten, maar ook om het motto ‘Proletarier aller Länder vereinigt Euch!’ op het titelblad te laten prijken. Met zijn Anti-Dühring (1877/78) – een repliek op de geschriften van de Berlijnse socialistische docent Eugen Dühring – bracht Engels een soort encyclopedische samenvatting van de ideeën die hij en Marx sinds 1844, het jaar van hun ontluikende vriendschap en partnerschap, ontworpen en gedeeld hadden. De inleiding van dat werk verscheen enkele jaren later als aparte brochure onder de titel Die Entwicklung des Sozialismus von der Utopie zur Wissenschaft (1880).

Ze zou gaan behoren tot een van de meest gelezen geschriften van het marxisme en werd als het ware verplichte lectuur voor wie zich als links beschouwt. Over de Anti-Dühring schreef de belangrijke sociaaldemocratische denker Karl Kautsky dat geen enkel boek zoveel gedaan heeft voor een beter begrip van het marxisme: ‘(….) erst durch den Anti-Dühring haben wir das “Kapital” richtig lesen und verstehen gelernt’ [Pas door de Anti-Dühring hebben wij Das Kapital juist leren lezen en begrijpen].

Originele rol 

De historicus Herres die betrokken is bij de uitgave van de Marx-Engels-Gesamtausgabe (de verzamelde werken) belichtte terecht de uitzonderlijke en originele rol die Friedrich Engels heeft gespeeld in het optrekken van het marxistische gedachtengebouw: ‘Engels war Marx an Bildung, Wissen und Sprachbegabung ebenbürtig, ihm in der Gewandtheit des Schreibens sogar überlegen’ [Engels was de gelijke van Marx wat vorming, weten en taalbegaafdheid betreft; hij overtrof hem zelfs in de vlotheid van schrijven].

 

(1)  Jürgen Herres, Marx und Engels. Porträt einer intellektuellen Freundschaft (2018), Stuttgart 2018, p. 7.

(2)  Tristram Hunt, Friedrich Engels. Der Mann, der den Marxismus erfand, Berlin 2017², p. 139.

(3)  Herres, o.c., p. 19. ​

 

DIRK ROCHTUS
Dirk Rochtus is hoofddocent internationale politiek en Duitse geschiedenis.
Foto’s (c) Gazet van Hove – cover : Karl Marx , foto (c) Wikipedia.