Wanneer zal het vakjesdenken stoppen wanneer men over dé moslimgemeenschap debatteert ?

Moslims in Vlaanderen. Wie zijn ze ? Hoe staan zij in het leven en hoe voelen zij zich in onze maatschappij ? Pinar Akbas gaf vorige week een voorzet om moslims een stem te geven die niet beantwoordt aan de clichés uit de media. Haar kritiek dat de streng orthodoxe islam door onze pers wordt genormaliseerd kwam hard binnen. Akbas stelt dat een groot deel van de zeer diverse islamitische gemeenschap genegeerd wordt.

Sadia is een praktiserende moslima, die geen hoofddoek draagt en op een persoonlijke manier haar religie beleeft. Ismail is een ex-moslim, die afstand genomen heeft van zijn geloof. Beiden hebben ze een stem. Alle twee willen ze die ook laten horen.

Cultuurmoslim of niet ?

Sadia : ‘Ik ben geen cultuurmoslim. Ik ben gelovig en praktiserend, maar ik denk kritisch na over mijn geloof. Ik heb van God hersens gekregen en gebruik die ook. Dat betekent dat ik mij niet de les laat spellen door anderen, maar vooral werk aan mijn persoonlijke band met God. Overigens is dat net de rijkdom van de islam : de individuele band met God, die je zelf opbouwt en onderhoudt.’

‘De eerste openbaring is Iqra, wat “lees” betekent. Je moet dus de Koran en de hadith lezen. Dat wil voor mij ook zeggen dat je niet enkel zelf moet lezen, maar ook interpreteren. Je bepaalt met welke bril je de geschriften leest. Niemand moet mij voorschrijven hoe ik de zaken moet lezen. Want dat is gemakkelijk, dan moet je zelf niet meer nadenken. En dat is net wat de orthodoxen willen. Zij willen hun interpretatie opdringen aan iedereen. Ik weiger daar in mee te gaan. Ik durf ook tegen die klassieke interpretaties ingaan vanuit mijn eigen ervaring en interpretaties.’

Ismail : ‘Mijn situatie is enigszins anders. Ik ben als wetenschapper gevormd en heb het niet zo voor doctrines/levensovertuigingen die ieder aspect van het menselijk leven willen regelen. Ik gedraag me in die mate soms wel als een cultuurmoslim, namelijk dat ik hier en daar wel meedoe met de tradities en gebruiken.’

‘Na mijn studies ben ik terug thuis gaan wonen. Ik kom uit een conservatief islamitisch gezin. Zo is het nu Ramadan. Ik neem dan deel om de band met de familie niet te verliezen, voor de sfeer en voor de gezelligheid. Ik ben aanwezig op het Suikerfeest om de familie te zien.’

‘Voor de duidelijkheid : ik doe dat niet omdat ik een soort balans heb gevonden tussen de westerse wereld en de islam. Ik ben een rabiaat atheïst, een wetenschapper pur sang. Ik ben dat al tien jaar en dat zal ook niet snel veranderen. Dus ja, cultuurmoslim…? (Twijfelt) Eigenlijk niet… Men spreekt vaak over de joods-christelijke traditie. Ik vind dat er een grote overlapping is met de islam. Wij zijn thuis islamitisch opgevoed vanuit het perspectief dat je voor je medemens moet zorgen. Doe je medemens geen kwaad, wees goed voor elkander… dat zijn de elementen die ik meedraag.’

Kritiek uit verschillende hoeken

Ervaren jullie binnen de gemeenschap problemen met de door jullie gekozen standpunten ?
Ismail : ‘Toch wel. Vooral binnen de directe familie. Zoals ik al meegaf, kom ik uit een conservatief gezin. Het niet meer vijf maal per dag bidden werd me niet in dank afgenomen. Ik heb ook nooit met zoveel woorden uitgesproken dat ik atheïst ben. In het verleden had ik daar zelfs een panische angst voor. Het denkbeeld om verstoten te worden verlamde me. Naarmate ik ouder word, schat ik een mogelijke reactie van mijn familie minder fel in. Maar ik durf toch nog te spreken over zware teleurstelling en misschien zelfs schaamte.’

‘Ik zit daar toch nog steeds gewrongen, want voor mij blijft een belangrijke vraag onbeantwoord. Ik weet niet wat bij mijn ouders gaat overwinnen : de liefde voor het eigen kind of de druk van wat de directe omgeving, de islamitische gemeenschap, over dit onderwerp vindt. Ik merk de teleurstelling, maar kom nog wel met mijn familie overeen.’

‘Je hoort ook wel eens dat kinderen om reden van geloofsafval worden buitengezet. In de meeste gevallen beperkt het zich echter tot die diepe teleurstelling. De gemeenschap is nog niet klaar om te aanvaarden dat er afvalligheid bestaat. Ik weet ook niet of ze er ooit klaar voor zal zijn, maar ik ben wel minder pessimistisch gestemd dan vroeger.’

Sadia : ‘Ik stuit vooral op kritiek van buitenaf. Binnen mijn familie heb ik geen probleem. Mijn zussen dragen een hoofddoek, ik niet. Mijn ouders zijn eerste-generatie-migranten en eigenlijk best wel conservatief, maar zij hebben nooit problemen gehad met mijn kritische standpunten. Wanneer ik aanwezig ben op lezingen of feesten, krijg ik al eens opmerkingen van andere vrouwen omdat ik mijn hoofd niet bedek. Daar maak ik snel komaf mee. Ik wijs die mensen erop dat we hier in vrijheid leven en zelf mogen beslissen over het al dan niet dragen van een hoofddoek. Zij hun vrijheid, ik de mijne. Daarmee is voor mij de kous af.’

De onvermijdelijke hoofddoek

De hoofddoek lijkt een onuitputtelijk onderwerp te zijn…
Sadia : ‘Blijkbaar. Ik draag hem niet, mijn zussen wel. Ik heb nooit enige druk ervaren om dit wel te doen. Of mijn zussen beïnvloed zijn door peer pressure moet je hen vragen. Ik stel me de vraag wat eigenlijk de bedoeling is van de figuren die die discussie altijd maar weer laten oplaaien. Willen zij gewoon een debat of is het echt de bedoeling om altijd en overal een hoofddoek te mogen dragen, ongeacht de setting ?’

‘Wanneer dat laatste het geval is, zijn ze echt wel verkeerd bezig. Dit zorgt voor polarisatie. Het is ook jammer dat de media steeds die overheersende orthodoxe stem overnemen, alsof die dé moslimgemeenschap vertegenwoordigt. Er is zoveel diversiteit binnen onze gemeenschap. De mensen zouden verschieten wanneer ze beseffen dat er ook over dit onderwerp geen eensgezindheid bestaat. Daarom vind ik dat ieder in vrijheid moet kunnen beslissen hoe hij of zij met dit thema omgaat. Dat mág ook.’

‘Ook dat is voor mij de rijkdom van de islam : wij hebben geen hiërarchie die ons kan opleggen hoe we ons moeten gedragen. Geen paus, geen bisschoppen … Er zijn wel imams en theologen die richtlijnen geven, maar die spreken elkaar ook onderling tegen. Ik heb mijn persoonlijke lezing van de islam en durf die ook te verdedigen. Ik durf in te gaan tegen andere, vaak luidere, stemmen.’

Politiek eerder rechts

Jullie zijn beiden politiek en maatschappelijk betrokken.
Ismail : ‘Ik ben al sinds mijn achttiende lid van N-VA. Het identitair verhaal van N-VA is evolutief. Een religie daarentegen is een set van premisses die botsen met de verlichtingswaarden, waar niet van wordt afgeweken. Het identitaire verhaal vertrekt vanuit een gemeenschappelijke basis van verlichtingswaarden van waaruit je dat verhaal opbouwt.’

‘Ik geloof in verregaande individualiteit, maar ik geloof evenzeer in het collectief. In die zin is identiteit belangrijk, zeker in een maatschappij waarin het individualisme steeds meer aanwezig is. Ik zie identiteit als een gemeenschappelijke basis van waaruit je op zoek gaat naar een set regels waarbinnen iedereen als individu kan gedijen en waar de samenleving baat bij heeft.’

Sadia : ‘Ik werk voor N-VA in het Vlaams Parlement. Dat doe ik vanuit een neoliberale overtuiging. Wanneer ik vroeger een stemtest deed kwam ik steevast uit bij LDD. Ik heb het niet zo voor de linksen die iedereen de les spellen. Daar zit een vrijheids-onderdrukkend kantje aan waar ik niet mee om kan. Ik woon in Borgerhout en heb een communistische buur. Hij mag mij niet en ik heb het moeilijk met hem.’

‘Mijn vriendenkring is heel divers. Belgen, Marokkanen, homo’s, lesbiennes, gelovig, ongelovig, noem maar op. Dat maakt niet uit, zolang het gaat over lieve mensen. Alleen politiek moet het wel een beetje klikken. Daar blijk ik toch principieel in te zijn.’

Eenzijdig beeld in de media

conservatieven worden voorgetrokken

Pinar Akbas had het over de eenzijdige voorstelling van moslims in de media. Sadia haalde al aan dat ze vindt dat de orthodoxe stem te veel overheerst. Zijn er nog meningen ?
Ismail : ‘Ik kan me daarbij aansluiten. De ultra-orthodoxen, zoals Othman El Hammouchi, krijgen vaak een forum zonder tegenspraak. Die man heeft salafistische trekjes. Hij is vooral zeer luidruchtig en zo ontstaat de indruk dat hij voor de moslimgemeenschap spreekt. Hij beschikt over een groot retorisch talent, maar ik krijg eerlijk gezegd rillingen van zo’n figuren.’

‘Ik zal nooit zeggen dat ik voor dé moslimgemeenschap spreek, maar ik merk toch bij velen de frustratie over het feit dat een hyper-conservatief als Othman El Hammouchi vaak wordt opgevoerd als de woordvoerder van “de moslimgemeenschap”. Ik erger me daar in elk geval aan.’

Het zijn toch niet enkel orthodoxen en conservatieven die een forum krijgen. Ook sociale ondernemers zijn populair in de pers.
Ismail : ‘Inderdaad, die zijn alomtegenwoordig. Wat mij stoort is dat daar dan weer gefocust wordt op de slachtofferrol. Eigenlijk stel ik me de vraag waarom we nooit eens gewone ondernemers te zien krijgen. Dat gaat niet enkel over kebabzaken. In alle sectoren vind je ondernemende moslims.’

Ik merk dat de linkerzijde de allochtone gemeenschap tracht te recupereren met dat slachtofferschap, maar die ondernemers staan daar ver af. Dat gaat over mensen die instaan voor eigen inkomsten, eigen broodwinning. Die betalen ook liever minder belastingen, staan meer op hun onafhankelijkheid.’

‘Ik associeer dat voornamelijk met de Turkse gemeenschap. Daar zie je veel echte ondernemers, niet het type sociale ondernemers zoals Sihame El Kaouakibi. En die zie je niet op TV of in de media. Nochtans zijn ze er wel.’

Je ziet dus een te eenzijdig beeld ?
Ismail : ‘Mensen met migratieachtergrond en moslims duiken in de media schijnbaar enkel op in een context van discriminatieproblemen. Of wanneer het over religie en islam gaat. Alsof wij niet met andere zaken bezig zijn. Wij hebben ook meningen over uiteenlopende onderwerpen. Dat sentiment leeft wel : we voelen ons one trick ponies. We worden enkel in die heel concrete context toegelaten tot het debat terwijl we veel meer te bieden hebben.’

Discriminatie is complex verhaal

Hoe staat het naar jullie mening met discriminatie in onze maatschappij ? De laatste tijd is er veel aandacht voor discriminatie op de werkvloer.
Sadia : ‘Ik heb geen concreet voorbeeld aan de hand waarvan ik haarfijn kan uitleggen wat nu discriminatie is, waar ik het kan duiden. Alleen had ik het in het verleden moeilijk met werkgevers die nooit mijn sollicitatiebrieven beantwoordden. Maar mijn toenmalige beste vriendin, met een Vlaamse naam, kreeg evenmin een antwoord. Ik wijd dit aan de luiheid van zulke werkgevers en niet aan discriminatie omwille van een vreemde naam. In elk geval hebben zij ongelijk en missen ze daardoor zelf kansen !’

Ismail : ‘Discriminatie en kansen krijgen op de arbeidsmarkt is een immens complex verhaal. Sommigen reduceren het graag en te gemakkelijk tot een zwart-wit-verhaal. Dat is een simpele boodschap die ook gretig door de media wordt opgepikt. Maar er speelt zoveel meer mee. Hoe presenteer je je bij een werkgever ? Hoe staat het met je taalgebruik ? Banale zaken zoals het uitkiezen van de juiste kledij maken al een groot verschil. Solliciteren doe je beter niet in vrijetijdskledij. Een hemd is dan geen overbodige luxe.’

‘Ik hoor het woord discriminatie van tijd tot tijd nog vallen. Is dat dan terecht ? Moeilijk te zeggen … dat hangt af van geval tot geval. Ik ga niet zover om te zeggen dat discriminatie niet bestaat. Maar het is ook zeker niet enkel kommer en kwel. Je moet natuurlijk ook iets te bieden hebben aan een werkgever. In bepaalde regio’s ontbreekt het binnen de gemeenschap aan arbeidsethos.’

Clichés langs beide kanten

‘Er zijn clichés die ook bij ons circuleren’, vervolgt Ismail. ‘De moeder gaat werken en de vader zit in de zetel, te teren op een uitkering. Er wordt niet omgekeken naar de kinderen die op straat opgroeien. Onderwijs is voor die mensen bijzaak, tenzij bepaalde sociale voordelen onder druk komen te staan. Zoals gezegd is dit een cliché, maar het bestaat wel. Dat zijn factoren die meespelen.’

‘Wanneer een jongere met Marokkaanse of Belgische roots met gelijke kwalificaties zich bij een werkgever presenteert, denk ik niet dat er nog onderscheid wordt gemaakt. Maar als er fundamentele verschillen zijn in taal of voorkomen, zorgt dat wel voor een andere behandeling. Vaak wordt dit dan toegeschreven aan discriminatie en racisme. Heel misschien is daar soms sprake van, maar eigenlijk zijn de situaties niet vergelijkbaar.’

‘Je mag niet vergeten dat iemand in dienst nemen een belangrijke investering en een groot engagement met zich meebrengt, zeker voor ondernemers die met eigen kapitaal werken en verantwoordelijk zijn voor hun zaak en het personeel. Iemand aanwerven of ontslaan is een complex proces, waarbij je als werkgever een zo goed mogelijk geïnformeerde beslissing wil nemen. Dat mensen daarin terughoudend zijn, kan ik begrijpen. Er worden keuzes gemaakt waarbij soms de perceptie ontstaat dat er sprake is van discriminatie of racisme, maar dat klopt niet altijd. Elke ondernemer die geen allochtonen in dienst heeft een racist noemen is zeer kort door de bocht.

Links paternalisme

partij van linkse politiek-correcte pastoors

Kan je stellen dat er de laatste jaren veel is veranderd op dit gebied in Vlaanderen ?
Ismail : ‘Toch wel. Het gaat over een genuanceerd verhaal waarbij er zich problemen kunnen voordoen langs beide kanten. Er zijn nog wel werkgevers die vooroordelen hebben. Langs de andere kant schort er ook wel eens iets aan de mentaliteit van diegenen die zich aanbieden. Maar het probleem neemt niet de proporties aan zoals de linkerzijde het voorstelt.’

‘Hoe pak je dat aan ? Door aan de ene kant te sensibiliseren en hardnekkige vooroordelen die heersen te ontkrachten, maar zonder mensen in de val te lokken. Ik heb zo mijn bedenkingen bij de mystery calls. Ik denk niet dat je als overheid de burger mag misleiden en met valse sollicitaties strafbare feiten mag uitlokken. Langs de andere kant moeten we bij diegenen die een probleem hebben werken aan de arbeidsethos, aan de kwalificaties. Je moet de verschillen in output bij schoolverlaters wegwerken.’

Is er een probleem met het onderwijs ?
Ismail : ‘Er zijn problemen met schoolprestaties. Taal- en leerachterstand zijn feiten waar we niet omheen kunnen. Ik zie dat in de Limburgse mijnstreek, maar ook in Brussel. Je hebt een linkerzijde, een groep politiek correct denkenden, die niet verdragen dat je het daarover hebt. Dan ben je aan het stigmatiseren, aan het polariseren.’

‘Maar het is eigenlijk het tegenovergestelde. Die houding is net stigmatiserend. Dit gaat over zuiver paternalisme. Waarom stellen die mensen zich steeds in de plaats van anderen ? Waar halen zij het recht vandaan om voor anderen te spreken ? Bovendien bespeur ik een tendens waarbij men alle oplossingen verwacht van de overheid, terwijl we geen inspanningen meer mogen verlangen van het individu. Uiteindelijk creëer je zo bij de jeugd een minderwaardigheidscomplex. Je geeft de boodschap dat ze het op eigen houtje niet kan redden. Dat is het racisme van de lage verwachtingen. Er is zoveel talent aanwezig dat op deze manier onontgonnen blijft. Daar betalen we als gemeenschap een zware prijs voor.’

We zien dat talent toch almaar vaker opduiken.
Ismail : ‘Ik zie dat met de generaties opschuiven. Mijn grootvader werkte in de mijnen. De generatie van mijn ouders had al kwalitatief betere jobs. Mijn ouders hebben ons thuis steeds aangespoord om te studeren, om ons niet af te sluiten en vrienden te maken.’

‘Ik ben afgestudeerd als fysicus. Mijn jongere broer is bioloog én gelovig. Mijn zusje studeert nog en noemt zichzelf een actieve moslima. Zij zal bij wijze van spreken uit solidariteit met de regenboogvlag rondlopen op de campus om haar vrienden uit de LGTB-gemeenschap te steunen. Ik zie dat het geloof van mijn generatie heel hybride wordt. Dat is een positieve evolutie, die ook aan de emancipatorische werking van het onderwijs te danken is.’

Evolutie van rol religie in migrantengemeenschap

Zo komen we terug bij de rol van de religie voor moslims in onze maatschappij. Jullie zien die evolueren…
Sadia : ‘Ik merk dat bij mezelf. Ik sta als een vrijgevochten en zelfbewuste moslima in het leven. Ik maak gebruik van de vrijheid die we hier in het Westen genieten. Ik kan hier perfect als gelovige moslima functioneren, zonder me te moeten conformeren aan fundamentalistische opvattingen die wel de norm zijn in bepaalde moslimlanden, zoals Iran of Saudi-Arabië.’

‘Dat is voor mij belangrijk: dat we ieder op onze eigen persoonlijke manier onze band met God kunnen beleven. De opmerkingen die ik af en toe moet aanhoren omdat ik bijvoorbeeld geen hoofddoek draag, kan ik zonder moeite pareren door terecht te stellen dat we hier in vrijheid leven. In andere landen is dat niet zo. Het belang daarvan kan je moeilijk overschatten.’

Ismail : ‘We mogen ons vooral niet laten vangen en die nieuwe generatie moslims van ons wegduwen door hen over dezelfde kam te scheren als de fundamentalisten en de orthodoxen. Het grootste risico ligt erin dat je ervoor zorgt dat ze zich geen onderdeel voelen van de samenleving, dat er voor hen geen plaats is. Die uitsluiting zal nefast zijn. Maar we mogen uiteraard niet inbinden wat bepaalde kernwaarden betreft.’

Nog geen plaats voor geloofsafval

Hoe zie je de houding van de moslimgemeenschap evolueren naar de toekomst toe ? Je hebt het over een hybride vorm van islam, maar gaan afvalligen ooit aanvaard worden ?
Ismail : ‘Dat blijft een heikel thema. Van de eerste generatie moet je dit niet meer verwachten. Het is aan de nieuwe lichting om daar verandering in te brengen. Ik meen te zien dat het belang van religie generatie na generatie afkalft, al is dat relatief.’

‘Ik wil daar iets heel cruciaals aan toevoegen : wij praten daar niet over. Wij dúrven daar onder elkaar niet over praten. Ik kan je niet zeggen wie er minder of zelfs niet meer gelovig is. Wanneer het over geloof gaat is het vaak een competitie over wie de meest gelovige is. Dat bepaalt je status binnen de eigen familie, in sommige gezinnen en families meer dan je job en maatschappelijke positie. Wij weten niet van elkaar hoe het eigenlijk zit. Wij zullen nooit in elkaars bijzijn de islam in twijfel trekken. Zo ver zijn we nog niet.’

‘Ik ben daar heel eerlijk in. Voor mij is het makkelijker om hierover van gedachten te wisselen met een moslim van buiten de familie. Op die manier blijven we dus steeds met een valse perceptie zitten. Dat zal blijven duren zolang de status binnen de familie bepaald wordt door vroomheid. We zijn dus nog ver van een aanvaarding van geloofsafval. Al ben ik minder pessimistisch dan vroeger.’

We hadden nog een derde stem, maar die trok zich ultiem terug. Vrank en vrij praten over dit thema kon de kansen hypothekeren bij een lopende sollicitatie bij een niet nader genoemde lokale overheid. Niet de afkomst, maar een van de pensée unique afwijkende mening blijkt een gevreesde grond voor discriminatie te zijn.

WINNY MATHEEUSSEN
Enige tijd geleden geboren, in de herfst. Momenteel levend.
Foto’s (c) Gazet van Hove.